Kees Spiering

Spiering studeerde Nederlandse en Engelse taalkunde. Na zijn debuut in 1985 publiceerde hij vijf dichtbundels voor de jeugd en vier bundels voor volwassenen.

Hij woont in Noordbroek (provincie Groningen). Sinds 2007 is hij fulltime (tekst)schrijver/dichter.

Spiering schrijft over alledaagse en herkenbare dingen, zoals ruzie, liefde, ouders, school en natuur. In zijn poëzie verwerkt hij thema’s zoals jeugdige verliefdheden, confrontatie met de dood, groeipijnen, droefheid. Gevoelens staan centraal.

Jeugdpoëzie:

• Jachtveld (uitgeverij Holland, 1992)
• Thuis, in een vreemde tuin (Bakermat, 1995)
• Een pijl door je maag (Bakermat, 1997)
• Dag Rots (DiVers, 2002)
• Geen houden aan (Querido (uitgeverij), 2004) (Genomineerd voor De Gouden Uil 2005)
• Jij begint (Luitingh-Sijthoff, 2018)

Volwassenenpoëzie:

• Wat blijft bestaan (Bekker & Veltman, 1993)
• Een prachtige tuin (Slibreeks, 1996)
• Het zoeken van de wind (Bekker & Veltman, 1999)
• Hadrianus' muur / Eikeldoorpers / 2002

Jeugdproza:

• Aladdin (De Eenhoorn, 2007)

Non-fictie:

• OM. Van aap noot mies naar apenstaart (Noorderpoortcollege, 2002) (Thema: computers in het onderwijs)

In samenwerking met andere auteurs:

• Een straat met een staartje (Bakermat, 1996) (Jeugdproza)
• Hoeveel weegt blauw (Bakermat, 1996) (Beeldpoëzie voor jongeren)
• Het recht van de banaan is krom (Bakermat, 1998) (Jeugdproza)