Joseph Bondas
Henri Joseph Bondas (Seraing, 25 november 1881 – aldaar, 1 januari 1957) was een Belgisch syndicalist en politicus voor de POB en vervolgens de PSB.
Joseph Bondas
| ||||
Naam | Henri Joseph Bondas | |||
Geboren | Seraing, 25 november 1881 | |||
Overleden | Seraing, 1 januari 1957 | |||
Regio | ||||
Land | ||||
Functie | Bestuurder Syndicalist Politicus | |||
Partij | POB / PSB | |||
Vakbond | SK / BVV / ABVV | |||
Mandaten | ||||
1919 - 1940 | Secretaris CMB Luik | |||
1921 - 1937 | Adjunct-secretaris SK | |||
1922 - 1927 | Gemeenteraadslid Seraing | |||
1937 - 1940 | Algemeen secretaris BVV | |||
1937 - 1938 | Koninklijk commissaris voor de controle op de aanmaak en de handel in oorlogsmaterieel | |||
1940 - 1945 | Voorzitter BVV | |||
1943 - 1944 | Onderstaatssecretaris voor Hulp aan Vluchtelingen, Arbeid en Sociale Voorzorg | |||
1945 - 1947 | Algemeen-secretaris ABVV | |||
|
Levensloop
Op 13-jarige leeftijd trad hij toe tot de Socialistische Jonge Wacht-afdeling van Seraing. In 1905 richtte hij samen met Julien Lahaut een metallurgisch syndicaat op in de gemeente en werd er in 1912 de schatbewaarder van. Hij werd van 1908 tot 1912 tevens permanent secretaris van de Dienst van Arbeidsongevallen bij de Federatie van Metallurgisten, waarna hij van 1912 tot 1917 secretaris was van de Intersyndicale Dienst van de provincie Luik.
In 1917 werd hij benoemd tot permanent secretaris van de Algemene Federatie van Syndicaten van de provincie Luik, in 1919 tot secretaris-generaal van de federatie van Metallurgisten van de provincie Luik en in 1921 tot secretaris van de Syndikale Kommissie. Deze functies zou Bondas behouden tot in 1940 en werd hiermee een invloedrijk syndicalist. Van 1921 tot 1927 was hij bovendien gemeenteraadslid van Seraing.
In 1923 publiceerde hij het boek Les Vacances Ouvrières, waarin hij de verschillende systemen van betaald verlof in België en het buitenland vergeleek. Dit boek zou lange tijd een referentie zijn voor de verdedigers van betaalde vakantie. Van 1937 tot 1938 was hij eveneens 'Koninklijk commissaris voor de controle van de fabricatie en de handel van materiaal, munitie en oorlogsvoertuigen'.[1] In 1937 werd hij aangesteld als algemeen-secretaris van het Belgisch Vakverbond (BVV) en vanaf 1940 was hij voorzitter van deze vakbond.
Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog vluchtte Bondas naar Frankrijk, maar keerde al snel terug naar België. Daar werd hij geconfronteerd met de collaboratie van BWP-partijvoorzitter Hendrik De Man, waarna hij actief werd in het Verzet. Vanaf mei 1941 was hij onder meer medewerker van de ondergrondse krant Le Monde du Travail. In 1942 werden zeven belangrijke syndicalisten van de provincie Luik door de Duitsers opgepakt. Bondas kon echter ontkomen door met een valse identiteit naar het Verenigd Koninkrijk te vluchten. Nadat hij in Londen aankwam, werd hij in maart 1942 benoemd tot secretaris-generaal van het Syndicaal Centrum van België.
In 1943 werd hij door Paul-Henri Spaak gevraagd om onderstaatssecretaris te worden van Vluchtenhulp, Arbeid en Sociale Voorzorg in de regering-Pierlot IV, een mandaat dat hij van 3 september 1943 tot 26 september 1944 uitoefende.[2]
Na de Bevrijding was Bondas betrokken bij een syndicale reconstructie en in april 1945 was hij betrokken bij de oprichting van de ABVV, een fusie van vier vakbonden. Van 1945 tot 1947 was hij er de eerste secretaris-generaal van, waarna hij op pensioen ging.
Bibliografie
- Les Vacances Ouvrières (1923)
Bronnen, noten en/of referenties
|
Algemeen secretaris van het BVV 1937 - 1940 |
Opvolger: Jef Rens | |
Voorganger: Edward De Vlamynck |
Voorzitter van het BVV 1940 - 1945 |
|
Voorganger: Gustave Joassart |
Onderstaatssecretaris voor Hulp aan Vluchtelingen 1943 - 1944 |
Opvolger: Léon Delsinne |
Voorganger: Gustave Joassart |
Onderstaatssecretaris voor Arbeid en Sociale Voorzorg 1943 - 1944 |
Opvolger: Achiel Van Acker |
Algemeen secretaris van het ABVV 1945 - 1947 |
Opvolger: Paul Finet |