Hertogdom Saksen-Coburg en Gotha

Het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha was een in personele unie verenigde staat bestaande uit de Ernestijnse hertogdommen Saksen-Coburg en Saksen-Gotha die bestond van 1826 tot 1918. De hoofdsteden ervan waren Coburg en Gotha.

Hertogdom Saksen-Coburg en Gotha
Lid van de Duitse Bond (1826-1866)
Lid van de Noord-Duitse Bond (1866-1871)
Staat in het Duitse Keizerrijk (1871-1918)

 
 
1826 – 1918  
 
Symbolen
(Details) (Details)
Kaart
Algemene gegevens
HoofdstadCoburg en Gotha
Oppervlakte562 km² (Coburg), 1415 km² (Gotha)
Bevolking174.339 (1871), 242.292 (1905)
TalenDuits
ReligieLutheranisme
MunteenheidMark
KentekenCG
Politieke gegevens
RegeringsvormMonarchie
StaatshoofdHertog
DynastieHuis Saksen-Coburg en Gotha (Huis Wettin)
Bondsraad1 stem
Portaal    Duitsland

Geschiedenis

De staat ontstond toen Frederik August I van Saksen in 1826 de Ernstijnse hertogdommen opnieuw indeelde. Na het uitsterven van de linie Saksen-Gotha-Altenburg ruilde de hertog van Saksen-Hildburghausen zijn hertogdom met Saksen-Altenburg. De linie Saksen-Meiningen verkreeg Saksen-Hildburghausen, het Saalfeldse deel van Saksen-Coburg-Saalfeld en het district Themar. Saksen-Coburg-Saalfeld kreeg hiervoor in ruil Saksen-Gotha en van Saksen-Hildburghausen de districten Königsberg en Sonnefeld.

Tot de staat behoorde ook het vorstendom Lichtenberg, dat hertog Ernst I na het Congres van Wenen in 1816 uit erkentelijkheid had ontvangen. Het vorstendom werd in verband met de grote afstand tot Coburg en de onrust na het Hambacher Fest in 1834 aan Pruisen verkocht.

Coburg en Gotha bleven formeel twee staten die in personele unie door één vorst werden geregeerd. Men verzuimde in 1826 de twee tot één staat samen te smeden. Latere pogingen hiertoe mislukten, in 1867 omdat de Gothase landdag de Coburgse schulden niet wilde overnemen en in 1872 toen de samenvoegingskwestie met het domeinenvraagstuk werd verbonden.

Saksen-Coburg en Gotha trad in 1834 toe tot de Zollverein, in 1866 tot de Noord-Duitse Bond en in 1871 tot het Duitse Keizerrijk. Als dubbelhertogdom bezat het in de Bondsraad te Berlijn echter maar één stem.

Hertog Karel Eduard deed in de Novemberrevolutie van 1918 troonsafstand. De staat viel nu uiteen in de vrijstaat Gotha en de vrijstaat Coburg. Deze laatste werd na een referendum in 1919 verenigd met Beieren, Gotha ging datzelfde jaar op in Thüringen.

Hertogen

Territorium

Saksen-Coburg en Gotha bestond uit het hertogdom Saksen-Coburg en noordelijk daarvan het hertogdom Saksen-Gotha. De twee staten werden van elkaar gescheiden door delen van Pruisen en Saksen-Meiningen. Daarnaast behoorden tot beide hertogdommen verschillende exclaves in vreemd gebied.

België en Saksen-Coburg en Gotha

Toen België in 1830 onafhankelijk werd moest er een koning worden gevonden. Uiteindelijk vond men de jongere broer van hertog Ernst I van Saksen-Coburg-Gotha, Leopold, bereid de kroon te aanvaarden. Hij legde op 21 juli 1831 de eed af als koning Leopold I.

In 1920 besloot koning Albert I de titel hertog van Saksen en de familienaam Saksen-Coburg-Gotha niet meer te gebruiken vanwege de wandaden die Duitse troepen in de Eerste Wereldoorlog in België hadden gepleegd. Het Belgische koninklijk huis heet sindsdien officieel van België.

Deelgebieden

Hertogdom Saksen-Gotha

  • Oppervlakte: 1415 km²
  • Bevolking: 141.446 (1885), 182.359 (1910)
  • Steden: Gotha, Zella St. Blasii, Ohrdruf, Waltershausen
  • Exclaves: Volkenroda, Körner, Klein-Keula, Menteroda, Hohenbergen, Pöthen, Obermehlen, Nazza, Ebenshausen, Frankenroda, Hallungen, Neukirchen, Lauterbach, Werningshausen, Neuroda, Trassdorf, Kettmannshausen

Hertogdom Saksen-Coburg

Vorstendom Lichtenberg (tot 1834)

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.