Joris Devos

Levensloop

Devos promoveerde tot doctor in de rechten (1926) en werd griffier bij de rechtbank van Dendermonde.

In 1936 werd hij verkozen tot senator voor het arrondissement Sint-Niklaas-Dendermonde. Hij werd herverkozen in 1939 en bleef senator tot aan zijn overlijden in 1942. In 1940 werd hij ondervoorzitter van de Senaat en nam hij deel aan de buitengewone vergadering die plaats vond eind mei 1940 in Limoges. Hij ging vooral de geschiedenis in als raadsman van Arsène Goedertier, de hoofdverdachte in de beruchte diefstal in 1934 van 2 panelen van het schilderij 'De aanbidding van het Lam Gods' van de gebroeders Van Eyck. Omdat senator Devos de laatste persoon was die met Goedertier had gesproken op diens sterfbed, werd hij er door de Duitse bezetter van verdacht de schuilplaats te kennen van het ene paneel dat nooit werd teruggevonden. Devos overleed trouwens aan een hersentrombose de avond na een zware ondervraging door de Nazi's, die naarstig op zoek waren naar het gestolen paneel.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.