Knecht Ruprecht

Knecht Ruprecht is de hulp van Sint-Nicolaas (Nigelaüs, Nikolaus, Samichlaus, Weihnachtsmann en andere benamingen) in de noordelijke en middelste delen van het Duitstalig gebied. Op de vooravond van Sint-Nicolaasdag (6 december) bezoekt Knecht Ruprecht samen met Sinterklaas de huizen. Ook verschijnt Knecht Ruprecht samen met het Christkind tijdens de kerstperiode.

Ruprecht, Das festliche Jahr in Sitten, Gebräuchen und Festen der germanischen Völker, 1863
Knecht Ruprecht, Nikolaus en Krampus, 1986
Knecht Ruprecht en het Christkind, 19e eeuw
Knecht Ruprecht en Sinterklaas delen cadeautjes uit bij de Bodensee, 2007
Fruit, noten, snoepgoed en de Baselmann, Griitibänz, Grettimaa, Elgermaa of Weckmann (Buikman) uit de zak van Samichlaus
Het Christkindl en Hans Trapp, Das festliche Jahr in Sitten, Gebräuchen und Festen der germanischen Völker, 1863

In enkele regio's heeft Knecht Ruprecht een andere naam, zoals Ruppknecht, Knecht Nikolas, Nickel of Pelznickel (in Mittelrhein).

Uiterlijk

Knecht Ruprecht draagt meestal bruine of zwarte kleding. Hij heeft een baard en draagt een roe aan zijn gordel. Op de rug draagt hij een korf, waar geschenken in zitten (meestal mandarijnen, pinda's, chocola en gemberkoek). In vroegere tijden, in enkele regio's tegenwoordig nog altijd, droeg Knecht Ruprecht (met bont), was bont-behaard of had zelfs hoorns.

Oorsprong en vergelijkbare figuren

Ruprecht is volgens Verwijs een samentrekking van Hruodpëraht.[1] Oorspronkelijk stamt Knecht Ruprecht af van de Perchta-traditie, net als de Krampus. Krampus heeft tegenwoordig nog altijd een duivels uiterlijk en er verschijnen veel Krampussen. Knecht Ruprecht komt alleen en deelt roedes uit aan stoute kinderen, terwijl de Krampus de kinderen ermee slaat. Knecht Ruprecht komt in een groter gebied voor dan de Krampus.

Pelznickel (ook wel Belschnickel, Belznickle, Belznickel, Pelznikel) kan worden vertaald met ranselende Nicolaas (Nickel is een koosnaam voor Nicolaas, maar hij kan ook de vorm aannemen van Sint Maarten; Märtel). Hij komt ook voor in Pennsylvania, meegenomen door immigranten uit de Palts. Daar komt de figuur zo'n twee weken voor kerst en weet alles van de kinderen. Ze worden afgeschrikt met de roe, maar krijgen geen klappen. Deze dreiging zorgt er wel voor dat de kinderen zich goed gedragen en dit gedrag wordt beloond als de kerstman met cadeautjes langskomt. Het gebruik komt ook voor in Newfoundland, enkele delen van Canada en in Santa Catarina (Brazilië). Ook Père Fouettard is een hulp van Sinterklaas, dit kan vertaald worden met ranselende vader, vader geselaar of de zweepvader,

Er zijn meerdere soortgelijke figuren, met dezelfde functie maar mogelijk een andere herkomst. Zo bestaat de Schimmelreiter in het vroegere Oost-Pruisen, Bullerklas in Noord-Duitsland en Beëlzebub, Pelzebock of Hans Muff in Rheinland, Hans Trapp (Hans von Trotha) in de Elzas, Schmutzli in Deutschschweiz en Klaus in de Allgäu. In Luxemburg wordt hij Housecker[2] genoemd. In Beieren kent met Klaubauf of Klaubaufman. In Nederland en België vindt men Zwarte Piet en in België en Frankrijk is Père Fouettard de metgezel van Sinterklaas.

In Zwaben bestaat Belzmärte als kwaadaardige begeleider van Nikolaus. De naam lijkt op Pelzmärtel, dit is de figuur voor Sinterklaas of Sint-Maarten in Franken.

Gebruik

Net als Krampus (en Olentzero) komt Knecht Ruprecht uit het bos, in een dialoog met het Christkind (een gedicht van Theodor Storm, dat nog vaak voorgelezen wordt tijdens kersttijd) wordt dit duidelijk: Von drauß vom Walde komm ich her, ich muss euch sagen, es weihnachtet sehr.

Knecht Ruprecht is de negatieve tegenhanger van Sinterklaas of het Christkind, hij dreigt of bestraft de stoute kinderen. In vroegere tijden was Knecht Ruprecht nog niet overal de bekende naam, soms kwam de figuur voor als de duivel.

Jacob Grimm schreef dat de naam van het Oudhoogduitse hruodperaht (Ruhmglänzender) stamde en daarmee verwees naar Wodan of knecht van Vrouw Holle. Een moderne verklaring van de naam (rûhperht , rauhe Percht) verwijst naar de twaalf nachten tussen kerst en 6 januari (Rauhnachten of de heidense twaalf nachten) en Perchta. Dit heeft overeenkomsten met Befana en Grýla met de Jólasveinar, zie ook Kukeri.

Oorspronkelijk werd Knecht Ruprecht gebruikt als boeman of kinderschrik. Net als de Kinderfresser de Butzenberch (de laatste figuur stamt ook af van het Perchta-gebruik, Butzemann, Butz of ook wel Buschemann is de Duitse benaming voor boeman en volgens de verklaring van de gebroeders Grimm en Anmerkungen zu den Kinder- und Hausmärchen der Brüder Grimm door Johannes Bolte en Georg Polívka is Meneer Korbes vergelijkbaar met deze figuur) draagt Knecht Ruprecht een zak of korf, waarin de kinderen konden worden meegenomen (zie ook man met de zak). Ook de Krampus, Zwarte Piet, Grýla en Père Fouettard dragen zakken of korven. Tegenwoordig wordt de zak of mand voornamelijk gebruikt om de cadeautjes te dragen die Sinterklaas uitdeelt.

Vooral in calvinistische streken verdween het idee van een negatieve tegenhanger of knecht van Sinterklaas of het Christkind. De naam veranderde soms in Herre Sente Rupperich of Herr Sankt Ruprecht. In de 17e eeuw werd geprobeerd de herkomst te koppelen aan een legendarische priester met de naam Ruprecht. Hij zou boeren vervloekt hebben die tijdens kerstnacht met hun dronken gezang en gedans de kerstmis hebben verstoord.

Tijdens het Klausjagen deelt Sinterklaas samen met vier Schmutzlis koekjes uit aan het publiek.

Afbeeldingen

Zie ook

Zie de categorie Knecht Ruprecht van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.