Karel Grimminck
Karel Lodewijk Grimminck (Ieper, 28 mei 1676 - Sint-Jan-ter-Biezen, 12 november 1728) was een Vlaams mysticus. Gedoopt op 30 mei d.a.v. te Yper (St Jacobs. Peter: Heer Marcus Christianus Grimminck uit Veurne, Meter: Vrouwe Catharina Navigheer echtgenote van Joannes van Wel uit Ieper. zoon van Jkhr Pieter Frans Grimminck en Jkvr Maria Cornelia Verbaere). Na zijn humaniora in Veurne volgde hij lessen filosofie in Dowaai en theologie in Ieper. Op 6 Juni 1700 werd hij in Doornik tot priester gewijd, door Mgr F.Cailletot de la Salle. Hij was kapelaan in Ramskapelle (Veurne) (24-10-1700 - 8-6-1702), en priester in Zuidkote (1702-1709) en Kaaster (1709-1714). Daarna leefde hij nog tien jaar als kluizenaar in Kaaster.
De laatste vier jaar van zijn leven was hij kluizenaar in Sint-Jan-ter Biezen. Hij schreef mystieke teksten en was volksmissionaris. Na zijn dood werd hij begraven in de kerk van Watou.
Literatuur: Iepers Kwartier (1978), een biografie door Lodewijk Danes, Rector Magnificus Leuvense Universiteit (1737) en "Leven van de Z.E. Heer Grimminck", door Ferdinand van de Putte, 1849. VSW-Cahiers jg XII, nr 2 (Karel Bequin) met nog meer literatuur over de geschriften van Grimminck.
Zijn lijfspreuk was: God is 't al, de rest is niet.