Lijst van liedjes in Nederlands volkslied

Dit is de lijst van liedjes in de liedbundel Nederlands volkslied. De bundel is samengesteld door Jop Pollmann (1902-1972) en Piet Tiggers (1891-1968). Het liedboek verscheen voor het eerst in 1941, werd 19 keer herdrukt (laatste druk 1977), waarbij ongeveer een half miljoen exemplaren van de bundel werden verkocht.

In onderstaande lijst zijn liederen opgenomen die in deze liedbundel hebben gestaan. In de lijst worden drie edities met elkaar vergeleken: de uitgaven van 1941 (1e druk), 1956 (10e druk) en 1977 (19e druk). De incipit en titel zijn overgenomen uit de oudst mogelijke druk.

De liedjes staan in de tabel alfabetisch op beginregel (incipit). Door echter op het driehoekje bovenaan een kolom te klikken, kan de lijst naar keuze ook alfabetisch op bijvoorbeeld auteur of componist worden gerangschikt. Door op de kolom van de 1e, 10e of 19e druk te klikken, ontstaat een overzicht van de opgenomen liederen in die betreffende druk (op de volgorde van de uitgave) én van de liederen die niet in die druk voorkomen (op alfabetische volgorde).

Gebruikte edities

  • PollmannTiggers1941
Nederland's volkslied. Liederen en canons verzameld door Jop Pollmann en Piet Tiggers. De Toorts, Haarlem, 1941 (1e druk). Met muzieknotatie, 186 liederen.[1]
  • PollmannTiggers1956
Nederlands volkslied. 282 Nederlandse liederen en canons verzameld en bewerkt door Jop Pollmann en Piet Tiggers. De Toorts, Haarlem, 1956 (10e druk). Met muzieknotatie, 282 liederen.
  • PollmannTiggers1977
Nederlands volkslied. Liederen en canons verzameld door Jop Pollmann en Piet Tiggers. De Toorts, Haarlem, 1977 (19e, herziene druk). Met muzieknotatie en bronvermeldingen.

Liedjes in Nederlands volkslied

Beginregel lied Titel lied Auteur Componist 1941
(1e druk)
1956
(10e druk)
1977
(19e druk)
Bron Bijz.
Ain boer wol noar zien noaber tou, / hai, boer, haiAin boer wol noar zien noaber tou blz 193blz 226blz 261J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947) en P. Groen, 't Grunneger Zangbouk (1958).
Al onder de weg van Maldegem / Daar zat een wuf en sponAl onder de weg van Maldegem -blz 368-
Al van de droge haring willen wij zingen / Ter ere van zijn kopje willen wij springenAl van de droge haring -blz 190blz 280E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Alle die willen naar Island gaan / Om kabeljauw te vangenAlle die willen naar Island gaan blz 32blz 36blz 252E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Alle mijn gepeis doet mij zo wee / Wien zo zal ik klagen mijn verdrietAlle mijn gepeis doet mij zo wee --blz 152Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1559).
Alleluja, de blijden toon / AllelujaAlleluja, de blijden toon -blz 101blz 130Nederlands Volkslied Archief.
Als de groote klokke luidt, de klokke luidt, / De Reuze komt uitAls de groote klokke luidt blz 235blz 167blz 286E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856) en J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
Als d' herders hun schaapjes bewaakten, zo scheen / De stralen te dalen op d' aarde beneênAls d' herders hun schaapjes bewaakten -blz 60-
Als de rombom heeft geslagen / Dat wij marcheeren moeten gaanAls de rombom heeft geslagen blz 202blz 234blz 264J. Kunst, Terschellinger volksleven (1951).
Als wij soldaten t'saam te velde gaan / Trompetten, trommelen zeer lustig slaanAls wij soldaten blz 23blz 345-
Anne Marie, waar ga je naar toe / 'k Ga naar de kaaie om netten te naaienAnne Marie, waar ga je naar toe? blz 185blz 219-Zie ook: 'Wel Anne-Marieken'.
Annemarieke van Vormezele / En zij stoeg met potjes te mertAnnemarieke van Vormezele -blz 370-
Arend Pieter Gijzen met Miewes, Jaap en Leen / en Klaasjen en Kloentjen, die trokken t' zamen heenArend Pieter Gijzen --blz 258G.A. Bredero, Groot lied-boeck (1622). Bron melodie: G. de Coster, Den blompot (1614).
Arge winter, gij zijt koud / vergangen is ons 't groene woudArge winter, gij zijt koud --blz 149Antwerps liedboek. Bron melodie: Handschrift pater Werlin (1640).
Begeertens lust baart altijd kwaad / In goddelooze menschenBegeertens lust baart altijd kwaadValeriusblz 20blz 20-
Bobbejaan klim die berg so haastig en so lustig, BobbejaanBobbejaan klim die berg -blz 356-Zuid-Afrikaans liedje.
Christe, du biste licht ende dach; / Voor di sich niemant verberghen machChriste, du biste licht ende dach blz 104blz 104-
Christus is opgestanden, / Al van de Joden hun handenChristus is opgestanden blz 92blz 96blz 128Nederlands Volkslied Archief.Paaslied.
Curaçao, 'k heb jou zoo menigmaal bekeken, / Maar al jou looze strekenCuraçao blz 246blz 268blz 262De vroolijke speelpop (1730). Bron melodie: P. Groen, 't Grunneger Zangbouk (1958).
Daar boven uit het vensterke, / Daar lag een mooi meisje fijnDaar boven uit het vensterke blz 166blz 212blz 238J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947). Bron melodie: Veurman en Bax, Liederen en dansen uit West-Friesland (1944).
Daar ging een meid om water uit, / Om water wel alzoo laatDaar ging een meid om water uit blz 216blz 183-
Daar gingen twee gespeelkens goed / Zoo verre aan geen groen heideDaar gingen twee gespeelkens blz 138blz 160blz 158Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Daar is een kindje geboren / Op't toppeltje van't huisDaar is een kindje geboren blz 257blz 278blz 281E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Daar kwam een muis gelopen / een muis van alle gelijkDaar kwam een muis gelopen --blz 312J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).
Daar kwam eenen boer van Zwitserland, / Kadee, kadolleke kedaDaar kwam eenen boer van Zwitserland blz 232blz 259blz 268
Daar kwamen drie koningen met een sterr', / Nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen al wijDaar kwamen drie koningen met een sterr' blz 78blz 84blz 110E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).Driekoningenlied.
Daar nu het feest van Pasen is / Wij zingen van Heer Jesu ChristDaar nu het feest van Pasen is -blz 100blz 131Nederlands Volkslied Archief.Paaslied.
Daar staat een klooster in oostenrijk / Het is zoo wel gesierdDaar staat een klooster in Oostenrijk blz 132blz 138blz 166Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Daar vaart een man op zee, / Daar vaart een man op die mosselzeeDaar vaart een man op zee blz 247blz 270blz 320R. Ghesquiere, Meezennestje.
Daar was e wuf die spon / Al op een houten spinnewielDaar was e wuf die spon blz 196blz 231blz 284E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Daar was een sneeuwwit vogeltje, / daar was een sneeuwwit vogeltjeDaar was een sneeuwwit vogeltje blz 122blz 126blz 214J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848) en Handschrift Weimar (1537). Bron melodie: E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Daar was eens een mannetje, dat was niet wijsDaar was eens een mannetje -blz 243-
Daar was laatst een meisje loos, / Die wou gaan varen, Die wou gaan varenDaar was laatst een meisje loos blz 186blz 184blz 226Het vroolijke bleekersmeisje (1810). Bron melodie: D. de Lange, Nederlandsch volksliederenboek (1900).
Daar was lestmaal een kwezelken, die 't al wil verstaan, / Die ware toch zoo geerne naar den hemel gegaanDaar was lestmaal een kwezelken blz 236blz 262blz 292F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).
Daar zat nen uil en spon / al op e zilvren wegeltjeDaar zat nen uil en spon --blz 314 't Daghet in de Oosten IV (1891).
Daar zou een meisje gaan halen wijn / het was 's avonds alzo lateDaar zou een meisje gaan halen wijn --blz 164De vroolijke speelpop (1730). Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Dat ruyterken inder schuren lag, / Van lirum lappumDat ruyterken inder schuren lag blz 178--
De boom die stond in't aardrijk, / Hij groeide al zoo schoonDe boom die stond in 't aardrijk blz 210blz 246-
De boer had maar ene schoen: weinig, genoeg, genoeg, genoegDe boer had maar ene schoen -blz 348blz 270J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947).
De engel komt van boven uit de locht / En heeft de herders eene maar gebrochtDe engel komt van boven uit de locht blz 74blz 71-Kerstlied.
De koekoek die op zijn tuinpaal zatDe koekoek die op zijn tuinpaal zat --blz 248Veurman en Bax, Liederen en dansen uit West-Friesland (1944).
De koekoek op de toren zatDe koekoek op de toren zat -blz 168-
De krepelaar ging wandelen / En hij nam er Ballotje meeDe krepelaar ging wandelen -blz 157blz 310E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
De minne die in mijn hartje leit / En zal niet einden noch stervenDe minne die in mijn hartje leitG.A. Brederoblz 115blz 119blz 188G.A. Bredero, Groot lied-boeck (1622). Bron melodie: Het prieel der gheestelijkcke melodie (1614).
De vastenavond die komt an / Wij zingen: ho man hoDe vastenavond die komt an blz 218blz 140blz 116Tweede Delfs Dupidoos schighje (1656). Bron melodie: Oude en nieuwe Hollantse boeren lieties (1710).Vastenavondlied.
Den uyl, die op den peerboom zat / En boven zijn hoofd daar zat er een katDen uyl blz 208blz 186blz 306F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).
Den winter is een onweerd gast / dat merk ik aan den dageDen winter is een onweerd gast --blz 150Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Des winters als het regent, / Dan zijn de paadjes diep, ja diepDes winters als het regent blz 174blz 172blz 222Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
Die eerste vreucht, die ic ghewan, / Doet mi tot treuren comenDie eerste vreucht blz 110blz 115-
Die nachtegaal die zank een lied, / Dat leerde ikDie nachtegaal die zank een lied blz 114blz 118blz 172Nieu Amstelredams liedtboec (1591). Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Die timmermans hebben een ambacht goed, / Zij hebben een ambacht vol eerenDie timmermans hebben een ambacht goed blz 36--Liedtekst wordt toegeschreven aan J. Pollmann.
Die winter is vergangen / Ik zie des meien schijnDie winter is vergangen -blz 164blz 174Handschrift Weimar (1537). Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Die winter is vergangen, / Ik zie des meis virtuutDie winter is vergangen blz 150blz 198blz 202Antwerps liedboek. Bron melodie: Het luitboek van Thysius (1600).
Dientje, Dientje, je moet naar huis komen / want je man die is ziekDientje, Dientje --blz 244Nederlands Volkslied Archief
Do, do, kindje van de minne / Slaap en doe je oogjes toeDo, do, kindje -blz 51blz 330F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08) en F.F. Delafaille, Geschiedenis van Mechelen (1900).
Doen Dafne, d'overschone maagd / van Apollo haar vlucht nam ten bossewaartDoen Dafne, d'overschone maagd --blz 204J.J. Starter, De Friesche lusthof, (1634).
Draai de wieltjes nog eens om / klap eens in de handjesDraai de wieltjes nog eens om --blz 332M. van Helden, Wij zijn rijk.
Drie schuintamboers, die kwamen uit het OostenDrie schuintamboers -blz 176blz 240
Dubbele Jan die zie de niemeer op de kermis staan / hij is er met zijn wagentje vandoor gegaanDubbele Jan --blz 324Den brembos (1950).
Een kalemanden rok, / een wit mant'lijntjen d'ropEen kalemanden rok blz 250blz 273blz 300E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands (1856).
Een kind geboren in Bethlehem / Verblijdt u alle, JeruzalemEen kind geboren in Bethlehem -blz 328blz 86Handschrift Berlijn (15e eeuw). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).Kerstlied.
Een meisje, dat van Scheveningen kwam, / SangejoEen meisje dat van Scheveningen kwam blz 176blz 179blz 224F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).
Een meisje moest om water gaan / om water moest zij gaanEen meisje moest om water gaan --blz 230L. Lambrechts, Limburgse liederen (1936-37).
Een oud mannetje wilde vrijen / Nooit en keek hij nederwaartEen oud mannetje wilde vrijen -blz 156blz 212E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Een oud pastoor die had een koe / Doch zij werd krank, ik weet niet hoeEen oud pastoor -blz 188-
Een ruitertje jong van jaren / Hij vrijde een meisje zoetEen ruitertje jong van jaren -blz 170-
Een seraphinse tonge / Mij nu wel dient voorwaarEen seraphinse tonge -blz 326blz 98Het prieel der gheestelijcke melodie (1609).
Eens had ik mijn wagen verhuurd en dat aan oude wijvenEens had ik mijn wagen verhuurd --blz 311J. van Vloten, Nederlandsche baker- en kinderrijmen (1894).
Eens naderd' ons van Frankrijk's grens Een troep, / Zij eischten voor hun mager pens La soupeEens naderde ons van Frankrijk's grensJ.Th. van Rijswijckblz 222--
Egidius, waar bestu bleven? / Mij langt na dij, gezelle mijnEgidius, waar bestu bleven? --blz 138Gruuthuse handschrift (ca. 1400).
En als er ons kindeke braaf zal zijn / Dan zullen wij zondag gaan wandelenEn als er ons kindeke -blz 343blz 328
En daar zat eenen uil en spon, willewonEn daar zat eenen uil blz 226blz 254-
En ik ben met mijn Catootje naar de Rozenstraat geweest / En zij kon maken wat zij zagEn ik ben met mijn Catootje -blz 256blz 322
En laat ons nu eens rondgaan, rondgaan / De mensen zouden denken, dat we slapen gaanEn laat ons nu eens rondgaan -blz 365-
En 's avonds is het goed / En 's avonds hebben wij geld bij hopenEn 's avonds -blz 279blz 290E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands (1856) en Handschrift Herentals (18e eeuw).
Er is een kindetje geboren op d'aard, / Er is een kindetje geboren op d'aardEr is een kindetje geboren blz 60blz 62blz 104Lootens en Feys, Chants populaires flamands (1879).Kerstlied.
Er kwam een boer van Leuven, van Leuven kwam een boer / Hij kwam Marieke tegen, Marieke zei bonjourEr kwam een boer van Leuven -blz 191blz 266
Er was een oorlogsschip / Dat was al op een duimpje na gezonken op een klipEr was een oorlogsschip blz 224blz 252blz 318D. de Lange, Nederlandsch volksliederenboek (1900).
Gekwetst ben ik van binnen / Doorwond mijn hart zo zeerGekwetst ben ik van binnen -blz 112blz 154Handschrift Marigen Remen (1540). Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Geldeloos, je doet me pijn, / Al mijn vreugd doe je verdroogenGeldeloos, je doet me pijn blz 34blz 42-
Gelukkig is het land, dat God de Heer beschermtGelukkig is het land -blz 22blz 68A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Gildebroeders, maakt plezieren / Met muziek vroeg ende laatSint Cecilia blz 98blz 108blz 134J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).Sint Cecilia.
'k Heb mijn wagen volgeladen, vol met oude wijven / Toen ze op de marrekt kwamen, begonnen zij te kijven'k Heb mijn wagen volgeladen blz 231blz 280-
'k Heb veel nachten lang gewaakt / Als een ander hield zijn rust'k Heb veel nachtenStarter-blz 122-
Heer Halewijn zong een liedekijn / Al wie dat hoorde wou bij hem zijnHeer Halewijn -blz 141blz 180J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848) en E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Heer, in Uwen name gaan wij t' zeil in zeeHeer, in Uwen name -blz 40blz 66C.L. Denik, Het nieuw Maassluysche hoekertje (1755). Bron melodie: Den singende swaen (1664).Druk 19 (1977) begint bij couplet 'Heer in uwe name heb ik hier de wacht'.
Heer Jesus heeft een hofken daar schoon bloemen staan; / Daarin zoo wil ik plukken gaan, 't is wel gedaanHeer Jesus heeft een hofken blz 102blz 102blz 62Het prieel der gheestelijkcke melodie (1609).
Helpt nu uzelf, zo helpt u God / Uit der tyrannen band en slotHelpt nu uzelf, zo helpt u God -blz 26blz 30
Herders, hij is geboren / In 't midden van den nachtHerders, hij is geboren blz 66blz 68blz 102Liefde-vier in den kerstnacht (1669). Bron melodie: G. Bolognino, Den gheestelycken leeuwercker (1645).Kerstlied.
Here, kere van ons af uw vertorend aangezichtHere, kere van ons af --blz 34A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Het daget in den Oosten, / Het lichtet overalHet daget in den Oosten blz 129blz 134blz 146Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Het komt een schip geladen / Tot aan het hoogste boordHet komt een schip geladen -blz 46blz 73Handschrift Berlijn (15e eeuw). Bron melodie: Andernacher Gesangbuch (1608).
Het paard van de waard in Bolsward / dat heeft maar ene tandHet paard van de waard --blz 272Han van Koert
Het regende zeer end' ik worde nat! / Bij mijnen lief was ik te nachtHet regende zeer blz 126blz 137-
Het viel eens hemels douwe / Voor mijn liefs vensterkijnHet viel eens hemels douwe blz 148blz 196blz 198Antwerps liedboek. Bron melodie: L. van Mechelen, Den bliiden requiem (1631).
Het voer een maagdelijn over Rijn / tsavonds al in der maneschijnHet voer een maagdelijn over Rijn --blz 160Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Het waait een windeken koel uit den oosten / Hoe lustelijk staat dat groene woudHet waait een windeken koel uit den oosten --blz 170Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Het waren negen soldaten / Des morgens vroeg opgestaanHet waren negen soldaten -blz 180-
Het waren twee conincskinderen, / Si hadden malcandren soo lief!Het waren twee conincskinderen blz 141blz 152blz 184J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
Het was een fraai rijk borgerskind / woonachtig binnen LeidenHet was een fraai rijk borgerskind --blz 210Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Het was een kind, zo kleine kind / Een kind van twalef jarenHet was een kind -blz 148blz 143Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: Het prieel der gheestelijcke melodie (1609).
Het was een maged uutverkoren, / Daar Jesus af woude zijn geborenHet was een maged uutverkoren blz 46blz 52blz 72Het prieel der gheestelijcke melodie (1609). Bron melodie: Een devoot ende profitelyck boecxken (1539).Kerstlied.
Het was op ene avond laat / Dat ik gong wandelen al langs de straatHet was op ene avond laat -blz 162-
Het was op enen Maandag / Daarom ben ik zo blijHet was op enen Maandag -blz 340-
Het windeken dat uit het Oosten waait, / Lief, het waait niet tot alle tijdenHet windeken dat uit het Oosten waait blz 140blz 208-
Het zou een jager uit jagen gaan, / Uit jagen zou hij er gaanHet zou een jager uit jagen gaan blz 172blz 166-
Het zou een meisken gaan halen wijn, / Het was 's avonds al zoo lateHet zou een meisken gaan halen wijn blz 154blz 174-
Het zoud' een schamel mersenier / koopmanschepe lerenHet zoud' een schamel mersenier --blz 140Gruuthuse handschrift (ca. 1400).
Hier is onze fiere Pinksterblom / En ik wou hem zo graag er eens wezenHier is onze fiere Pinksterblom -blz 233blz 132J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947).
Hoe kan er een boompje lang bloeien / dat niet geworteld isHoe kan er een boompje lang bloeien --blz 248Nederlands Volkslied Archief.
Hoe leit dit kindeken hier in de kou / Ziet eens hoe alle zijn ledekens bevenHoe leit dit kindeken blz 68blz 70blz 96J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).Kerstlied.
Hoe rij die boere? / Sit, sit, soHoe rij die boere -blz 350-Zuid-Afrikaans liedje.
Hop Marjanneke, stroop in 't pannekeHop Marjanneke --blz 331M. van Helden, Wij zijn rijk.
Ick seg adieu, / Wi twee, wi moeten sceydenIck seg adieu blz 108blz 114blz 176Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Ik ging op enen morgen al door den AerdenhoutIk ging op enen morgen --blz 64Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).
Ik heb de groene straatjes / Zoo dikwijls ten eind gegaanIk heb de groene straatjes blz 194blz 277-
Ik kwam er laatst over die marrekt gegaan / dubbeltjes, dubbeltjes, toverlantaarIk kwam er laatst over die marrekt gegaan --blz 242Nederlands Volkslied Archief.
Ik kwam er lestmaal over bergen en dalen / En ik zag er van verre mijn zoetelief staanIk kwam er lestmaal over bergen en dalen -blz 132-
Ik kwam lest over een berg gegaan, / Taritari, taritaritataIk kwam lest over een berg gegaan blz 200blz 265-
Ik stond op hoge bergen / Ik zag een stenen huisIk stond op hoge bergen -blz 242-
Ik stond op hoge bergen / ik zag ter zeewaart inIk stond op hoge bergen --blz 186Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).
Ik treur om een jonkvrouwe / met alzo groot geklagIk treur om een jonkvrouwe --blz 192Handschrift Buytevest (ca. 1600). Bron melodie: P.L. van der Goes, Druyven-tros der amoureusheyt (1602).
Ik vinde mij bedwongen dat ik zingen moetIk vinde mij bedwongen --blz 213E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Ik voele mij gedrongen, / Dat ik zingen moetIk voele mij gedrongen blz 128blz 207-
Ik voer laatst over zee, wil je mee / Al met een houten lepeltjeIk voer laatst over zee blz 242blz 269blz 316Thirsis minnewit (1735). Bron melodie: D. de Lange, Nederlandsch volksliederenboek (1900).
Ik vrijde een vrouwken alzoo fijn / En droeg haar goede minneIk vrijde een vrouwken alzoo fijn blz 156blz 202-
Ik wil mij gaan vertroosten / In Jesus' lijden grootIk wil mij gaan vertroostenJohannes Brugmanblz 86blz 90blz 124Een devoot ende profitelyck boecxken (1539).
Ik zie die morgensterre / mijns lievekens klaar aanschijnIk zie die morgensterre --blz 162Antwerps liedboek. Bron melodie: Een devoot ende profitelyck boecxken (1539).
In den hemel is eenen dans, / AllelujahIn den hemel is eenen dans blz 100blz 110blz 60E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
In dulci jubilo / Singhet ende weset vroIn dulci jubilo blz 56blz 056blz 82Handschrift Utrecht (1500). Bron melodie: Handschrift Tongeren (1480).Kerstlied.
In een huis, daar woonde niemand in, / Maar vogelkens vlogen daar uit en inHij is van eene maged geboren blz 64blz 66blz 88Een devoot ende profitelyck boecxken (1539).Kerstlied.
In Holland staat een huisIn Holland staat een huis blz 239--
In Jesu name, / Broeders eerzameIn Jesu name blz 75blz 80blz 106Veelderhande schriftuerlijcke liedekens (1587). Bron melodie: Het prieel der gheestelijkcke melodie (1609/1614).Kerstlied.
In Oostland wil ik varen / Mijn blijven is hier niet langIn Oostland wil ik varen -blz 128-
In 't stalleken van Bethlehem / Is dezen nacht geborenIn 't stalleken van Bethlehem blz 70blz 72-Kerstlied.
In 't steedetje van Nazareth / Wel binnen een huizeken kleineIn 't steedetje van Nazareth blz 44blz 48blz 74Lootens en Feys, Chants populaires flamands (1879).Kerstlied.
't Is Sint Anna die komt aan / hé courage viva't Is Sint Anna die komt aan --blz 133E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Jan Hinnerk wahnt up de Lammer, lammerstraatJan Hinnerk blz 228--
Jan de Mulder / met zijnen leren kulderJan de Mulder --blz 288E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Jan Plompaart en zijn wuveke, / Ze stongen e keer vroeg opJan Plompaart blz 243--Latere drukken hebben wel: 'Plomperdje en zijn wijfje'.
Jennemieke, Jennemieke moete naar huis toe gaan / Want Jantje is zo ziekJennemieke -blz 366-
Jeugdig volkje, ras, ras, ras, / Binnen deze murenJeugdig volkje, ras, ras, ras blz 220blz 239blz 114Sparens vreughden-bron (1646).Vastenavondlied.
Kinder swijcht, so mooch di horen, / Ecce mundi gaudiaKinder swijcht, so moochdi horen blz 48blz 53blz 78Handschrift Utrecht (ca. 1500).Kerstlied.
Klare, wat heeft er uw hartje verlept / dat het verdriet in vrolijkheid scheptKlare, wat heeft er uw hartje verlept --blz 196P.C. Hooft, Gedichten. Bron melodie: J. Stalpart van der Wielen, Extractum Catholicum (1631).
Klein, klein Jezuken, / Heb je zulken kou?Klein, klein Jezuken blz 106blz 67-Kerstlied.
Kom nu met zang van zoeten tonen en u met snarenspel verblijdKom nu met zang --blz 32A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Komt hier al bij en hoort dees klucht / Het is van PierlalaPierlala blz 252blz 274blz 296Liedbladen Paemel (19e eeuw) en F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08). Bron melodie: E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Komt hier, gij pronkerd, kijken / Die kostelijk zijt bekleedKomt hier, gij pronkerd, kijken -blz 38-
Komt ons in diepe nacht ter ore / de morgenster is opgegaanKomt ons in diepe nacht ter oreHuub Oosterhuis--blz 94Melodie: Psalm 83.
Komt, vrienden, in het ronden, / Minnaars van eenen stielKomt, vrienden, in het ronden blz 40blz 220blz 254J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).
Laat zang en spel, tamboer en fluit nu klinken tot Gods eerLaat zang en spelValerius--blz 42A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Lestmaal op ene zomerse dag / Maar hoort, wat ik bevalligs zagLestmaal op ene zomerse dag -blz 82-
Mamma, 'k wil een man hê / Watter man, mij lieve kindMamma, 'k wil een man hê -blz 354blz 232Zuid-Afrikaans liedje.
Mane, sterren, nachtplaneten, / Nooit en was uw glans zoo klaarMane, sterren, nachtplaneten blz 72blz 74blz 100J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).Kerstlied.
Maria die zoude naar Bethlehem gaan, / Kersavond voor den noeneMaria die zoude naar Bethlehem gaan blz 50blz 58blz 90J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848), E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856) en Lootens en Feys, Chants populaires flamands (1879). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).Kerstlied.
Maria heeft het boek der profetieën beschouwdMaria heeft het boek -blz 50-
Meiseken jong, mijn maagdeken fier, / Waar staat jouw vaders huizeken hierMeiseken jong blz 160blz 204blz 218J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
Merk toch hoe sterk nu in 't werk zich al steltMerk toch hoe sterkValeriusblz 14blz 14blz 44A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626). Bron melodie: J.J. Starter, De Friesche lusthof (1621).
Mien mouder dij wol mi geven / Een smid al mit geweldWat mout ik mit zoo'n man? blz 168blz 214blz 234J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947).
Mietje Wantj' is altijd ziek / Hele de weke, hele de wekeMietje Wantj' is altijd ziek -blz 258-
Mij Sarie Marais is zo ver van mij hart / Maar 'k hoop haar weer te sienSarie Marais -blz 358-Zuid-Afrikaans liedje.
Mijn hartelijk lief, wel schoon jonkvrouwe / Gij zijt certein mijn lief alleinMijn hartelijk lief -blz 111-
Mijn tijd gaat weg en ik daar met / Mijn leven mag niet durenMijn tijd gaat weg -blz 81-
Mijn vader is een bakker / en een bakkerszoon ben ikMijn vader is een bakker --blz 329F.R. Coers, Liederen van Groot-Nederland (1900-30).
Mitte confitte kom t' avond thuis, / 't Is kermis in mijn streetjeMitte confitte blz 256blz 169blz 295Lootens en Feys, Chants populaires flamands (1879).Kermislied.
Mocht ik, o Zwaantje, eens nevens u badenMocht ik, o Zwaantje -blz 130-
Moeder, ik wil hebben een man / Warme garnars, smorrieMoeder, ik wil hebben een man -blz 364-
Moeke, doar staait 'n vrijer oan de deur / Fikedom, fikedom, fidederidomMoeke, doar staait 'n vrijer -blz 362blz 236P. Groen, 't Grunneger Zangbouk (1958).
Molenaartjes wind is Zuidewind / Van hupsaldera falderaMolenaartjes wind is Zuidewind blz 187blz 223blz 228P. Groen, 't Grunneger Zangbouk (1958).
Naar Oostland willen wij rijden / Naar Oostland willen wij meeNaar Oostland willen wij rijden -blz 34blz 250J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
's Nachts rusten meest de dieren, / Ook menschen goed en kwaad's Nachts rusten meest de dierenG.A. Brederoblz 152blz 200blz 190G.A. Bredero, Groot lied-boeck (1622). Bron melodie: Het prieel der gheestelijkcke melodie (1609).
's Nachts toen een blauw bestarde kleed / Bedekten 't blauw gewelf's Nachts toen een blauw bestarde kleed blz 190blz 228-
Nu laat ons allen vroolijk zijn / De hemel zal de onze zijnNu laat ons allen vroolijk zijn blz 94blz 98-Paaslied.
Nu wil ik een liedeken zingen / Daar mede de liefste toebringenNu wil ik een liedeken zingen -blz 230blz 207Nieu Amstelredams liedtboeck (1591). Bron melodie: M. Franck, Fasciculus quodlibericus (1611).
Nu zijt wellekome, / Jesu lieven HeerNu zijt wellekome blz 62blz 64blz 92S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).Kerstlied.
O Friesland, zoo vol deugden / Als ik een landschap weetO Friesland, zoo vol deugdenJ.J. Starterblz 30--
O Heer, die daar des hemels tente spreidtO Heer, die daarValeriusblz 16blz 16blz 58A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
O Heer, du bist mijn God en Here / ik wil dij loven nu voortaanO Heer, du bist mijn God en Here --blz 057M. van St. Aldegonde, Het boeck der heylige schriftuerlijcke lofsangen (1591). Melodie: Psalm 50.
O heer, Gij zijt mijn God en Here, ik wil U loven nu voortaanO heer, Gij zijt mijn God en HereMarnix-blz 25-
O herders, laat uw bokjes en schapen / De God en Heer die 't Al heeft geschapenO herders, laat uw bokjes -blz 333-Kerstlied.
O Kersnacht, schooner dan de daegen, / Hoe kan Herodes 't licht verdraegenO KersnachtJoost van den Vondelblz 76blz 78-Kerstlied.
O Nederland, let op uw zaak, / De tijd en stond is daarO Nederland, let op uw zaakValeriusblz 12blz 12blz 36A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Ons genaket die avontstar, / Die ons verlichtet also claerOns genaket die avontstar blz 58blz 076-Kerstlied.
Ons is geboren een kindekijn / Nog klaarder dan die zonneOns is geboren een kindekijn blz 54blz 54blz 80Handschrift Berlijn (15e eeuw). Bron melodie: Handschrift Tongeren (1480).Kerstlied.
Ons is geboren een uitverkoren klein kindekijnOns is geboren een uitverkoren -blz 332-
Ons Vader, God geprezen / Die in den hemel zijtOns Vader, God geprezen -blz 342blz 56Het prieel der gheestelijcke melodie (1609).
Op enen kerstnacht, als Sint Jozef lag te rustenOp enen kerstnacht -blz 336-
Ozewiezewoze wiezewalla kristallaOzewiezewoze blz 251blz 131-
Paardje beslaan, wie heeft dat gedaanPaardje beslaan --blz 331M. van Helden, Wij zijn rijk.
Plomperdje en zijn wijfje / Die zouden vroeg opstaanPlomperdje en zijn wijfje -blz 206blz 274E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).De eerste druk heeft wel 'Jan Plompaart en zijn wuveke, / Ze stongen e keer vroeg op'. Negentiende druk (1977) geeft: 'ze zijn te merkt 'egaan'.
Rij maar an ossewa, rij maar anRij maar an ossewa -blz 357-Zuid-Afrikaans liedje.
Rijck God, wien sal ick claghen / Dat hymelijck lijden mijnRijck God, wien sal ick claghen blz 116blz 120blz 156Antwerps liedboek. Bron melodie: Souterliedekens (1540).
Rintintin op een platin / Mussen zijn geen vinkenRintintin -blz 355-
't Ros Beijaard doet zijn ronde / In de stad van Dendermonde't Ros Beijaard blz 28blz 30blz 48K. Wytsman, Anciens airs (1868).De vier Heemskinderen.
Schoon boven alle schoone, / Hoe mag't geschiênSchoon boven alle schooneJustus de Harduynblz 84blz 93blz 122J. de Harduyn, Goddelicke lofsanghen (1620).Passielied.
Schoon jonkvrouw, ik moet u klagen, / Dat ik ben doorwondSchoon jonkvrouw, ik moet u klagen blz 112blz 116blz 203F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08), (hs. 1635).
Schoon lief, hoe ligt gij hier en slaapt / In uwen eersten droomeSchoon lief, hoe ligt gij hier blz 158blz 209blz 220J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848). Bron melodie: F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).
Schoon lief, wilt gij met mij rijden? / Schoon lief, wilt gij met mij gaanSchoon lief, wilt gij met mij rijden blz 144blz 192-
Schoon lieveken, waar waarde gij den eersten meiennacht, / Dat gij mij geenen mei en brachtSchoon lieveken blz 164blz 210-
Sint Jozef ging al treuren / Hij ging van deur tot deureSint Jozef ging al treuren -blz 324-
Slaat op den trommele van dirredomdeineSlaat op den trommeleArent Dircksz. Vosblz 19blz 19blz 28Een nieu geusen lieden boecxken (1581). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).Geuzenlied. In druk 10 (1956) staat dit lied opnieuw op blz 344.
Springt op en toon je schoen / 't Is om te zien wat dat de oude mannen al doenSpringt op en toon je schoen blz 214blz 250blz 278E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands (1856).
Stort tranen uit, schreit luide, weent en treurtStort tranen uitValerius--blz 38A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626). Bron melodie: D.R. Camphuysen, Stichtelyke rijmen (1647).
T' avond gaat ons feeste aan / Hé, courage, vivaT' avond gaat ons feeste aan -blz 155-
Te Duinkerk gaat het al verkeerd / De meisjes zijn in 't Frans geleerdTe Duinkerk blz 207blz 238blz 304E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).
Te Kieldrecht, te Kieldrecht, / Daar zijn de meiskens koeneTe Kieldrecht blz 212blz 248blz 302J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).
Toen den hertog Jan kwam varen / te peerd parmant, al triumfantToen den hertog Jan kwam varenHarrie BeexFloris van der Putt--blz 52Den brembos (1950).
Toen Hanselijn over de heide reed / Hoe haastig werd hij gevangenToen Hanselijn over de heide reed blz 135blz 146blz 178Haarlems oudt liedt-boeck (1640). Bron melodie: Souterliedekens (1540).Ook gespeld als: 'Doen Hanselijn'.
Tonneke, tonneke bier, bier, bier / Ze rollen, ze rollen, ze rollenTonneke bier -blz 371-
Uit uw hemel zonder grenzen / komt Gij tastend aan het lichtUit uw hemel zonder grenzenHuub OosterhuisFloris van der Putt--blz 76
Van minnen ben ic dus ghewont: / gheef mi dijn hert: ic worde gesontVan minnen ben ic dus ghewont blz 90blz 94-
Van vrouden ons alle die kinderkens singen, / Des avondes doe si heimwert gingenVan vrouden ons alle die kinderkens singen blz 52blz 47blz 77Handschrift Berlijn (15e eeuw). Bron melodie: S. Theodotus, Het paradijs der lof-sangen (1627).Kerstlied.
Van waar komt ons de koelen wijn / Hij komt van Keulen aan de RijnVan waar komt ons de koelen wijn -blz 158blz 308F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08), (hs. 18e eeuw).
Vier weverkens zag men ter botermarkt gaan, / En de boter die was er zoo diereVier weverkens blz 38blz 44blz 256P. de Mont, "Volksliederen", in: Volkskunde (1889).
Vrolijk, herders, komt vrij binnen / Komt bezoekt met hert' en wensVrolijk, herders -blz 330-
Waar dat men zich al keert of wendt, / End' waar men loopt of staatWaar dat men zich al keertValeriusblz 22blz 24blz 43A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Waar gaan jy heen, gaan jy heen, Sannie Brandt? / Waar gaan jy heen, lieve Sannie?Sannie Brandt -blz 352-Zuid-Afrikaans liedje.
Waar staat jouw vaders huis en hof? / Adelijn, bruin maagdelijn, mooi meisje fijnWaar staat jouw vaders huis en hof?W.D. Hooftblz 163blz 224blz 208P.C. Hooft, Gedichten en Haarlems oudt liedt-boeck (1716). Bron melodie: M. Franck, Newes teutsches Convivium (1621).
Wanneer kom ons troudag, Gertji, Gertji?Gertji -blz 360-
't Was op eenen Driekoningen avond, / 't Was op eenen Driekoningendag't Was op eenen Driekoningen avond blz 96blz 106-Driekoningenlied.
't Was op enen maandag, daarom ben ik zo blij't Was op enen maandag --blz 126R. Ghesquiere, Meezennestje.Zie ook: 'Het was op enen maandag'.
't Was op een Witten Donderdag, / Dat er wel Jezus zijn avondmaal dee't Was op een Witten Donderdag blz 88blz 338blz 118Nederlands Volkslied Archief.Witte Donderdag.
Wat doet gij al in't groene veld, / mooi Bernardijn, mooi ExafijnWat doet gij al in 't groene veld? blz 206blz 235blz 282E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands (1856).
Wat voor vijand durft ons naken, / Vier gebroeders op een peerdDe vier Aymonskinderen blz 26blz 28blz 50Jubiléboek van de ommegang van 1825, Mechelen.De vier Heemskinderen.
Wat zetten z' Onzen Lieven Heer op zijn hoofd? / Kyrie eleisonWat zetten z' Onzen Lieven Heer -blz 92blz 120J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).
Wat zullen onze patriotjes eten, als zij in 't leger zijn?Wat zullen onze patriotjes eten -blz 346blz 46Lootens en Feys, Chants populaires flamands (1879).
Wech op! Wech op! dat herte mijn, / Dat heeft ghetreurt so langen tijtWech op! Wech op! blz 146blz 194-
Wel Anne-Marieken, waar gaat gij naar toeWel Anne-Marieken blz 184blz 218blz 237J.F. Willems, Oude Vlaemsche liederen (1848).Zie ook: 'Anne Marie, waar ga je naar toe'.
Wel, hoe is Otjes hart zoo groenEen otter in het bolwerkJ.J. v.d. Vondelblz 258--
Wie dat zich zelfs verheft temet, / Werd wel een arme sleterWie dat zich zelfs verheftValeriusblz 10blz 10-
Wie heeft, wie heeft gemaakt / Een rattestaart, een rattestaartWie heeft gemaakt -blz 371-
Wie klopt er op mijn kamertje / 't Is Jannetje met zijn hamertjeWie klopt er op mijn kamertje -blz 123-
Wie was diegene, die die looverkens brak / Ende die ze aan zijn narrekappe stakWie was diegene, die die looverkens brak blz 24blz 32blz 26Antwerps liedboek. Bron melodie: I. Fruytiers, Ecclesiasticus (1565).
Wie wil er mee naar Wieringen varen, / 's Morgens vroeg al in den dauwWie wil er mee naar Wieringen varen blz 162blz 185blz 227J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1947).
Wij boeren en boerinnen, / Wij werken dag en nachtWij boeren en boerinnen blz 204blz 236-
Wij klommen op hooge bergen, / En wij keken ter zeewaart inWij klommen op hooge bergen blz 124--
Wij komen alle drie uit vreemde landen, / Uit orienten door een ster geleidWij komen alle drie uit vreemde landen blz 80blz 86blz 108F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).Driekoningenlied.
Wij komen van Oosten, wij komen van ver / A la berline postiljonA la berline postiljon blz 82blz 88blz 112J. Bols, Honderd oude Vlaamse liederen (1897).Driekoningenlied.
Wij willen van den kerels zingen / Zij zijn van kwader aardWij willen van den kerels zingen --blz 24Gruuthuse handschrift (ca. 1400).
Wij willen vanavond vrolijk zijn / En drinken den koelen rijnsen wijnWij willen vanavond vrolijk zijn -blz 124-
Wij zijn al bijeen, / Al goe kadulletjes, Al goe kadullenWij zijn al bijeen blz 198blz 232blz 283E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856) en F. Delafaille, Geschiedenis van Mechelen (1900).
Wij zijn gebroeders, zoals gij ziet / En wanneer zullen wij elkander nog eens zienWij zijn gebroeders -blz 372blz 326
Wilhelmus van Nassouwe / Ben ick van Duijtschen bloetWilhelmus van Nassouwe blz 6blz 6blz 19Een nieu geusen lieden boecxken (1581). Bron melodie: Deuchdelijcke Solutien (1574).
Wilhelmus van Nassouwe / Ben ick van Duijtschen bloetWilhelmus van Nassouwe blz 8blz 8blz 20Een nieu geusen lieden boecxken (1581). Bron melodie: A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Willen wij, willen wij / 't Haasken jagen door de heiWillen wij 't haasken jagen? blz 170blz 216blz 216F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08).
Wilt heden nu treden voor God den HeereWilt heden nu tredenValeriusblz 18blz 18blz 40A. Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck (1626).
Zal ik nog lang in hete tranen / getuigen van mijn herts verdrietZal ik nog lang in hete tranen --blz 194F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903-08), (hs. 17e eeuw). Bron melodie: D.R. Camphuysen, Stichtelyke rijmen (1647).
Zeg kwezelken, wilde gij dansen? / Ik zal u geven een eiZeg kwezelken, wilde gij dansen? blz 188blz 225blz 276E. de Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France (1856).In 19e druk (1977) zonder 'Zeg'.
Zolang er mensen zijn op aarde / zolang de aarde vruchten geeftZolang er mensen zijn op aardeHuub OosterhuisTera de Marez Oyens--blz 69

Canons in Nederlands volkslied

De canons in Nederlands volkslied zijn, in de meeste uitgaven, opgenomen in een apart onderdeel achter in de bundel. Pollmann en Tiggers maken een duidelijk onderscheid tussen het traditionele volkslied en de canon. Als toelichting bij het onderdeel 'canons' schrijven zij: "Anders dan het volkslied is de canon een kunstprodukt van één maker, dat uitnodigt tot een meerstemmig muzikaal gezelschapsspel" (druk 1977).

Hieronder volgt een overzicht van de canons die zijn opgenomen in de drie drukken van 1941, 1956 en 1977 van Nederlands volkslied.

Beginregel lied Titel lied Auteur Componist 1941
(1e druk)
1956
(10e druk)
1977
(19e druk)
Bron Bijz.
Agnus Dei, agnus Dei, qui tollis peccata mundiAgnus Dei Josquin Desprez-blz 319blz 338Latijn (Lam Gods).
Ah, ben je daar, ah ben je daarAh, ben je daar M. Hauptmannblz 302blz 296-
All in to service, let us sing merilyAll in to service --blz 364Engels.
Alleluja, alleluja, alleluja / Alleluja, allelujaAlleluja Claude le Jeune-blz 87-
Alleluja, alleluja / Alleluja, alleluja / Amen, allelujaAlleluja Mozart-blz 322-
Alleluja, Alleluja, / Amen, AmenAlleluia blz 262blz 109blz 343
Als de kat van huis is dansen de muizenAls de kat van huis is Chr. Lahusen--blz 373
Altijd vroolijk, zing een lied, geen verdrietAltijd vroolijk P.M. Eberweinblz 306blz 294-
Beatus qui soli Deo confidit et laboratBeatus qui soli J.P. Sweelinck--blz 400Latijn (Gelukzalig hij die op God allen vertrouwt).
Bewaart, Heer, Holland / En zegent LeidenBewaart, Heer, Holland Cornelis Schuytblz 263blz 312-
Bona dies omnes cantoresBona dies M. Praetorius--blz 419
Bona nox / Bist a rechter Ochs- W.A. Mozartblz 308blz 289blz 403
Brio! De brêge sit ticht en it skip moat der trochBrio! Brio! M. Folkertsmablz 281blz 253-
Caffee, trink nicht so viel CaffeeCaffeeel K.G. Hering--blz 371Duits.
Cantate Domino, cantate / Et Cantate DominoCantate Domino Martini-blz 21-
Cantate Domino canticum canticum novumCantate Domino canticum novum Hayes-blz 323-
Célébrons sans cesse de Dieu les bontesCélébrons sans cesse O. Lassus--blz 392Frans.
Chairs to mend, old chairs to mendChairs to mend Ph. Hayes--blz 367Engels.
Chantez en exultation au DieuChantez en exultation Cl. le Jeune--blz 385Frans.
Come follow me, wither shall I follow theeCome follow me J. Hilton--blz 365Engels.
Dankt nu, dankt God den Heer / Want Hij is genadigDankt nu God den Heer -blz 340blz 405
Da pacem, Domine in diebus nostrisDa pacem, Domine M. Franck--blz 400Latijn (Geef vrede Heer, in onze dagen).
Dat schoonste kind is ons geborenDat schoonste kind F. de Nijs--blz 352
De groote Sultan heeft gefuifd / Hij heeft gedronken, hij heeft gekluifdDe groote Sultan heeft gefuifd Kuhlaublz 292blz 304-
De heidenen lachen, de jood en de christenDe heidenen lachen Kuhlau-blz 286-
De jonge lente in't verschiet / De vogel zingt zijn liedDe jonge lente Ph. Hayesblz 287blz 127-
De lente komt, de lente komt, / Al slapen nog de veldenDe lente komt blz 311--
De nachtegaal met zoeten toon, in berg en daal zing hij zeer schoonDe nachtegaal met zoeten toon --blz 362
De priem, de secunde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septiem, het octaafDe priem, de secunde Mandyczewskiblz 304blz 282-
De priem, de secunde, de terts, de kwart, de kwint, de sext, de septiem, het octaaf (omgekeerd)De priem, de secunde blz 305blz 283-
Die voor de waarheid strijdt / Zal overwinnen t' zijner tijdDie voor de waarheid strijdt Haydn-blz 11-
Dieuwer is verliefd, te met / Op zukken reinen vrijerDieuwer is verliefd -blz 285-
Din, din, din dy kwam fen BruggeDin din P. Folkertsmablz 286blz 251blz 412
Do, do, l'enfant dormira tantôtDo, do, l'enfant dormira --blz 420Frans.
Do do sol la mi fa sol! / O wat vervelend! O wat vervelendO wat vervelend L. Cherubiniblz 297blz 133-
Dona nobis pacem pacem / Dona nobis pacem- blz 269blz 77-Latijn (Geef ons vrede).
Drie gans im haberstrohDrie gans im haberstroh --blz 363Duits.
Drie ganzen in't haverstroo / Zitten daar en snaat'ren zooDrie ganzen in't haverstroo blz 280blz 281blz 407
Een enkel duivelsch wijfEen enkel duivelsch wijf J. Haydnblz 276blz 307-
Een kleine engel is uit het kerkeraam gevlogenEen kleine engel Han van Koert--blz 349
Een vrolijk nieuwe lied, 't is beter iet dan nietEen vrolijk nieuwe lied --blz 386
Een vrolijck salich nieuwe liedt, / Alder werelt openbareEen vrolijck salich nieuwe liedt blz 266blz 320-
Eere zij God in den hooge! / Vrede op aarde, op aardeEere zij God Gebhardiblz 265blz 73-
Ego sum pauper: nihil haveo et nihil daboEgo sum pauper --blz 375Latijn (Ik ben arm: ik heb niets en kan dus niets geven).
El geen gedacht / Bij dag en nacht / Dan u, mijn lief, alleneEl geen gedacht Mozart-blz 374-
Ere zij God in den hogeKreeft-canon Haydn-blz 318-Canon kan van achteren naar voren worden gezongen.
Es ist ein Ros' entsprungen aus einer Wurzel zartEs ist ein Ros' entsprungen M. Vulpius--blz 394Duits.
Falala, naar de bossenFalala, naar de bossen W. Byrd--blz 355
Fides est animae vita / Sicut anima est vita corporisFides est animae vita A. Gumpelzhaimer-blz 329blz 393Latijn (Het geloof is het leven der ziel).
Frisia non cantat? Wie dat zegt die liegt datFrisia non cantat Chr. Lahusen--blz 375Latijn en Nederlands (Nederlanders zingen niet?).
Geef mij, minlijk beelde zoet / Nu geheel uw hart en zin en moedGeef mij, minlijk beelde Hayes-blz 353-
Genoden roept t'saam overluid / Geluk, o bruidegom en bruidGenoden roept t'saam --blz 363
Go to Joan Glover and tell her I love herGo to Joan Glover --blz 402Engels.
Goeden dag, alle goede vriendenGoeden dag M. Praetorius--blz 419Op de melodie van 'Bona dies'.
'k Groet u, stralende zunnelicht'k Groet u Mozart-blz 95-
Great Tom is cast and Christ Church bells ringGreat Tom is cast W. Laws--blz 356Engels.
Groote klokken zeggen tiktak, tiktakGroote klokken zeggen tiktak K. Karowblz 283blz 300-
Ha, ha, ha, ha, ha, ha, ha, ha, ha / Ha, dat jonge zingen doet den mensch weer deugdLachcanon Cherubiniblz 295blz 222-
Hansje heeft een jasje aan, / En dat is hem te kleinHansje heeft een jasje aan blz 296blz 302-
Heer blijf bij ons, want het is tegen den avondHeer blijf bij ons J. van Biezen--blz 380
Heer, geef mijn ogen Uw stalend lichtHeer, geef mijn ogen Palestrina-blz 105-
Heer, geef ons kracht / Sta ons bijHeer, geef ons kracht Chr. Praetoriusblz 264blz 65-
Heer, in Uwen toorn bestraf mij niet / Wilt in Uw gramschap mij niet treffenHeer, in Uwen toorn Caldara-blz 314-
Heil en zegen in je leven / Leef gelukkig met elkaarHeil en zegen A. Salieriblz 278--
Hemel en aarde kunnen vergaan / Vroolijke musici, vroolijke musiciHemel en aarde blz 272blz 257blz 376Op dezelfde melodie als: 'Heut' kommt der Hans nach Haus'.
Het is slechts langs de rechten baan, / Waarlangs men zonder stille staanHet is slechts langs de rechte baan blz 273blz 203-
Heut' ist ein Fest bei den Fröschen am SeeHeut' ist ein Fest --blz 411Duits.
Heut' kommt der Hans nach Haus, freut sich die Lies'Heut' kommt der Hans --blz 376Duits.
Hey ho, to the greenwood now let us go, sing heave and hoHey ho, to the greenwood W. Byrd--blz 355Engels.
Hine ma tovHine ma tov --blz 345Hebreeuws (Zie hoe goed). Psalm 133:1.
Hm, hm, hm, hm, hm, hm, alleen wat gebromAlleen wat gebrom Harringtonblz 313blz 291-
Hoe Henk ook schaatst, hij wordt niet nummer 1Hoe Henk ook schaatst W. Laws--blz 356Op de melodie van: 'Great Tom is cast'.
Hola, niemand in huis, t' eten of te drinkenHola, niemand in huis --blz 364
Hoor nu toch eens dat gekakel van Dientje, Marie en BrigitteHoor nu toch eens -blz 171-
Hup een! hup twee! Laat ons dansen, laat ons zingen en springenHup een, hup twee L. Cherubiniblz 277blz 199-
IJdelheid der ijdelheden, / Alles is ijdelheid, ijdelheidIJdelheid der ijdelheden Sweelinckblz 280blz 195-
Ik ben klein, mijn hart is rein / Daar zal niemand mijn gast zijnIk ben klein Spengel-blz 335-
Ik ging er eens spanceren al door die groene weiIk ging er eens spanceren Hauptmann-blz 125-
Ik meen het, ik met het / Ja, ja, ja, ja, ik meen hetIk meen het Beethoven-blz 288-
Ik vraag je, ik vraag je: zing mij de C-toonladder voorIk vraag je Ludwig van Beethovenblz 288blz 237-
Illumina oculos meosIllumina oculos meos G.P. da Palestrina--blz 354Latijn (Verlicht mijn ogen).
Ingratitudo sequitur laborem nostrumIngratitudo J. Steffens--blz 361Latijn (Met ondank wordt ons werk beloond).
't Is stille, still' allengskens, / 't Is avond weer aan 't worden't Is stille allengskens Caldarablz 279blz 309-
Jacob heeft een ladder, daar klimt hij langs omhoogJacob heeft een ladder Han van Koert--blz 350
Jubilate Deo, omnis terraJubilate Deo --blz 359Latijn (Juich voor God, heel de aarde).
Koekoek roept de koekoek, roept de koekoek in het bosKoekoek roept de koekoek F. de Nijs--blz 381
Kom mee naar buiten allemaal / Dan zoeken wij de wielewaalKom mee naar buiten Andries Hartsuikerblz 284blz 308blz 344
Kom mee, naar de bruisende, frissche zee, komt allen meeKom mee naar de zee William Byrdblz 307--
Kom toch en volg mij na / En zing met mij de canon draKom toch en volg mij na blz 285blz 211-
Kom, wil mij volgenKom, wil mij volgen J. Hilton--blz 365
Komt en laat ons dansen, springen / Komt en laat ons vrolijk zijnKomt en laat ons dansen blz 282blz 219blz 384
Komt nu en zingtKomt nu en zingt M. Praetorius--blz 357
Laat alom musiceren met stem en instrumentLaat alom musiceren Cl. le Jeune--blz 417
Laat ons zingenLaat ons zingen A. Caldara--blz 370
Lachend kommt der Sommer übers FeldLachend kommt der Sommer C. Bresgen--blz 377Duits.
Lachend, lachend, lachend, lachend tooit de lente bosch en veldLachend tooit de lente Jo Kalmijn-Spierenburgblz 299blz 297-
Laudate Dominum de coelisLaudate Dominum --blz 360Latijn (Looft de Heer der hemelen).
Lente is weer in het land, koekoek zingt koekoeLente is weer in het land --blz 414Op de melodie van 'Sumer is icumen in'.
Loman, Loman / Wees toch geen lauw manLoman, Loman Beethoven-blz 39-
Looft Gods machtLooft Gods macht W.A. Mozart--blz 423
Luister hoe de merel zingt, merel zingtLuister hoe de merel zingt F. de Nijs--blz 382
Martin, lieber Herre, nun lass uns fröhlich seinMartin, lieber Herre --blz 353Duits.
Mijn leven lang wil ik al uwe werken prijzenMijn leven lang M. Praetorius--blz 418Op de melodie van 'Non moriar'.
Miserere mei / Domine- J.P. Sweelinckblz 270blz 316blz 396Latijn (Ontferm u over mij, Heer).
Mit günstlichem Herzen wünsch ich dirMit günstlichem Herzen O. von Wolkenstein--blz 336Duits.
Mocht ik met een lied uw herte winnenMocht ik met een lied Mozartblz 309blz 117-
Neen, muziek van Cherubini is me veel te veel chromatischAnti-Cherubinisme Kuhlaublz 310blz 292-
Neen, neen, ik zeg niets, / ik zeg het je toch nietNeen, neen, ik zeg niets Martiniblz 300blz 284-
Nog vele jaren, ja, dat wensen wijNog vele jaren M. Hauptmann--blz 406
Non moriar sed vivam et narrabo opera DominiNon moriar M. Praetorius--blz 418Latijn (Ik zal niet sterven, maar leven).
Non nobis, Domine, sed nomini tuo da gloriamNon nobis, Domine W. Byrd-blz 337blz 424Latijn (Niet aan ons, Heer, maar aan Uw naam alle eer).
Nu, nu, nu, nu, nu schall und sich zuNu, nu, nu, nu M. Praetorius--blz 357Duits.
Nu zijt willekome, Here ChristNu zijt willekome W. Rein--blz 408
O moeder, de vink is dood / Had je de vink te drinken gegevenO moeder, de vink is dood --blz 421
O Nederland, weest nu verblijd / Verheugt u nu in deze tijdO Nederland, weest nu verblijd -blz 315-
O schone dag, als klam en kil de morgen grauwtO schone dag --blz 342
O wilde en onvervalste pracht / Der blommen langs de watergrachtO wilde en onvervalste pracht Sartorius-blz 313-
Ons is een Kind geboren / KyrieleisonOns is een Kind geboren -blz 59-
Ontwaak, ontwaak, de roep van de haanOntwaak, de roep van de haan J.J. Wachsmannblz 282blz 129blz 341
Op, slapers, wordt toch wakker! / De koekoek roept in't boschWordt wakker J.G. Ferrariblz 281blz 197blz 347
Over het water stormen de eendenOver het water Han van Koert--blz 351
Pacem in terris, pacem in terrisPacem in terris H. Lau--blz 413Latijn (Vrede op aarde).
Pater noster, qui es in coelisPater noster -blz 91blz 339Latijn (Onze Vader).
Pinta trahit pintam et sic per pintasPinta trahit pintam --blz 420Latijn (Van de ene pint komt de andere).
Prijst toch den dag, / Als kil de morgennevel grauwtPrijst toch blz 286--
Psallite Deo nostro / Psallite, PsallitePsallite Deo nostro Martini-blz 27-
Rijmen gaat zoo goed! / Weet je, hoe het moetRijmen Mandyczewskiblz 290blz 299-
Sanctus / Sanctus- C. non Papablz 262blz 99blz 416Latijn.
Signor Abate! io sono, io sono, io sono, ammalato- L. van Beethovenblz 312blz 290blz 372Italiaans, Latijn en Duits (Eerwaarde, ik ben ziek).
Sine Cerere et Baccho friget VenusSine Cerere et Baccho J.P. Sweelinck--blz 395Latijn (Waar Ceres en Bacchus -brood en wijn- ontbreken, verkilt Venus -liefde-).
Sine musica nulla vitaSine musica nulla vita K. Marx--blz 409Latijn (Zonder muziek is er niet te leven).
Sinte Cecilia vloog naar AmerikaSinte Cecilia Han van Koert--blz 378
Sir Walter enjoying his Damsel one nightSir Walter H. Purcell--blz 368Engels.
Sta op, mijn liefste, sta op mijn liefste en komSta op, mijn liefste -blz 121-
Stoelen te matten, oude stoelen te matten / Biezen of rietenStoelen te matten Ph. Hayesblz 303blz 295blz 367
Sù cantemo lalala, cosi l'ore ne passeràSù cantemo A. Caldara--blz 370Italiaans (Vooruit, laten wij zingen, zo zullen de uren snel voorbijgaan).
Sumer is icumen in, lhude sing cucuSumer is icumen in --blz 414Middelengels
Surrexit Christus hodie / Alleluja, allelujaSurrexit Christus Sartorius-blz 97blz 358Latijn (Christus is vandaag opgestaan). In 19e druk (1977) met muziek van A. Gumpelzhaimer.
Suze Naanje, ik waige die / Wasttoe wat grooter din sluig ik dieSuze Naanje blz 275blz 311blz 343
Ta ta ta ta ta ta ta, / beste, goeie MälzelMetronoom Ludwig van Beethovenblz 294blz 303-
Tanz, Kindlein, tanz / Die Schuhe sinds noch ganzTanz, Kindlein, tanz H. Bornefeld--blz 348Duits.
Three blind mice, Dame JulianThree blind mice --blz 369Engels.
Tod ist ein langer Schlaf, Schlaf is ein kurzer TodTod ist ein langer Schlaf J. Haydn--blz 404Duits.
Ubi sunt gaudia / Waar de engelen zingen nova canticaUbi sunt gaudia Ph. Hayes-blz 61blz 422Latijn en Nederlands (Waar heerst de vreugde).
Uit angst en nood stijgt mijn gebedUit angst en nood M. Agricola--blz 340
Under this stone lies Gabriel JohnUnder this stone H. Purcell--blz 366Engels.
Vanitas vanitatum et omnia vanitasVanitas vanitatum J.P. Sweelinck--blz 398Latijn (IJl en ijdel, alles is ijdel).
Vanitas vanitatumVanitas vanitatum J.P. Sweelinck--blz 399Variant melodie.
Verheugt u, o Sion, verheugt u, o SionVerheugt u -blz 331-
Viva, viva la musica / Viva, viva la musicaViva la musica M. Praetorius-blz 217blz 356Italiaans.
Viva viva la musica- J. Schoutenblz 287-blz 410Italiaans.
Vriend ... is een brave man, / Die leert ons alles wat hij kanVriend ... is een brave man A. Mendelssohnblz 298blz 298-
Vroolijk springen wij, hahahaVroolijk springen wij A. Caldarablz 289blz 213-
Waar ik ga, waar ik sta / komt de echo achternaWaar ik ga Br. Leontinus--blz 347
Waarom moet de haan, / Altijd vroeg opstaanWaarom moet de haan Tiggersblz 291blz 306-
Wacht auf, wacht auf, es krähte der HahnWacht auf, es krähte der Hahn --blz 341Duits.
Wat wordt die wereld van ons allen op den duurWat wordt die wereld J.J. Wachsmann--blz 341
Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valtWie meent te staan A. Gumpelzhaimer--blz 393Op de melodie van 'Fides est animae vita'.
Wie weet waar Willem woont? Wie weet waar Willem Wouters woontWie weet waar Willem woont F. de Nijs--blz 383
Wi-Jhuda leolam te shevWi-Jhuda leolam --blz 346Hebreeuws (Maar Juda blijft altijd bewoond). Joël 4:20.
't Wil zomer zijn / De winter heeft getraagd te lange stonden't Wil zomer zijn -blz 293-
Wo der perlende Wein im Glase blinktWo der perlende Wein W.A. Mozart--blz 423Duits.
Zalig hij, die slechts op God vertrouwt en die blijft werkenZalig hij Sweelinckblz 265blz 57-
Zeg, luister toch! laat ieder zwijgen / Ik wil nu juist mijn naam gaan schrijvenZeg, luister toch Joseph Haydnblz 301blz 301-
Zie de lente, lente komt in 't landZie de lente Br. Leontinus--blz 379
Ziet, Ik ben bij u tot aan het einde der dagenZiet, Ik ben bij u Bernhard-blz 327-
Zingt een loflied God den Heer / En wilt Hem prijzenZingt een loflied Praetoriusblz 264blz 103-
Zomer is't in bosch en velden, koekoek roept in't houtZomer is 't in bosch en velden blz 274blz 310-
Zonder Ceres en zonder Bacchus / kan Venus zelfs niet levenZonder Ceres en zonder Bacchus Sweelinckblz 273blz 201-

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.