Langetermijnsparen

Langetermijnsparen is in België een strikt wettelijk vastgelegde en veilige spaarformule waarmee men tevens een fiscaal voordeel kan bekomen.

  1. Men kan aan langetermijnsparen doen via een levensverzekering. Als men een lening aangaat om een huis te kopen of te (ver)bouwen kan men het gespaarde kapitaal in mindering kan nemen van de (verplichte) schuldsaldoverzekering waardoor de (eenmalige) verzekeringspremie lager uitvalt. De "levensverzekering langetemijnsparen" wordt dan omgevormd naar een schuldsaldoverzekering, met behoud van de fiscale voordelen. Een schuldsaldoverzekering dient om de woonlening te kunnen terugbetalen in het geval een van beide partners vroegtijdig mocht overlijden.
  2. Men kan ook aan langetermijnsparen doen zonder dat te koppelen aan een schuldsaldoverzekering of een hypothecair krediet, of een nieuw contract starten nadat een lening is afbetaald.
Pensioenrechten in België
Type Onderverdeling Niveau
Eerste pijler Wettelijk pensioen (RSZ)
Ambtenarenpensioen
Gezinspensioen
Overlevingspensioen
Rustpensioen
Overheid
Tweede pijler Groepsverzekering Collectief
Pensioenfonds
IPT (bedrijfsleiders) Individueel
POZ (zelfstandigen)
VAPZ (zelfstandigen)
VAPW (werknemers)
Derde pijler Pensioensparen
Langetermijnsparen
Vierde pijler Individueel sparen
Beleggingen
Levensverzekering
Onroerend goed

Inschrijven kan men bij een bank of verzekeringsinstelling. In oorsprong was alleen tak 21 toegelaten. Vanaf aanslagjaar 2018 kan ook ingeschreven worden in tak 23. De wetgeving is behoorlijk ingewikkeld. Toch kan dit een interessante langetermijnspaarformule zijn. Voorwaarde is wel dat gespaarde beleggingen worden aangehouden ten minste tot de leeftijd van 60 jaar. De begunstigde(n) bij overlijden moeten de wettelijke erfgenamen zijn.

Berekening van de premie

Maximumspaarbedrag en -inkomensgrens
Jaar van
inkomsten
Plafond-
bedrag
Maximum
fiscaal
voordeel[1]
Inkomens-
plafond
2019 € 2.350 € 705 € 36.226
2018 € 2.310 € 693 € 35.620
2013-2017 € 2.260 € 678€ 34.847
2012 € 2.200 € 660€ 33.847
2011 € 2.120 € 636€ 32.514
2009-2010 € 2.080 € 624€ 31.847
2008 € 1.990 € 597€ 30.347
2007 € 1.950 € 585€ 29.680
2006 € 1.920 € 576€ 29.180

Van deze gespaarde bedragen kan tot 30% worden gerecupereerd via de belastingaangifte, op voorwaarde dat het belastbaar inkomen hoog genoeg is (waardoor er effectief belasting verschuldigd is) en er voldaan wordt aan een reeks beperkende voorwaarden zoals hieronder beschreven. Men betaalt eveneens minder gemeentebelasting; dus de effectieve belastingkorting zal zelfs iets meer zijn dan 30%. Het maximale fiscaal aftrekbaar bedrag dat jaarlijks kan worden besteed aan langetermijnsparen is afhankelijk van het netto belastbaar inkomen en is bovendien beperkt tot een absoluut plafond (per persoon) dat jaarlijks wordt vastgelegd. Wegens budgettaire redenen heeft de regering het bedrag (retroactief) verlaagd voor de periode 2014-2017. Wie in 2014 het oorspronkelijk maximumbedrag van € 2.280 heeft gestort kon de laatste € 20 niet fiscaal aftrekken. Men kan het maximaal bedrag sparen vanaf een netto belastbaar inkomen van € 36.226 (inkomsten 2019). Beneden het absolute plafond geldt vanaf het aanslagjaar 2020:

De storting van het te sparen bedrag mag vrij gespreid worden over het jaar; als eenmalige premie, of bijvoorbeeld via een maandelijkse opdracht. Men is niet verplicht om elk jaar evenveel te sparen; let echter op: spaar bij nieuwe contracten voorafgaand aan de leeftijd van 55 de eerste 5 jaar altijd de maximale som, anders kunnen toekomstige stortingen worden beperkt tot de gemiddelde som over de voorafgaande 5 jaren. De premie moet betaald zijn voor eind december van het jaar van inkomsten. In principe is het beter om zo vroeg mogelijk in het jaar te sparen, omdat dan een maximum aan rente-inkomsten kunnen worden behaald. Let op: in het jaar dat men 60 wordt, gelieve dan te storten na uw verjaardag, dan blijft deze storting belastingvrij.

Men kan maar belastingvoordeel krijgen als er effectief belasting wordt betaald.[2] De meeste banken beschikken over een programma om het spaarbedrag te berekenen dat voor een bepaald inkomen het meeste fiscaal voordeel oplevert. Men kan dit tevens eenvoudig berekenen via Tax-on-web, zij het met één jaar vertraging; de premie moet immers betaald worden in het jaar voorafgaand aan het jaar van aangifte. Het netto belastbaar inkomen moet dus worden geschat, tenzij men meer verdient dan het maximum. De hierboven vermelde formule geeft slechts een ruwe schatting omdat de persoonlijke situatie in de tijd kan variëren. Zie hiervoor ook de bijgaande tabel.

Fiscale beperkingen

De reglementering is behoorlijk complex, temeer omdat er veel wijzigingen zijn aangebracht.

Contracten moeten worden afgesloten voor een minimumduur van 10 jaar. Men moet voor de leeftijd van 65 starten en men moet ten minste 5 jaar aanbetalingen doen om in aanmerking te komen voor de belastingvermindering.[3]

  • Start men voor de leeftijd van 55 jaar (contracten langer dan 10 jaar) dan mogen de aanbetalingen in de laatste 10 jaar niet hoger zijn dan het gemiddelde over de voorafgaande 5 jaren. Men spaart dus beter ieder jaar het maximumbedrag. Indien nodig kan een bijkomend contract worden afgesloten.
  • Voor contracten van 10 jaar (vanaf de leeftijd van 55 jaar) mag de jaarlijkse aanbetaling niet hoger zijn dan de eerste storting; om niet in moeilijkheden te komen stort men het eerste jaar het maximale bedrag.

Tijdens de periode van afbetaling van een woonlening mag men langetermijnsparen niet combineren met de aftrek voor een hypothecair krediet. Voor nieuwe woonleningen vanaf 2016 (Vlaanderen, Wallonië) en 2017 (Brussel) geldt deze beperking niet meer.[4] In de praktijk zullen de meeste mensen pas aan langetermijnsparen doen ofwel voorafgaand aan een woonlening, ofwel na de afbetaling van een woonlening. Bij sparen voorafgaand aan een woonlening kan men de gestorte premies gebruiken om de premie voor de schuldsaldoverzekering te betalen. Voorwaarde is wel dat de woonlening wordt afgesloten bij dezelfde bank als de langetermijnverzekering. Let hier echter op: niet in hetzelfde jaar de kapitaalsaflossingen aanvullen met langetermijnsparen: voor contracten van langer dan 10 jaar wordt het maximum te sparen bedrag gedurende de laatste 10 jaar berekend als het gemiddelde over de voorafgaande 5 jaren. Indien uw financiële situatie wijzigt kan mogelijks een nieuw contract worden afgesloten, rekening houdend met de fiscale beperkingen.

Taxatie

Als de lange termijn ten einde loopt (ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar, na minimum 10 jaar) wordt het gespaarde bedrag belast aan 10%, als afroming van het gecumuleerde belastingvoordeel. Men laat best de termijn ten minste 8 jaar en 1 dag lopen, zo niet betaalt men eveneens roerende voorheffing (27%) in het kader van de wetgeving belasting op levensverzekeringen. Spaar niet te veel, want dan moet er ook belasting worden betaald op het deel van het kapitaal waarvoor er geen belastingvoordeel werd gekregen!

Bij een tak 21 wordt enkel de gewaarborgde reserve belast, bij tak 23 de volledige reserve.

Volgens de huidige regels betaalt men 2% beleggingstaks op de premie (dat onmiddellijk in mindering wordt gebracht van het belegde kapitaal) en 10% bij het verlopen van de minimale looptijd (op de leeftijd van 60 jaar, of na een contract van 10 jaar). Eenmaal voorbij de leeftijd van 60 jaar, of na minimum 10 jaar, kan men onbelast verder inschrijven voor zover het inkomen (beroep of wettelijk pensioen) hoog genoeg is. Men kan de tegoeden terugvorderen naargelang men ze nodig heeft. Zolang het kapitaal niet volledig is uitbetaald kan men ook nog bijstorten. In het jaar dat men 60 wordt kan men de premie beter betalen na de verjaardag om extra belasting te vermijden. Bij vervroegde afkoop voor de leeftijd van 60, of na een looptijd van minder dan 10 jaar, wordt het kapitaal belast aan 33% (verhoogd met de gemeentebelasting).

Kosten

Er zijn instapkosten, (vervroegde) uitstapkosten en beheerskosten. De beheerskosten worden verrekend via een lagere basisintrest en de eventuele winstdeelname. Hou tevens rekening met de 10% eindbelasting op de leeftijd van 60 jaar, of na het aflopen van het contract. Het loont dus echt de moeite om de gelden zo lang mogelijk te beleggen om deze kosten te kunnen compenseren.

Kapitaalsgarantie en staatswaarborg

Een levensverzekering (tak 21) is een veilige belegging; de overheid garandeert de terugbetaling van het gespaarde kapitaal + basisintrest + eventuele winstdeelname, zelfs als de verzekeringsmaatschappij zou bankroet gaan. Het kapitaal wordt door de Belgische overheid gewaarborgd tot € 100.000. Sinds het aanslagjaar 2018 kan ook ingeschreven worden in een tak 23 levensverzekering, gebaseerd op aandelenfondsen, met fiscaal voordeel, maar zonder kapitaalsgarantie. Met de huidige lage rendementen van tak 21 kan dit een goed alternatief zijn.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.