Clarence House

Het gebouw is in 1827 onder leiding van de Britse architect John Nash gebouwd voor William IV, destijds de Hertog van Clarence. In de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog diende het als hoofdkantoor van onder meer het Rode Kruis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het Clarence House geleden onder de vijandelijke bombardementen.

Na de oorlog is het grondig gerenoveerd en werd het bewoond door Prinses Elizabeth en haar echtgenoot. In 1950 werd de Princess Royal hier geboren. Toen Koning George VI overleed, trok Queen Elizabeth the Queen Mother samen met haar jongste dochter in Clarence House[1]. Sinds ze weduwe werd, was dit haar officiële residentie. Na haar dood werden stukken uit haar kunstverzameling ondergebracht in de Koninklijke verzameling, en werden er werken uitgevoerd voor de Prins van Wales. Prins Charles betrok het vier verdiepingen tellende gebouw in 2003. Het is nu de officiële residentie van de Prins van Wales. In de Metonymie wordt Clarence House gebruikt als verwijzing naar de Dienst van de Prins van Wales en de Hertogin van Cornwall. Zij beheren de Stichtingen en het Hertogdom van Cornwall, die de inkomsten zijn van de kroonprins. In de tuin plantte de Dalai Lama op uitnodiging een boom.

Na de dood van de Queen-mum besloot het Britse hof om haar 2 residenties (Clarence House en Mey Castle) openbaar te maken. Sinds 2003 is het ook mogelijk het Clarence House te bezoeken tijdens de zomer, als de Prins van Wales niet in residentie is.