Jozef van Arimathea

Jozef van Arimathea is een persoon die voorkomt in de Bijbel. Hij was, volgens Lucas, een lid van het Sanhedrin. Hij was het echter oneens met de veroordeling van Jezus. Mogelijk was hij zelfs een aanhanger van Jezus en (volgens MattheĆ¼s 27:60) de eigenaar van de tuin waarin deze begraven werd. In die tuin lag namelijk een nieuw graf, waarin nog niemand was begraven. Na Jezus' dood vroeg hij aan Pontius Pilatus om het lichaam in zijn (ongebruikt) graf te mogen begraven. Hierom wordt Jozef vereerd door begrafenisondernemers, van wie hij de beschermheilige is. Hij was ook degene die Jezus van het kruis haalde en in een linnen doek wikkelde.

Jozef van Arimathea door Pietro Perugino

Volgens een 14e-eeuwse legende ving Jozef het bloed van Jezus op in een beker, de Heilige Graal, en vluchtte hij hiermee naar Glastonbury in Engeland.[1]

Arimathea was een stad in Juda. Het zou tegenwoordig Ramla of Rentis heten.[2]

Zijn lichaam wordt als relikwie vereerd in de Armeense Vank-kathedraal in Isfahan, Iran.[3]

Zijn feestdag wordt gevierd op 17 maart in de Rooms-Katholieke Kerk en op 31 juli in de oosters-orthodoxe kerken.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Jozef van Arimathea op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.