Huib Hoste

Huib (Hubert) Hoste (Brugge, 6 februari 1881Hove, 18 augustus 1957) was een Belgisch architect, ontwerper en stedenbouwkundige.

Huib Hoste
Persoonsinformatie
Nationaliteit België
Geboortedatum6 februari 1881
GeboorteplaatsBrugge
Overlijdensdatum18 augustus 1957
OverlijdensplaatsHove
BeroepArchitect
RKD-profiel
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde
Het Zwarte Huis in Knokke, 1924
Huib Hoste en Jules Fonteyne. Onze-Lieve-Vrouwekerk, Zonnebeke. 1924.

Biografie

Hoste studeerde in Gent. Hij liep stage bij de architecten Charles De Wulf en Louis Cloquet. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij met zijn gezin naar het neutrale Nederland, waar hij ook al voordien had rondgereisd. Hij leerde het werk kennen van Hendrik Petrus Berlage en ontmoette architecten als Van 't Hoff, Wils, Oud, Kramer en De Klerk, en kunstenaars als Mondriaan en Van Doesburg. Door het briefcontact met Van Doesburg en zijn vriendschap met Louis van der Swaelmen en Raphael Verwilghen kwam hij tot de overtuiging van de noodzaak van de moderne architectuur.

Tijdens zijn verblijf in Nederland maakte Hoste het ontwerp voor het Belgenmonument in Amersfoort, een gedenkteken ter herinnering aan de internering van gevluchte militairen (1916).

In juni 1918 werd een algemeen artikel over architectuur van Hoste gepubliceerd in De Stijl (zie Publicaties), hoewel hij het, naar eigen zeggen, niet noodzakelijk eens was met de ideeën van de overige medewerkers van dit tijdschrift. Op 29 juli 1918 verscheen in de Nieuwe Amsterdammer een artikel van Hoste, waarin hij zich afvroeg ‘wat men onder den naam van kunst in sommige Roomsche kerken opstelt’. Om niet partijdig over te komen vermeldde hij in het artikel dat hij Rooms-katholiek was.[1] Dit kwam hem door de redactie van De Stijl, met Van Doesburg voorop, op zware kritiek te staan. In een open brief aan Hoste werd hij ouderwets en eclectisch genoemd en iemand met twee monden.[2]

In een van zijn eerste ontwerpen, die hij maakte na teruggekeerd te zijn in België, de Onze Lieve Vrouwekerk in Zonnebeke (zie afbeelding), is onmiskenbaar de invloed van Berlage te herkennen, zij het sterk vereenvoudigd. Het is opvallend dat hij boven in de westfaçade en boven in de campanile zogenaamde thermenvensters toepast, wat zou kunnen duiden op Angelsaksische (palladiaanse) invloed. Zijn eerste echt moderne bouwwerk was zijn Zwarte Huis in Knokke-Heist. Ontdaan van elke vorm van decoratie, kan men er vanwege de massaverhouding en het kleurgebruik, de invloed van De Stijl in zien.

In 1928 sloot Hoste zich aan bij de Congrès Internationaux d'Architecture Moderne (CIAM), een organisatie ter bevordering van functionele architectuur en stedenbouwkunde. Als hoofdredacteur van Opbouwen nam hij deel aan de levendige discussie voor de ontwikkeling van Linkeroever van Antwerpen en werkte in 1933 samen met Le Corbusier aan de plannen hiervoor in samenwerking met Renaat Braem. Hij stelde er een grote arbeiderswoonstad voor. De interesse van Huib Hoste voor de industralisatie van de bouw en sociale woningbouw leiden hem naar snelle en goedkope bouwwijzen. Bouwen zonder bakstenen was een van zijn stokpaardjes en het uitproberen van nieuwe materialen als assebeton brachten hem vaak in de problemen. Het huis De Beir ( te Knokke-Heist, Dumortierlaan 8, gebouwd 1924-1925 ) moet dan ook gezien worden als een experiment met in de visie van Hoste een beperkte levensduur. zie ook https://zwinstreek.eu/geschiedenis/heemkundige-kringen/zoeken-in-publicaties/14914-woning-dr-de-beir-van-huib-hoste

Na de Tweede Wereldoorlog richtte hij samen met kunstcriticus K.N. Elno het tijdschrift Ruimte op, dat van 1953 tot 1956 verscheen en degelijke bijdragen bracht over architectuur, stedenbouw en vormgeving.

Architectuur

  • Woonhuis en winkel In den Gouden Blieck , in Roeselare , 1906
  • Stadswoning Den Grooten Anckere , in Brugge , 1907
  • Hofstede en geboortehuis van Guido Gezelle , in Brugge , 1909
  • Huis Den Bonten Hont , in Brugge , 1909
  • Tolhuis , Jan van Eyckplein in Brugge
  • Woning Het Lindenhof of woning De Grote Valies , in Brugge , 1911
  • Kunstenaarswoning van Joe English , in Brugge , 1911
  • Landhuis Les Buttes , 1912
  • Het Belgenmonument in Amersfoort, 1916.
  • Landwoning te Avelgem, 1919
  • Ijzerwinkel , in Wervik , 1920
  • Modernistisch hoekhuis , Wervik , 1920
  • Tuinwijk Klein Rusland ,Zelzate , 1921
  • De Onze Lieve Vrouwekerk in Zonnebeke, in samenwerking met Jules Fonteyne, 1922. Zie afbeelding rechtsboven.
  • Pastorie , Zonnebeke , 1922
  • Het Zwarte Huis of woning van Dr.De Beir in Knokke-Heist [in samenwerking met Victor Servranckx], 1924.[3]
  • Gemeenteschool met directeurswoning , Brugge , 1926
  • Drukkerij Geerardijn , Brugge , 1927
  • Huis Billiet met diamantslijperij , Brugge , 1927
  • Woning Wolvenhoek , Brugge , 1929
  • Het Woonhuis in Zele, 1931.
  • Feestzaal Merelhof , Mortsel , 1933
  • Het Huis Gombert in Sint-Pieters-Woluwe, 1933.
  • Appartementsgebouw met atelierwoning Panzer , Antwerpen , 1934.
  • Stedenbouwkundige Studie Groot-Antwerpen [in samenwerking met Renaat Braem en Clocquet], 1938-1939.
  • Woning Moens , Aalst , 1941.
  • Villa Eksternest naar ontwerp van Huib Hoste , Roeselare , 1942.

Toegepaste kunst

  • Kast Gerardyn [uitgevoerd door de firma Vynckier, Gent]. 1927.[4]
  • Brievenhouder, circa 1930.[5]

Publicaties

  • De Stijl, in: De Telegraaf, (17 november 1917).
  • De roeping der moderne architectuur, in: De Stijl, 1e jaargang, nummer 8 (juni 1918): p. 85-87.[6]
  • Het nieuw gemaal te Rotterdam, in: Bouwkundig Weekblad, 39e jaargang, nummer 29 (20 juli 1918): p. 169-170.[7]
  • Antwoord op een open brief,in: De Stijl, 1e jaargang, nummer 11 (september 1918): p. 135-136.[8]
  • Het vacantiehuis te Noordwijkerhout, in: De Telegraaf (1 maart 1919). Over Vakantiehuis De Vonk.
  • Jan Wils, in: De Telegraaf, 27e jaargang (6 mei 1919).
  • Van Bouwen en Wonen Brugge, Excelsior, 1930.
  • In memoriam Theo van Doesburg, in: Opbouw, 2e jaargang, nummer 6 (maart 1931): p. 164.

Literatuur

  • Marcel SMETS, Huib Hoste, Vlaams voorvechter in een vernieuwende architectuur, 1969
  • Marcel SMETS, Oeuvrelijst Huib Hoste, 1977
  • Bernard VAN CAUSENBROECK, Huib Hoste, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998
  • I. STRAUVEN, Hoste, Huib, in: A. Van Loo (red.), repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 2003
  • Ann VERDONCK, De zoektocht van Huib Hoste naar de nieuwe betekenis van kleur in de architectuur, doctoraatsverhandeling, VUB, 2006
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.