Landgoed Groenouwe

Landgoed Groenouwe was een landgoed in Loenen bij Apeldoorn. Op het landgoed stonden een landhuis, dat op 24 maart 1945 is afgebrand, en een tuinmanswoning, die in 1946 afbrandde maar later werd herbouwd. Er waren ook twee tennisbanen en een golfbaan. In 1925 werd er een familiemausoleum en columbarium gebouwd – deze zijn nu een monument.

Familiehotel in Loenen

Het landhuis werd als familiehotel gebouwd in opdracht van Wolter Broese van Groenou (1842–1924), voormalig eigenaar van suikerplantage Tandjong Tirto in Nederlands-Indië. Nadat Wolter zijn opleiding aan de KMA te Breda had voltooid, werd hij uitgezonden naar Nederlands-Indië. Daar ontmoette hij Jeannetta Emilia Wieseman, met wie hij trouwde. Na zijn huwelijk kreeg hij van zijn schoonvader Frederik Wieseman Tandjong Tirto, een suikerplantage en suikerfabriek bij Djokjakarta. Ze kregen in negen jaren (1875–1884) zeven kinderen: Frederika Wilhelmina, Emilia, Suzanna, Adolf (Dolf), Wolter, Francina Carolina en Jeannetta.

In 1891 was Wolter zo welvarend, dat hij met het hele gezin naar Den Haag verhuisde. Hij woonde eerst op Nassauplein 29 en later aan de Parkweg in het Van Stolkpark. Na de Eerste Wereldoorlog besloot hij een familiehotel op de Veluwe te bouwen. Hij kocht 80 ha. land bij Loenen (Veluwe), liet zijn zoon Dolf, die in 1904 als bouwkundig ingenieur was afgestudeerd, een ontwerp maken en zo ontstond Landgoed Groenouwe. De eerste tekeningen van het huis werden in 1918 getoond op de Tentoonstelling van Bouwkunst en Kunstnijverheid in de Haagse Kunstkring.

De eerste steen werd op 13 september 1919 gelegd door Jeannetta, de jongste dochter. Omdat de gezondheid van Wolter achteruit ging, werd eerst de tuinmanswoning gebouwd, opdat hij daar alvast met een verpleegster kon logeren. Ook de garage, waar ruimte was voor de paarden en het wagenpark, was eerder klaar dan het grote huis. Iets minder dan twee jaar later was het grote huis klaar. Wolter kon de inwijdingsdag nog meemaken. De plattegrond van het gebouw was min of meer V-vormig, de hoofdingang was in het midden. Er kwamen later ook twee tennisbanen, een openluchtzwembad en een golfbaan bij.

Na het overlijden van Wolter werd in 1925 een mausoleum gebouwd. De basis ervan is kruisvormig, hogerop wordt de vorm achthoekig en het geheel heeft een koperen koepel. Ook dit werd door Dolf Broese ontworpen.

In 1936 werd nog een huisje op het landgoed gebouwd, Het Stekje. Dit werd niet door Dolf ontworpen maar door zijn neef Marinus Broese. Het was bestemd voor een kleindochter van Wolter en haar echtgenoot.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis door de Duitsers gebruikt voor het onderbrengen van gewonden. Vlak voor het einde van de oorlog brandde het huis af, mogelijk doordat een sigaret op het rieten dak terecht was gekomen. Ook Cleria, de tuinmanswoning, brandde in 1946 af. Van de ruïne is weinig overgebleven. In 1950 werd het herbouwd en kreeg het de naam Zilvenspreng, naar de beek die het zwembad voedt. De garage bestaat nog, en wordt bewoond door de beheerder van het landgoed.

De kosten om het landgoed te onderhouden maakten het noodzakelijk om het te verkopen. Het werd hotel Cleria.

Onderduikers

Tijdens de oorlog hebben diverse onderduikers hun toevlucht tot Groenouwe genomen. Twee geallieerde piloten verstopten zich bij het zwembad, en een joods gezin werd door de familie Coops verstopt toen zij tijdelijk in Het Stekje woonden.

Trivia

Toen het familiehotel klaar was, bouwde Dolf voor zijn vader de Villa Hejmo Nia ('Ons Thuis' in Esperanto) in het Van Stolkpark in Den Haag. Boven de voordeur is een natuurstenen reliëf te zien met Javanen met een door karbouwen getrokken kar met suikerriet. Onder dat reliëf is een glas-in-loodraam met twee wajangpoppen. Tussen dat raam en het reliëf bevindt zich een gevleugelde karbouwenkop.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.