Meerkoet

De meerkoet (Fulica atra) behoort tot de familie van de rallen, koeten en waterhoentjes (Rallidae) en het geslacht koeten (Fulica).

Meerkoet
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2015)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Gruiformes (Kraanvogelachtigen)
Familie:Rallidae (Rallen, koeten en waterhoentjes)
Geslacht:Fulica (Koeten)
Soort
Fulica atra
Linnaeus, 1758
Meerkoet met jongen
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Meerkoet op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Uiterlijke kenmerken

De vogel wordt 32 tot 42 centimeter groot en 585 tot 1100 gram zwaar. De veren zijn geheel zwart, de snavel en voorhoofdsschild zijn wit en de ogen zijn rood. De meerkoet heeft grote blauwgroene poten met gespreide zwemlobben. Beide geslachten hebben hetzelfde uiterlijk.

Leefwijze

De meerkoet duikt veel, met name bij het zoeken naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, maar hij verplaatst zich liever rennend over het water. Ook bij het opstijgen uit het water wordt eerst een stuk rennend afgelegd. Bij migratie, die meestal 's nachts plaatsvindt, kan hij echter grote afstanden afleggen.

De meerkoet is een omnivoor, die zich hoofdzakelijk voedt met waterplanten, weekdiertjes en waterinsecten. Ook worden zaden, gras en bessen gegeten. De meerkoet is monogaam.

Voortplanting

Nest met wat oudere jongen
Kuiken

Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen. De jongen worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoeken), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen. Een meerkoet wordt gemiddeld tien jaar oud.

Verspreiding

 broedgebied

 gebied standvogels

 overwinteringsgebied

De meerkoet is te vinden op grote wateren, plassen en meren, maar ook in parken, grachten en sloten. Hij komt voor in Europa, Noord-Afrika, Azië en Australië. In Nederland is het een algemene broedvogel - in 2015 waren er 140.000 broedparen. Ook in Vlaanderen is de vogel zeer algemeen. Buiten de broedtijd komen er grote groepen doortrekkers en wintergasten voor. De meerkoet wordt ook wel 'waterkip' genoemd.

Ondersoorten

De soort telt 3 ondersoorten:

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.