Rassensegregatie

Rassensegregatie of rassenscheiding is een wettelijke regeling waarbij groepen mensen van elkaar afgescheiden worden op grond van hun vooronderstelde ras. Deze segregatie kan geografisch van aard zijn, maar wordt vaak doorgevoerd door middel van aparte faciliteiten (zoals scholen) en wetgeving voor de verschillende groepen binnen de samenleving.

Bord in de Verenigde Staten uit 1943

Hoewel vele culturen rassenscheiding toepasten binnen hun maatschappij, was het geen algemeen verschijnsel. Multiculturele samenlevingen zoals het Romeinse Rijk stonden bekend vanwege hun verwerping van segregatie. De meeste hedendaagse samenlevingen verbieden racisme door middel van burgerrechten of keuren het af.

Naar gebied

Nazi-Duitsland

Ten tijde van het nazistische bewind in Duitsland werden de Rassenwetten van Neurenberg aangenomen, die Joden in de jaren 30 tot een afgescheiden bevolkingsgroep maakten. Vanaf toen was het voor Joden ("Untermenschen") verboden met Arische Duitsers ("Übermenschen") te trouwen. De overheid van Polen na de bezetting van 1 september 1939 verdeelde haar bevolking op in een aantal groepen, elk met hun eigen rechten, voedselbonnen, openbaar vervoer en uitgaansgelegenheden. De hiërarchie was als volgt:

  1. Duitse staatsburgers (Reichsdeutsche)
  2. Duitsers van buiten Duitsland (Volksdeutsche)
  3. Aangetrouwde Duitsers (waaronder veel etnische Polen)
  4. Oekraïners
  5. Hooglanders (Goralen)
  6. Polen
  7. Joden

Tot het einde van het nazibewind moesten Joden en Roma gele linten of andere herkenningstekens dragen, zoals de Jodenster. Joodse doktoren mochten geen ariërs onderwijzen of behandelen als patiënt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende bevolkingsgroepen die als Untermenschen waren geclassificeerd naar concentratiekampen gestuurd en systematisch vermoord.

Verenigde Staten van Amerika

In de Verenigde Staten ontstond na de afschaffing van de slavernij een lange traditie van rassenscheiding, die geregeld werd door de zogenaamde Jim Crow-wetten. Wetgeving die de afstammelingen van de Afrikaanse slaven beperkingen oplegde werd ingevoerd in de decennia na de Amerikaanse Burgeroorlog, met name in de zuidelijke staten. Daar moesten zwarten op veel plekken gebruikmaken van aparte restaurants, openbare toiletten en scholen. Er waren zelfs steden, de zgn. sunset cities, waar het zwarte personeel overdag niet kon worden gemist, maar waar het voor zonsondergang de stad moest hebben verlaten. Tot in de jaren 50 konden welvarende voorsteden zoals Beverly Hills en Bel Air zwarten (en ook Joden) verbieden zich aldaar te vestigen vanwege 'beperkende' wetgeving (Exclusionary covenants).

In het leger werden tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst zwarte soldaten opgenomen, ingedeeld in aparte divisies. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden 125.000 zwarte soldaten overzee ingezet, maar liefst niet aan het front. De meeste zwarte soldaten deden dienst als vrachtwagenchauffeur of stuwadoor. Na de Tweede Wereldoorlog werd de roep van Afro-Amerikanen om afschaffing van de rassenscheiding steeds luider. President Harry S. Truman tekende in 1948 een wet die segregatie in het leger beëindigde.

Burgerrechtenactivisten zoals Rosa Parks en Martin Luther King, de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging en organisaties als de National Association for the Advancement of Colored People probeerden de wettelijk vastgelegde rassenscheiding af te schaffen; dit lukte uiteindelijk in 1964, toen met de Civil Rights Act alle segregatie werd verboden. In theorie hebben alle Amerikaanse staatsburgers tegenwoordig recht op dezelfde faciliteiten als ieder ander.

Hoewel het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten in de zaak Brown vs. Board of Education in 1954 segregatie op openbare scholen verbood, zijn nog niet alle scheidende wetten herschreven. De Grondwet van Alabama stelt nog steeds dat "Aparte scholen zullen worden opgericht voor blanke en zwarte kinderen, en geen kind van het ene ras is toegestaan naar een school van het andere ras te gaan". Deze wetgeving kan echter niet meer in de praktijk worden gebracht.

Een zestiental staten kenden zelfs wetten die het verboden dat een zwarte met een blanke trouwde. De blanke Richard Loving en zijn zwarte vriendin Mildred Jeter, die in Virginia woonden, trachtten in 1958 dit verbod te omzeilen door in Washington, D.C. te huwen, waar het verbod niet gold. Bij terugkeer werden ze echter opgepakt, berecht en veroordeeld tot gevangenisstraf of vertrek uit Virginia. Ze verhuisden naar D.C. Hun zaak kwam uiteindelijk in 1967 voor het Supreme Court in Washington, dat alle staatswetten die belemmeringen oplegden aan gemengde huwelijken, in strijd met de grondwet verklaarde.

Zuid-Afrika

Van 1948 tot 1990, bestond in Zuid-Afrika de apartheid. De blanke regering, die maar een klein deel van de bevolking vertegenwoordigde, bouwde aan een strikt doorgevoerde rassenscheiding. Zwarten mochten alleen van bepaalde parken en stranden gebruikmaken, moesten reizen in gescheiden openbaarvervoersfaciliteiten en mochten op veel plaatsen niet wonen of werken. In resolutie 556 noemde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de apartheid een "misdaad tegen de menselijkheid".

Naslagwerk

  • Betty Dobratz en Stephanie Shanks-Meile, White Power, White Pride!: the Separatist Movement in the United States; Hopkins University Press, 2001, ISBN 0801865379
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.