Het iksel

Heer Bommel en zijn iksel (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het iksel) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 17 april 1953 en liep tot 30 mei van dat jaar. Het thema is psychoanalyse.

Het verhaal

De nijvere kruidenier Garmt Grootgrut[1] ontdekt in zijn boekhouding een kasverschil. Het blijkt van heer Bommel afkomstig te zijn, die op dat moment wat te kampen heeft met overspannenheid. De kasteelheer heeft last van driftbuien, slapeloosheid en oogtrekkingen, waardoor hij zich erg moe begint te voelen. De ontboden geneesheer houdt het op een leeftijdsverschijnsel. Na deze diagnose wordt hij door de driftige heer buiten geworpen. Tom Poes treft hem dan ook uitgeput aan bij zijn bezoek aan het kasteel Bommelstein. Hij stelt voor samen weer eens op avontuur te gaan zoals vroeger. De frisse lucht zal hem goed doen en als je moe bent kun je ‘s avonds goed slapen. Maar hun gesprek wordt gestoord door opgewonden stemmen uit de keuken waar Joost en Garmt Grootgrut ruzie maken. Heer Bommel trapt de middenstander de keuken uit. Hij wil in zijn eigen keuken niet beledigd worden en hij wil ook geen perzikbloesemthee tegen de hoofdpijn. Een heer en een Bommel betaalt altijd zijn nota’s.

Tom Poes is nu echt bang dat heer Bommel overspannen is geraakt. Bediende Joost adviseert voetbaden volgens het recept van zijn tante Cato. Tom Poes vraagt wederom om samen op avontuur te gaan, maar de bediende Joost geeft een boekwerkje van doctor Diper. Heer Bommel is getroffen door het geschrift en geeft Tom Poes opdracht om hem met de Oude Schicht bij de dokterspraktijk te brengen. Met een modern toestel, gebaseerd op het zogenaamde Dipers-patent, dat lange diepgravende gesprekken overbodig maakt, projecteert de dokter de diepe zielenroerselen van heer Bommel op de muur. Deze ego-projectie toont eerst de gebeurtenissen van die ochtend in de keuken. Geschokt ziet heer Bommel dit aan. Maar of het nu ego-projectie of 3D-film heet, hij vindt het allemaal gewoon maar film. Geprikkeld toont de dokter nu heer Bommel zijn innerlijk, een woestijnlandschap met enkele cacteeën en wat verbleekte dierenbeenderen in het zand. Maar voordat heer Bommel boos wordt vertoont de zielkundige de wensdroom van heer Bommel uit zijn onderbewuste op de muur. Hijzelf als vurige cowboy, hordes bandieten verjagend. Dit bevalt heer Bommel een stuk beter en in de hem kenmerkende impulsiviteit negeert hij de uitleg van de dokter en koopt hij de hele praktijk inclusief het toestel op want geld speelt immers geen rol.[2] De waarschuwingen van Tom Poes baten niet, want heer Bommel is op zoek naar zijn iksel.

Terug op het kasteel voorzien bediende Joost en Tom Poes moeilijke tijden nu heer Bommel wil uitvinden wat er in zijn innerlijk omgaat. De eerste wensdroom van heer Bommel wordt echter verstoord door de komst van kruidenier Grootgrut. De middenstander spreekt nu zelfs Tom Poes aan over de openstaande nota. Hij vertrekt onverrichter zake, nadat heer Bommel hem van bovenaf heeft nat gegooid. Voor heer Bommel is de maat nu vol en hij loopt met zijn analysemachine het kasteel uit om in de vrije natuur een rustig plekje te zoeken. Zijn grote dirigentdroom wordt echter wederom verstoord door de brute werkelijkheid. Het is de tubaspeler van het Rommeldamse fanfare-orkest Kunst na Arbeid in de persoon van Garmt Grootgrut. Ook hij oefent in de vrije natuur om geen aanstoot te geven. Na een mislukte interventie van Tom Poes werpt heer Bommel de kruidenier, de tuba en zijn jonge vriend woedend een heuvel af. Gelukkig vindt heer Bommel nog een verlaten schaapskooi om de analyse van zijn iksel voort te zetten. Hij is niet echt tevreden over zijn wensdromen, want hij wist wel wat hij in zich had. De kasteelheer beroert een knop met het opschrift: ‘’voorzichtig, erg diep” draait aan de zwengel en wacht af.

Er verschijnt nu een bekend figuur in de hut met een donkere ruitjesjas. De eerst nog platte figuur maakt zich bekend als heer Bommel zijn iksel. Heer Bommel herkent hem nu wel en zegt dat het inderdaad op zijn innerlijk aankomt. Het iksel is echter precies tegenovergesteld in woord en daad. "Het gaat om het uiterlijk,dat moest je zo langzamerhand weten. Samen besluiten ze naar Luilekkerland te gaan. Maar ook in deze genoeglijke wensdroom komt kruidenier Grootgrut weer binnen rijden. Hij wordt met grof geweld door heer Bommel en zijn broer[3] weggejaagd. Onderweg geeft de kruidenier Tom Poes een lift, die dokter Diper om raad wil gaan vragen. Intussen besluiten de getergde heren Bommel om de kruidenier uit de weg te ruimen. Het iksel toont heer Bommel een knop op het apparaat, die zijn diepste wens in vervulling zal doen gaan. Want het is zo simpel: omdat je een heer bent, laat je je boosheid niet haar gang gaan. Vervolgens slaat die boosheid naar binnen en vreet ze je van binnenuit op. Heer Bommel maakt nu de vergelijking met een lintworm. Samen drukken ze op de knop en zwaaien aan de hengel, om de kruidenier in hun macht te krijgen.

Heer Bommel en zijn iksel belanden bij het huisje van weduwe Dapper, waar kruidenier Grootgrut juist daarvoor tevergeefs heeft aangebeld. Maar de gehoopte confrontatie blijft uit. Het duo besluit naar de winkel van Garmt Grootgrut in de stad te gaan. Aldaar zijn Tom Poes en de kruidenier nog in overleg over het mysterieuze verdwijnen van het huisje van weduwe Dapper. De middenstander biedt de binnenstormende Bommels sprits aan. Maar hij is meteen onder de indruk van het apparaat van heer Bommel, een kasregister. Hij toetst de boodschappen van de openstaande nota in op het apparaat onder zijn uitleg dat alles een kwestie van afrekenen is. Het heftig protesterende iksel van heer Bommel wordt bij het overhalen van de hendel door Grootgrut in zijn woedende duikaanval als een platte pop in de gleuf van de kasmachine gezogen. Hij komt eruit als kassabon, die precies het missende bedrag van kruidenier Grootgrut toont. De middenstander is maar wat blij met het apparaat van heer Bommel. Ook de kasteelheer doet wat proefjes maar moet geschokt constateren dat het Diper-patent nu toch echt een kasregister is geworden. Volgens de middenstander soepel en snel. Tom Poes brengt tussenbeide dat wat voor heer Bommel een iksel-machine was, nu een kasregister is geworden voor heer Grootgrut. Zo is het leven nu eenmaal.

Heer Bommel trekt nu zijn portefeuille en betaalt de openstaande nota. Het kasregister schenkt hij aan de kruidenier, die als dank een prachtige mand met lekkere dingen maakt. Heer Bommel besluit nu dat het genoeg is geweest. Hij steekt zijn pijp nu maar aan met de kassabon, die eens zijn vreemde metgezel is geweest. Als heer moet men niet met zijn iksel te koop lopen. Laat dat een les zijn! De kruidenier geeft de twee vrienden nu een lift naar slot Bommelstein, waar Joost een koude lunch voor heer Bommel en Tom Poes serveert.

Heer Bommel heeft nooit meer over zijn iksel gesproken, maar op stille zondagmiddagen in zijn tuin mompelt hij dat het toch wel mooi is om te kunnen vliegen.[4] Echt iets voor een heer, hoewel een kasregister een nuttig instrument is.

Voetnoot

  1. Zijn eerste optreden in de Bommelsaga.
  2. Het toestel was niet los te koop, want daar berust de hele praktijk op.
  3. Althans in de opvatting van de kruidenier.
  4. Zie het latere verhaal: Bombom de Geweldige.
Voorganger:
De wenswerkster
Bommelsaga
17 april 1953 - 30 mei 1953
Opvolger:
Het kunsthars-hart
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.