Hulsteik
De hulsteik (Quercus coccifera), ook wel kermeseik genoemd, is een boom uit de beukenfamilie (Fagaceae). Het is een groenblijvende soort, die in het Middellandse Zeegebied groeit op warme en droge heuvelhellingen. De boom kan 6 m hoog worden, maar vaak is hij meer struikachtig en vormt dan een ondoordringbare heg.
Hulsteik | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
soort | ||||||||||||||||||
Quercus coccifera L. (1753) | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen Hulsteik op | ||||||||||||||||||
Hulsteik op | ||||||||||||||||||
|
De bladeren van de hulsteik zijn bronskleurig en licht behaard. Oudere bladeren zijn donkergroen en stekelig. Ze zijn 2-4 cm lang en onbehaard.
De mannelijke katjes zijn geel en hebben een lengte van 2-4 cm. Ze verschijnen met de jonge bladeren in de lente. Er zitten eikels verborgen tussen de bladeren. Het napje van de eikel heeft stekelige schubben. De eikels worden gedurende de tweede zomer rijp.
- Boom
- Bladeren
- Eikels
- Eikels met napjes
Soorten van het geslacht Quercus (Eik) | |
---|---|
Q. acutissima (Gezaagdbladige eik) · Q. alba (Amerikaanse witte eik) · Q. aliena (Japanse eik) · Q. alnifolia (Gouden eik) · Q. berberidifolia (Californische struikeik) · Q. bicolor (Tweekleurige eik) · Q. cerris (Moseik) · Q. coccifera (Hulsteik) · Q. coccinea (Scharlaken eik) · Q. dentata (Japanse keizereik) · Q. faginea (Portugese eik) · Q. ilex (Steeneik) · Q. kelloggii (Californische zwarte eik) · Q. lamellosa · Q. lusitanica · Q. macranthera (Perzische eik) · Q. mongolica (Mongoolse eik) · Q. palustris (Moeraseik) · Q. petraea (Wintereik) · Q. pubescens (Donzige eik) · Q. pyrenaica (Pyreneeëneik) · Q. robur (Zomereik) · Q. rubra (Amerikaanse eik) · Q. suber (Kurkeik) |
Zie de categorie Hulsteik van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |