Lambert van den Briaerde

Lambert of Lambrecht ridder van den Briaerde (Duinkerke, circa 1490 – Mechelen, 10 oktober 1557) was raadsheer (1522-1532) en voorzitter (1532-1557) van de Grote Raad van Mechelen.[1][2]

Hij was heer van Liezele. Voor de Habsburgse Nederlanden behoorde hij tot de selecte groep van raadgevers en diplomaten van keizer Karel V.

Naam

Streek van Kassel (vandaag Frankrijk) waar van den Briaerde opgroeide.
Schepenhuis in Mechelen waar de Hoge Raad van Mechelen zetelde in de tijd van van den Briaerde
Sint-Janskerk in Mechelen waar hij begraven werd

Varianten van zijn naam zijn: van den Bryarde, van den Bryaerde, van den Briarde. Zijn Franse naam was Lambert de Briaerde en zijn Latijnse naam waarmee hij stukken tekende: Lambertus Briardus.

Levensloop

Vlaanderen

De familie van den Briaerde was een adellijke familie in de streek van Kassel, in het graafschap Vlaanderen, wat een deel was van de Habsburgse Nederlanden. Zijn ouders waren Andries van de Briaerde, heer van Coye in Hardifort nabij Kassel, en Marguerite Micault. Voor beide ouders was het hun tweede huwelijk. Lambrecht van den Briaerde was de jongste zoon van het echtpaar. Hij was de enige die universitaire studies deed. Hij studeerde rechten, mogelijks in Leuven, en alleszins ook in het buitenland. Mogelijks behaalde hij aan de universiteit van Parijs de graad van doctor in de beide rechten (utriusque legis), wat betekent in canoniek recht en burgerlijk recht. Na zijn buitenlandse studies keerde de jonge rechtsgeleerde naar Vlaanderen terug.

Jurist

In 1519 werd hij advocaat bij de Raad van Vlaanderen, gevestigd in Gent. Door enkele opmerkelijke zaken te pleiten werd hij bevorderd (1522) tot raadsheer in de Grote Raad van Mechelen, de hoogste rechtbank in de Habsburgse Nederlanden. De Grote Raad hield haar zitting in het Schepenhuis van Mechelen. Bij de hervorming van de instellingen door keizer Karel V (1532) werd hij bevorderd tot voorzitter van de hervormde Grote Raad van Mechelen.[3] Het voorzitterschap oefende hij 25 jaar uit: van 1532 tot 1557. Hij genoot hierdoor een belangrijke juridische uitstraling. Het was dan ook niet ongewoon dat hij benoemd werd in een andere raad, de Geheime Raad der Nederlanden. Hij stond als buitengewoon lid van de Geheime Raad de vorst bij, met name bij moeilijke juridische kwesties, zoals de uitwerking van de Damesvrede van Kamerijk (1529) of de ondervraging van de opstandige Gentenaars (1539).

Diplomaat

Van den Briaerde genoot in zo’n mate het vertrouwen van keizer Karel V dat hij deel uitmaakte van een diplomatieke zending van de keizer (1533) die reisde naar protestantse Duitse vorsten om hen te overtuigen de lutherse stellingen te veroordelen in een concilie. Zo deed van den Briaerde Wenen en Dresden aan, maar ook Weimar, Halle, Berlijn, Braunschweig, Keulen en Koblenz. Nadien reisde hij door naar Noord-Italië en Spanje.[4]

Een andere diplomatieke missie, naar Grevelingen (1555), deed Briarde in gezelschap van kardinaal Granvelle en Viglius, twee vertrouwelingen van keizer Karel V. Grevelingen lag net op de grens tussen het graafschap Vlaanderen en het koninkrijk Frankrijk. Van den Briaerde bereidde mee de tekst voor van het Bestand van Vaucelles (1556), een adempauze tussen Fransen en Habsburgers in de Italiaanse Oorlog (1551-1559). Karel V trad ondertussen af en heeft nooit het Bestand van Vaucelles ondertekend; dit deed wel zijn opvolger in de Nederlanden, Filips II.

Van den Briaerde was heer van Liezele, en dit, vanaf 1549, omwille van de gronden die hij er opgekocht had. Liezele lag in het hertogdom Brabant. Zijn titel van ridder ging terug tot zijn kindertijd in Kassel.

In 1557 trad Van den Briaerde af als voorzitter van de Grote Raad van Mechelen. Hij stierf hetzelfde jaar in Mechelen. Zijn graf bevond zich in de Mechelse Sint-Janskerk.

Literatuur

  • A. Bonvarlet, Généalogie de la famille de Bryarde, in: Annales du Comité Flamand de France, 1858-59.
  • J. Britz, Lambert de Briaerde, in: Biographie Nationale de Belgique, T. III, Brussel, 1872.
  • H. P. Schaap, Lambert van de Briare, in: Ons Erfdeel, 1960.
  • Jos Monballyu, Lambrecht van den Bryaerde, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel IX, Brussel, 1981.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.