Kasteel van Beersel

Het Kasteel van Beersel is een kasteel in de gemeente Beersel, in de Belgische provincie Vlaams-Brabant.

Kasteel van Beersel
Het kasteel van Beersel
LocatieBeersel, Vlaams-Brabant,  België
Coördinaten50° 46 NB, 4° 18 OL
Gebouwd in14e eeuw
Portaal    België

Geschiedenis

Heren van Beersel bezaten in dit gebied een allodium en een klein leengoed, dat aan verschillende geslachten heeft toebehoord. De eerste bekende heer van Beersel was Godfried van Hellebeke, seneschalk van het hertogdom Brabant, een functie die de Beerselse slotheren zullen blijven behouden. Hij bezat er ca. 1312 reeds een burcht. In 1391 verkreeg Jan II van Witthem (1340-1405), seneschalk onder hertogin Johanna van Brabant en haar echtgenoot Wenceslas van Luxemburg, de erkenning van zijn heerlijke rechten over Brussel en omgeving. Met de hulp van een Brusselse volksmilitie slaagde hij erin het naburige kasteel van Gaasbeek, waar de moordenaars van Everaard t'Serclaes zich verscholen hadden, in te nemen. Zijn nakomelingen zullen zeven generaties lang, tot het einde van de 16e eeuw, burchtheren blijven.

Onder Hendrik III van Wittem (achterkleinzoon van Jan II) werd het kasteel in 1489 ingenomen door een troepenmacht uit Brussel, dat in opstand was gekomen tegen Maximiliaan van Oostenrijk. De woedende Brusselaars verwoestten eerst de stadswoning van Hendrik in de Voldersstraat, en trokken toen, onder leiding van Filips van Kleef, met zwaar geschut naar Beersel. De burcht werd verdedigd door Hendriks zoon Filips van Witthem, aanvankelijk met succes. Maar bij een tweede poging werd ze zwaar beschadigd, en moest het garnizoen zich overgeven. De kapitein, Willem van Ramilly, werd openbaar gelyncht op de Brusselse Grote Markt. Maximiliaan nam echter wraak en belegerde Brussel, dat door uitputting en pest moest capituleren. De Brusselaars werden ertoe verplicht het huis van Hendrik terug op te bouwen en het kasteel van Beersel te herstellen.

Op 26 mei 1491 werd Hendrik III van Witthem, burchtheer van Beersel, verheven tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies, en later tot kamerheer van keizer Karel V. Hij werd zo een van de machtigste heren van zijn tijd. Hij overleed op 17 september 1515. Zijn zoon Filips († 1523) volgde hem op. Toen Filips’ kleinzoon Jan II in 1591 overleed, verdween de laatste mannelijke erfgenaam van het geslacht van Witthem.

Door het huwelijk van zijn dochter Ernestina ging het kasteel en de heerlijkheid over in de handen van de hertogen van Arenberg. Door verwaarlozing raakte het kasteel in verval naar het einde van de 18e eeuw. Onder koning Willem I werd het tijdelijk in gebruik genomen als katoenweverij (1818), maar de onderneming kende weinig succes. Ten slotte werd het gedeeltelijk afgebroken en verder aan het verval overgelaten.

Restauratie

Na het verval van de 19e eeuw werd besloten om het kasteel te restaureren, met historische verantwoording. In 1928 besluiten graaf en gravin Guillaume Hemicourt de Grunne het Kasteel te schenken aan de "Vrienden van het Kasteel van Beersel". Een grondige restauratie wist een van de zuiverste voorbeelden van laat-middeleeuwse militaire architectuur van de ondergang te redden. De burcht is sinds 1948 eigendom van de Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden en Tuinen van België die haar ter beschikking stelt van de gemeente Beersel. Na jaren van planning werd in 2008 een nieuwe restauratie ingeluid door een archeologisch onderzoek.[1] De tweede fase kan van start gaan na groen licht van de Vlaamse regering over het subsidiedossier in maart 2011.[2]

Architectuur

Het hedendaags uitzicht dateert van de 15e eeuw. Dit kasteel werd nooit tot lustslot verbouwd, zoals andere kastelen. Hierdoor is dit een fraai voorbeeld van een versterkte burcht.

De oudste gedeelten van de burcht stammen uit het begin van de 14e eeuw, er worden twee bouwperiodes onderscheiden. Deze zijn te situeren in de 14e en de 15e eeuw. De verfraaiing uit witte zandsteen is 15e-eeuws. Zoals de meeste burchten heeft Beersel een hoop architectonische elementen die zijn verdediging moeten verbeteren. De ophaalbrug heeft een werkend mechanisme, daterend uit de late middeleeuwen. Echter ontbreekt de klassieke donjon, die standaard is bij andere bekende burchten. De drie halfronde woontorens van 1617, in de middelste toren is de ridderzaal, met een gotisch gewelf uit de 15e eeuw. Het geheel is versierd met de bruine en grijze zandsteen van de streek. Oorspronkelijk was er ook een wachttoren, die verdwenen is. Er was tevens vroeger een kapel en een keuken.

Het onderhoud gebeurde door de bewoners, maar in de 19e eeuw was de situatie rampzalig. Door het gebrek aan herstellingen verviel het kasteel, en alle daken vielen in.

De burcht ligt aan de voet van de heuvel waarop het dorp gebouwd is, iets hoger dan de beemden van de Zenne. Het kasteel is voorzien van een brede slotgracht en stevige weermuren die opgetrokken zijn uit ter plaatse gebakken baksteen.

Trivia

Het verhaal De schat van Beersel uit de Suske en Wiske-reeks speelt zich af in het kasteel van Beersel in het jaar 1489.

De Belgische metalband Theudho nam in januari 2007 een videoclip voor het nummer "Uttergälden" op in het kasteel van Beersel.

Zie ook

Zie de categorie Castle of Beersel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.