Marcellus Bles
Marcellus Bles (Tilburg, 9 juni 1715 - Moergestel, 3 november 1797) was koopman bij de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), geldschieter voor Tilburgse industriëlen en vanaf 1761 ook heer van Moergestel en eigenaar van Kasteel Nieuwenhof aldaar.
Ouders
De familie Bles was een hervormde familie. Marcellus was zoon van Govert Bles (Wijchen, 1675 - Tilburg, 1747) en Arnolda Cloostermans. Diens ouders, Marcellus Bles sr. en Maria Wassenbergh, trokken in 1680 naar Udenhout en vervolgens naar Helvoirt. Dit deden zij om in het zuiden openbare functies te vervullen die toen aan protestanten waren voorbehouden. Marcellus sr. werd vorster te Helvoirt.
Govert trok in 1699 naar Tilburg, en was daar ouderling, klerk ter gemeentesecretarie, en schepen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, waaronder oudste zoon Marcellus en jongste zoon Cornelis.
Oostindiëvaart
Op 12 februari 1736 voer Marcellus met de Noordwaddingsveen naar Batavia, alwaar hij op 25 augustus van hetzelfde jaar aankwam. Daar trad hij als onderkoopman in dienst van de VOC. Juni 1744 reisde hij van Batavia naar Ceylon, waar hij werkzaam was als secretaris van het gouvernement. Te Colombo trouwde hij op 24 december 1747 met Anna Maria de Caauw. Het echtpaar kreeg zes kinderen die allen in Ceylon geboren werden. In de koloniën vergaarde Marcellus een aanzienlijk kapitaal en ook op het kantoor van de VOC te Amsterdam werd geld van hem geïnd door zijn moeder.
Omstreeks 1755 verhuisde Marcellus naar Quilon in het huidige India, waar hij tot 15 januari 1758 werkte. Zijn vrouw was toen mogelijk al gestorven. Met de "Overnes" voer hij terug naar Amsterdam en inde daar op 6 juli 1759 nog een bedrag van bijna 5000 gulden dat hij nog tegoed had.
Tilburg en Moergestel
Op 5 juni 1761 kocht Marcellus voor 4150 gulden het Kasteel Nieuwenhof te Moergestel, ofwel seekere Casteel off Heeren Huijsinge, van outs genaamt Nieuwenhoff met schuur, stallinge, schop, hof en aangelag. Voorwaarde was wel dat hij bij off ontrent het voorn. kasteel sal hebben doen bouwen eene boere huijsinge met stal, schuur, schop en verdere noodwendigheeden bequaam in ordre en bewoonbaar, om de verkoper, Jacobus Schoonus, van het kasteel in te huisvesten. Aldus werd Marcellus heer van Moergestel. Het kopen van een heerlijkheid door een protestantse koopman kwam in Noord-Brabant veelvuldig voor.
Marcellus speelde verder een rol als geldschieter voor de opkomende Tilburgse textielindustrie. Zo leenden zij aan de door Martinus van Dooren en Gerardus Dams in 1783 opgerichte textielfirma Van Dooren & Dams een bedrag van 4000 gulden. Mogelijk is dit bedrag gebruikt voor de bouw van een volmolen, die in 1799 in gebruik werd genomen. Marcellus was enkele jaren daarvoor al overleden.