Kasteel van Male

Het kasteel van Male is een burcht van de graven van Vlaanderen die zich bevindt te Male in Sint-Kruis, deelgemeente van de Belgische stad Brugge.

Kasteel van Male

Geschiedenis

De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 12e eeuw, hoewel er mogelijk in de 9e eeuw al een tegen de Vikingen gerichte motteburcht heeft bestaan. In 1166 werd het kasteel volgens de legende[1][2] ingewijd door Thomas Becket, de aartsbisschop van Canterbury. Onder Filips van den Elzas werd het een grafelijk bestuurlijk centrum en domein.

Tijdens oorlogen met Frankrijk werd het kasteel bezet en in 1302 weer heroverd door de Bruggelingen onder de leiding van Pieter de Coninck en Willem van Gulik.

De belangrijkste persoon waarvan de naam aan dit kasteel verbonden is was Lodewijk van Male die er in 1329 geboren werd. Het grafelijk domein werd geleidelijk aan weggeschonken aan religieuze instellingen en verkocht aan particulieren, waardoor hoeven ontstonden. In 1382 werd het kasteel door de Gentenaars verwoest na de Slag op het Beverhoutsveld. De heroprichting werd voltooid in 1397, maar in 1453 plunderden de Gentenaars het kasteel opnieuw. In 1490 volgde opnieuw een plundering door troepen van de graaf van Nassau. De burcht was kwetsbaar gelegen, waardoor de verdediging moeilijk was.

Kasteel van Male in de 1e helft van de 17e eeuw - Afbeelding uit Flandria Illustrata (1641)

Hierop volgde de Bourgondische tijd, waarin het slot zijn belang behield, maar in 1558 werd het verkocht door koning Filips II aan Juan Lopez Gallo, een ridder die in 1560 tot baron van Male werd benoemd. Toen werd het Kasteel van Male de zetel van een 'gewone' heerlijkheid waar adellijke families de bewoners waren. Zo was Frans Claesman een der 18e-eeuwse bewoners, en in 1920 werd het kasteel aangekocht door Charles Gillès de Pelichy, die senator was. Na enige tijd liet het onderhoud te wensen over en trad verval in.

Vanaf 1954 vestigde de Sint-Trudoabdij zich in het kasteel, dat tevens werd opgeknapt en uitgebouwd.

De slottoren stamt uit de 16e eeuw en er is een 17e-eeuwse vleugel aan vastgebouwd. Van 1954 tot 1965 werd het complex uitgebreid met een nieuwgebouwde ridderzaal, een gastenverblijf en een abdijkerk. Architect was Arthur Degeyter.

In 2011 werd het kasteel verkocht aan Hein Deprez, de stichter van het bedrijf Univeg. In 2013 verlieten de kloosterzusters het gebouw en verhuisden naar het gebouw van de Hospitaalzusters van Sint-Jan in Sint-Pieters-Brugge.[3]

Literatuur

  • Magda CAFMEYER, Het kasteel van Male, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1940-46.
  • Magda CAFMEYER, Rond het kasteel van Male. Legende en volksoverlevering, in: Biekorf, 1951.
  • Antoon VIAENE, Rond het kasteel van Male. De legende van de opgesloten gravin, in: Biekorf, 1951.
  • Jo BERTEN, Het grafelijk slot van Male, Tielt, Lannoo, 2017.

Zie ook

Zie de categorie Sint-Trudoabdij van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.