Kleine groene bijeneter

De vogel is 16 tot 18 cm lang, de verlengde buitenste staartpennen zijn ongeveer 10 cm lang. De vogel weegt slechts 15 tot 20 gram, het is een kleine soort bijeneter. De acht ondersoorten vertonen verschillen in verenkleed, vooral de kleuren op de kruin en de keel. De nominaat M. o. orientalis is overwegend groen, met een bronskleurige metaalglans. De kruin en nek zijn goudkleurig met een groene glans, de "wangen" zijn blauw en door het oog loopt een zwarte band. De keel is blauw en wordt begrensd door een smalle zwarte band met daaronder weer groen. Ondersoorten zoals M. o. cyanophrys (uit Isaraël) hebben meer blauw op de kop.[2]

Er zijn 8 ondersoorten:[3]

• M. o. viridissimus (Senegal tot Noord- en Midden-Ethiopië)
• M. o. cleopatra (Nijldal van Egypte en Noord-Soedan)
• M. o. cyanophrys (Zuid-Israël en Zuid-Arabië)
• M. o. muscatensis (Midden- en Oost-Arabië)
• M. o. beludschicus (Zuid-Irak tot Noordwest-India)
• M. o. orientalis (West-India tot in Bangladesh)
• M. o. ceylonicus (Sri-Lanka)
• M. o. ferrugeiceps (Noordoost-India tot in Zuid- en Midden-China en Indochina)

Het leefgebied bestaat uit half open, droge landschappen met verspreide bomen, vaak op een kale zandige ondergrond, maar ook in sterk begraasd gebied en droge rivierbeddingen met doornig struikgewas, verder in agrarisch gebied zoals dadelpalmplantages. In India komt de vogel voor tot op 2000 m boven zeeniveau, in Afrika tot 1250 m.[2]

De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Men veronderstelt dat de soort in aantal vooruit gaat. Om deze redenen staat de kleine groene bijeneter als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

• 
  M. o. muscatensis
• 
  Kleine groene bijeneters nemen zandbad.