Menselijk ras

De indeling van de mensheid in verschillende menselijke rassen is in de antropologie de groepering van mensen in verschillende categorieën op basis van uiterlijke en genetische kenmerken. In het verleden werd de term ook in de biologie gebruikt. Biologisch gezien bestaan er naar hedendaagse inzichten binnen de soort Homo sapiens echter geen rassen[1][2][3] en gelden dergelijke indelingen in de wetenschap als verouderd.

Egyptische voorstelling van verschillende personen met een verschillend uiterlijk

Achtergrond

In de antropologie sprak men, met name in navolging van het werk van Johann Friedrich Blumenbach (1752-1840), over "menselijke rassen". Blumenbach bedacht ook de namen Kaukasisch (vaak Europide of blanke ras genoemd), mongoloïde, Amerikaans en Ethiopisch (later negroïde), die alleen op geografische en fenotypische eigenschappen zijn gebaseerd. Arthur de Gobineau (1816 - 1882) schreef in het midden van de negentiende eeuw Essai sur l'inégalité des races humaines (Nederlands: 'Verhandeling over de ongelijkheid van de menselijke rassen'), een werk over de ongelijkheid van de mens. Volgens de rassentheorie die de Gobineau beschreef was er sprake van een wit ras dat superieur was aan de andere twee rassen, het negroïde en het mongoloïde ras. Door rassenvermenging zou in zijn ogen het menselijke soort degenereren.

Begrip

Illustratie uit 1796 van William Blake. Drie continenten (van links naar rechts: Afrika, Europa, Amerika) worden telkens voorgesteld door een lid van een menselijk ras

Het begrip "menselijk ras" is in Europa sinds de opkomst van nazi-Duitsland uiterst beladen. Het idee van raciale superioriteit is niet door de nazi's uitgevonden; het was zowel in tsaristisch Rusland als in de westerse koloniale mogendheden in de loop van de 19e eeuw gemeengoed geworden. Een dergelijke beoordeling van mensen op basis van hun ras wordt tegenwoordig in de westerse wereld algemeen veroordeeld als racisme. Een verwant begrip is rassensegregatie, waarbij iemands ras of etnische achtergrond beïnvloedt welke rechten hij heeft. In de 20e eeuw kwam rassensegregatie, gesanctioneerd en gestimuleerd door de overheid, in diverse samenlevingen voor, zoals Zuid-Afrika, Duitsland en de Verenigde Staten. Sociale segregatie komt nog steeds voor.

De beladenheid van het begrip menselijk ras is deels toe te schrijven aan de extreme consequenties die er in nazi-Duitsland uit getrokken werden, namelijk dat bepaalde "minderwaardige rassen" ("rassisch minderwertig"[4]) uitgeroeid moeten worden. Het trauma van de Holocaust speelt buiten de westerse wereld echter veel minder. In India is het in huwelijksadvertenties niet ongebruikelijk reclame te maken met een lichte huidskleur; Ian Buruma constateerde rond 1991[5] dat Japanners volop denken in raciale termen over internationale en historische kwesties. De arabist Marcel Kurpershoek kwam er tijdens zijn veldwerk onder nomaden in Saoedi-Arabië achter dat hij als schoonzoon goed zou scoren met zijn erfelijk bepaalde inbreng.[6]

Relativiteit van het begrip menselijk ras

Kaart uit Meyers Konversations-Lexikon (1885-90) met indeling van Hongaren, Finnen, indianen en Turkse volkeren bij het "mongoloïde ras" en de Perzen, Semieten en Hamieten bij het "Kaukasische ras".
Kaart van Lothrop Stoddard (1920) met de verspreiding van menselijk rassen. De kaart toont de rassen van de wereld gespecificeerd naar huidskleur: blank (legendakleur rood), zwart (legendakleur grijs), geel, bruin en rood (legendakleur oranje) en gebieden met gemengd zwarte en blanke bevolking (legendakleur paars).

Een groot probleem met de indeling van bevolkingsgroepen in rassen is de onnauwkeurigheid ervan. Van sommige bevolkingsgroepen is de komaf niet duidelijk, en vrijwel alle groepen hebben zich in meer of mindere mate vermengd in de loop van de geschiedenis. Een tweede probleem is dat de grenzen tussen de vermeende rassen soms heel anders komen te liggen wanneer naar andere dan uiterlijke eigenschappen gekeken wordt. In het bijzonder heeft de wetenschap aangetoond dat tussen negroïde bevolkingsgroepen een grote genetische diversiteit aanwezig is.

In de geschiedenis is het rassenbegrip vaak aangepast aan de wensen van de heersende macht. Soms werden hiervoor pseudowetenschappelijke argumenten gebruikt.

De Nederlandse grondwet gebruikt het woord "ras" als zijnde een oneigenlijke grond voor discriminatie.[7]

Juridische betekenis

In (trans)nationale wetgeving en internationale verdragen wordt veelal het bestaan van verschillende menselijke rassen bij voorbaat uitgesloten en verworpen.[8] Toch wordt het woord 'ras' vaak wel genoemd bij de gronden waarop discriminatie onwenselijk of verboden is, zonder dat daarmee rassentheorieën worden onderschreven. Dit wordt gedaan om te verzekeren dat personen die in het algemeen (en foutief) worden toegeschreven aan een "ander ras", niet buiten de beschermingen van zulke verdragen en wetten vallen.[9]

In juridische zin wordt het woord 'ras' uitgelegd op basis van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie uit 1966, als een term die in ieder geval het vermeende ras, huidskleur, afkomst en nationale of etnische afstamming van een bepaalde groep omvat.[10] In het Nederlands strafrecht zijn daarom sommige uitingsdelicten, waaronder groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie, van toepassing op groepen met een bepaalde afkomst of etniciteit.[11]

Genografie

De Italiaanse wetenschapper Luigi Luca Cavalli-Sforza (1922-2018) kwam na uitgebreid genetisch onderzoek aan het menselijk haploïde DNA tot de conclusie dat er genetische verschillen bestaan tussen de veronderstelde rassen. Elk volk heeft met de zogenaamde haplogroepen eigen genetische kenmerken. Hij concludeert onder meer dat de Nederlanders genetisch het meest verwant zijn met de Denen, gevolgd door de Engelsen. De naaste verwanten van de Belgen zijn de Duitsers, Zwitsers en Oostenrijkers. Met het onderzoek kon Cavalli-Sforza een stamboom opstellen met de meest waarschijnlijke verwantschap tussen volkeren en de migraties van de moderne mens in de laatste 150.000 jaar. Zijn beeld van de migraties komt overeen met dat van de paleontologie.

In het boek 'The History and Geography of Human Genes' (1994) onderscheidt Cavalli-Sforza acht hoofdrassen: Zwart-Afrika, Kaukasisch, Noordoost-Azië, Arctica (Noordpoolgebied), Amerika, Zuidoost-Azië, Stille Oceaan en Australië. De zeven niet-zwarte rassen hebben een relatief grote verwantschap en het ras in Zwart-Afrika staat genetisch het verst weg van de andere zeven rassen. Na de uitgave van het boek brak er een storm van verontwaardiging los. Inmiddels is de genografie een jonge tak van wetenschap die onderzoek doet naar de afstammingsgeschiedenis van de mens.

Het kan in een aantal contexten wel degelijk zinvol zijn om aan te geven wat de etnische achtergrond van een persoon is:

  • Medicijnen werken soms anders bij mensen van verschillende herkomst.
  • Vele ziekten hebben een verschillende kans om voor te komen bij mensen van verschillende herkomst. (De resistentieontwikkeling bij mensen is een evolutionair proces waarbij aanraking met een ziekte, en dus de geografische locaties van de voorouders een grote rol spelen. Een goed voorbeeld in de geschiedenis is bijvoorbeeld de teloorgang van het Incarijk veelal door toedoen van epidemieën van ziekten die door Europeanen naar Zuid-Amerika werden gebracht.)
  • Sommige erfelijke eigenschappen komen in de ene groep (NB: een groep kan een zeer variabele grootte hebben, van een geïsoleerde gemeenschap in Noord-Zweden tot heel het Incarijk) vaker voor dan in een andere.
  • De culturele identiteit wordt vaak ook door een persoon zelf ontleend aan de etnische achtergrond.
  • De vraag naar cosmetische producten hangt sterk af van huidskleur en haartype.[12]

Zie ook

Zie de categorie Race van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.