Koekoeksgraad

De koekoeksgraad is het percentage heimelijke buitenechtelijke kinderen of zogenaamde koekoekskinderen in een generatie.[1] Uit genetische studies in Vlaanderen, Italië, Spanje, Mali en Zuid-Afrika komt naar voren dat de koekoeksgraad gedurende de laatste honderden jaren steeds tussen 1 en 2 procent heeft gelegen.[2] De koekoeksgraad in een huidige humane populatie wordt gemeten door een representatief aantal vader-kind relaties via DNA of bloedgroep te verifiëren. De historische koekoeksgraad wordt gemeten door het Y-chromosoom van mannen te vergelijken die eenzelfde voorvader hebben gehad in een ver verleden op basis van genealogische gegevens, een doeltreffende methode ontwikkeld en voor het eerst toegepast door de Leuvense geneticus Maarten Larmuseau.[3]

Op veel 17e-eeuwse schilderijen werd de draak gestoken met bedrogen echtgenoten. Op Het geboortefeest van Jan Steen (1664) weet de trotse vader niet dat een omstaander twee vingers boven het hoofd van de pasgeborene houdt.

De gemiddelde koekoeksgraad mag dan vrij stabiel zijn, erbinnen valt behoorlijk wat variatie aan te treffen. Een studie over Vlaanderen en Nederland in de laatste vijf eeuwen vond dat de koekoeksgraad piekte in de periode 1850-1900 bij de laagste sociale klasse in de grootsteden. Daar kon het aantal buitenechtelijke kinderen oplopen tot 6 %, terwijl dat bij de boeren slechts 0,5 % bedroeg.[4] Behalve de grotere sociale controle op het platteland, moeten ook andere factoren een rol hebben gespeeld die meer aanwezig waren in stedelijke milieus. Verder onderzoek is nodig om na te gaan wat de impact was van hongersnoden, epidemieën, verkrachtingen en sekswerk.[5]

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.