Maria Aleksandrovna van Rusland
Groothertogin Maria Aleksandrovna van Rusland (Russisch: Мария Александровна Рома́новa) (Tsarskoje Selo, 17 oktober 1853 – Zürich, 24 oktober 1920), Groothertogin van Rusland, Hertogin Gemalin van Saksen-Coburg en Gotha, Hertogin van Edinburgh was de dochter van Keizer Alexander II van Rusland en diens echtgenote Keizerin Marie Alexandrovna. Maria trouwde met Prins Alfred van het Verenigd Koninkrijk, de zoon van Koningin Victoria I van het Verenigd Koninkrijk en prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha.
Groothertogin Maria Aleksandrovna
| ||
1853-1920 | ||
Hertogin-gemalin van Saksen-Coburg en Gotha | ||
Periode | 22 augustus 1893 - 30 juli 1900 | |
Geboren | 17 oktober [[[Oude Stijl en Nieuwe Stijl|O.S.]] 5 oktober] 1853 Tsarskoje Selo | |
Overleden | 24 oktober 1920 Zürich | |
Vader | Keizer Alexander II van Rusland | |
Moeder | Prinses Marie van Hessen | |
Dynastie | Romanov | |
Partner | Prins Alfred I, Hertog van Saksen-Coburg en Gotha | |
Kinderen | Prins Alfred, Erfelijke Hertog van Saksen-Coburg en Gotha Koningin Marie, Koningin Gemalin van Roemenië Kroonprinses Victoria Melita Fjodorovna van Rusland Prinses Alexandra, Prinses van Hohenlohe-Langenburg Prinses Beatrice, Hertogin van Galliera |
Jeugd
Grootvorstin Maria Aleksandrovna werd op 17 oktober 1853 in de Russische stad Tsarskoje Selo geboren als het zesde kind en de enige levende dochter van tsaar Alexander II van Rusland en diens echtgenote Marie van Hessen-Darmstadt, de dochter van groothertog Lodewijk II van Hessen-Darmstadt en diens echtgenote Wilhelmina van Baden. Haar vader werd in 1881 gedood door een bomaanslag. Marie Aleksandrovna was de tante van de latere tsaar Nicolaas II, die in 1918 werd vermoord. Haar broer, grootvorst Sergej, kwam in 1905 om het leven tijdens een bomaanslag in Moskou, en een andere broer, grootvorst Paul werd in 1919 doodgeschoten in Sint-Petersburg. Daarnaast had ze nog vier oudere broers: grootvorst Nikolaj (1843-1865), was verloofd met Dagmar van Denemarken, stierf onverwachts in 1865. Grootvorst Aleksandr (1845-1894), huwde Dagmar van Denemarken (Maria Fjodorovna), werd als Aleksandr III tsaar van Rusland in 1881. Grootvorst Vladimir (1847-1909), huwde Marie van Mecklenburg-Schwerin. En grootvorst Aleksej (1850-1908). Ook had ze een oudere zus, de jong overleden Alexandra (1842-1849).
Huwelijk
Grootvorstin Maria Aleksandrovna trouwde op 23 maart 1874 in het Winterpaleis, Sint-Petersburg, met de marinier Alfred, hertog van Edinburgh, de tweede zoon van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Het was geen gelukkig huwelijk en Maria werd door de Londense society te arrogant bevonden. Bovendien stond Maria's vader erop dat zij niet de titel “Hare Koninklijke Hoogheid de Hertogin van Edinburgh” gebruikte, maar “Hare Keizerlijke Hoogheid de Hertogin van Edinburgh”, en dat zij als dochter van de Russische tsaar hoger in rang werd gerekend dan de toenmalige Prinses van Wales, prinses Alexandra van Denemarken. Dit maakte koningin Victoria woedend. Na haar huwelijk werd Maria Aleksandrovna dan ook afwisselend “Hare Koninklijke Hoogheid”, “Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid” en “Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid” genoemd.
Hertogin van Saksen-Coburg-Gotha
Toen Alfreds oom, hertog Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, op 2 augustus 1893 kinderloos stierf, kwam het dubbelhertogdom Saksen-Coburg en Gotha aan Alfred toe. Zijn oudere broer Eduard had van de troonopvolging afgezien. Alfred trad terug uit de marine, legde zijn lidmaatschap van het Hogerhuis en de Privy Council neer, maar behield zijn Britse ereambten en titels. Hij gaf zijn apanage terug, maar behield de jaarlijkse £10.000 die hij sinds zijn huwelijk ontving om zijn Londense residentie Clarence House te onderhouden. Doordat Alfred de troon van het hertogdom besteeg, kreeg Maria Aleksandrovna de (soevereine) titel “Hertogin van Saksen-Coburg-Gotha”, waardoor ze hoger in rang stond dan haar schoonzussen.
Overlijden
In 1899 raakte de zoon van Marie en Alfred, Prins Prins Alfred, betrokken bij een schandaal met zijn minnares, waardoor hij tijdens het vijfentwintigjarige huwelijk van zijn ouders zelfmoord probeerde te plegen. Dit mislukte echter, waarop zijn ouders hem naar het kuuroord in de Oostenrijkse stad Meran stuurde. Daar stierf hij echter twee weken later op 6 juli.
Een jaar later stierf Alfred aan keelkanker op Schloss Rosenau in Coburg. Hij werd naast zijn zoon bijgezet in het hertogelijke mausoleum buiten Coburg bijgezet. Alfred werd als Hertog van Saksen-Coburg en Gotha opgevolgd door Prins Charles Edward, Hertog van Albany de postume zoon van zijn jongere broer Prins Leopold, Hertog van Albany en zijn vrouw Prinses Helena van Waldeck-Pyrmont (tante van moederszijde van Koningin Wilhelmina I der Nederlanden).
Maria stierf twintig jaar na haar echtgenoot in Zürich, en werd bijgezet in het hertogelijke mausoleum bij Coburg.
Kinderen
Maria en Alfred kregen zes kinderen:
- Alfred ("Young Alfie") (1874 – 1899)
- Marie ("Missy") (1875 – 1938), gehuwd met Koning Ferdinand I van Roemenië
- Victoria Melita ("Ducky") (1876 – 1936), gehuwd met Groothertog Ernst Lodewijk I, Groothertog van Hessen en later met Kroonprins Kirill Vladimirovitsj van Rusland
- Alexandra ("Sandra ") (1878 – 1942), gehuwd met Prins Ernst, 7e Prins van Hohenlohe-Langenburg
- Doodgeboren kind (1879)
- Beatrice ("Baby Bee") (1884 – 1966), gehuwd met Infante Alfons d'Orléans-Borbón van Spanje, 7e Hertog van Galliera
Titels
De volgende titels heeft Maria Aleksandrovna gedragen:
- Hare Keizerlijke Hoogheid Grootvorstin Maria Aleksandrovna van Rusland
- Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh / Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh / Hare Koninklijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh
- Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Hertogin van Saksen-Coburg en Gotha
- Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Douairière Hertogin van Saksen-Coburg en Gotha
Zie de categorie Maria Alexandrovna (Duchess of Edinburgh) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |