Maria Christina van Oostenrijk (1574–1621)

Ze was een dochter van aartshertog Karel II van Binnen-Oostenrijk, uit diens huwelijk met Maria Anna van Beieren, dochter van de Beierse hertog Albrecht V. Op twintigjarige leeftijd trad ze op 6 augustus 1595 in Gyulafehérvár in het huwelijk met de Zevenburgse vorst Sigismund Báthory. Dit huwelijk betekende een groot politiek aanzien voor Sigismund, omdat hij zich als vazal van het Ottomaanse Rijk hechter aan de Habsburgse monarchie bond. Keizer Rudolf II benoemde Sigismund bovendien tot rijksvorst. Sigismund liet zijn bezittingen aan Oostenrijk na, moest hij zonder nakomelingen sterven. Deze regeling werd in januari 1595 door de Zevenburgse Landdag bekrachtigd.

Dit ongelukkige huwelijk, dat klaarblijkelijk nooit werd geconsummeerd, werd in 1599 geannuleerd door paus Clemens VIII. In 1607 trad ze samen met haar zus Eleonore toe tot het vrouwenklooster in Hall in Tirol, waar ze in 1612 moeder-overste werd.