Miguel Primo de Rivera

Miguel Primo de Rivera y Orbanejo, markies van Estella (Jerez de la Frontera, 8 januari 1870Parijs, 16 maart 1930) was een Spaans militair en politicus. Primo de Rivera streed in Marokko (1895), op Cuba (1895) en in de Filipijnen (1897). In 1900 werd hij generaal. Van 1908 tot 1913 diende hij in Spaans-Marokko. In 1915 werd Primo de Rivera militair gouverneur van Cádiz.

Miguel Primo de Rivera
1870-1930
Miguel Primo de Rivera (rechts) naast de toenmalige koning van Spanje, Alfons XIII van Spanje.
Markies van Estella
Periode1877-1921
VoorgangerFernando Primo de Rivera
OpvolgerJosé Antonio Primo de Rivera
GeborenJerez de la Frontera
VaderMiguel Primo de Rivera y Sobremonte

In 1922 werd hij kapitein-generaal van het onrustige Catalonië. Spanje ging ondertussen hard achteruit en Primo de Rivera en enkele medeofficieren pleegden in september 1923 een succesvolle coup, waarna koning Alfons XIII van Spanje Primo de Rivera aanstelde als voorzitter van een Militair Directorium (september 1923; later werd hij premier). Miguel Primo de Rivera beloofde een einde te maken aan de sociale onrust in Spanje en de oorlog in Spaans-Marokko. De monarchie bleef onaangetast, hoewel de koning in feite niets meer te vertellen had. De werkelijke machthebbers waren de leden van het militaire directorium (w.o. ook generaal Jordana).

Aanvankelijk probeerde Primo de Rivera de oorlog in Marokko op te lossen door de kolonie op te geven, doch dit stuitte op weerstand van enkele invloedrijke generaals, zoals Francisco Franco, de latere Spaanse dictator. In 1925 kwamen Spanje en Frankrijk overeen om de opstand in Marokko gezamenlijk aan te pakken en in het najaar van 1925 werd de Berber-leider Abd el-Krim verslagen. (In januari 1926 werd de laatste gearresteerd.)

Reeds in 1924 voerde Primo de Rivera - een bewonderaar van het fascistische Italië en van Benito Mussolini - een eenpartijstelsel in, met de Unión Pattriótica als enige toegestane partij. De Unión zelf was fascistisch gekleurd en haar voornaamste doel was de eenheid te bewaren in Spanje en saamhorigheid van de klassen (corporatisme). Primo's minister van financiën José Calvo Sotelo moderniseerde het belastingstelsel. Er werden ook enige sociale hervormingen doorgevoerd. Daarnaast kwamen er grote publieke werken tot stand om de werkloosheid te verkleinen. De voorzitter van de socialistische vakbond UGT, Francisco Largo Caballero, werd adviseur inzake arbeidszaken. De UGT werd tevens de enige toegestane vakbond.

De kritiek tegen zijn regime nam echter toe. Niet alleen de democraten en republikeinen bestreden zijn regime, maar ook binnen de junta zelf nam het ongenoegen over Primo de Rivera's beleid toe. In januari 1930 trad Primo de Rivera af en werd generaal Dámaso Berenguer premier. Hij vestigde zich daarna in Frankrijk.

Zijn zonen Miguel Primo de Rivera y Saénz Heredia, José Antonio Primo de Rivera (oprichter Spaanse Falange), Ferdinand Primo de Rivera en dochter Pilar Primo de Rivera (oprichtster Sección Feminina binnen de Falange), speelden een belangrijke rol tijdens de franquistische militaire dictatuur in Spanje.

Zie ook

Voorganger:
Manuel García Prieto
Premier van Spanje
1923-1930
Opvolger:
Dámaso Berenguer
Zie de categorie Miguel Primo de Rivera van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.