Hans Pfitzner
Hans Erich Pfitzner (Moskou, 5 mei 1869 – Salzburg, 22 mei 1949) was een Duits componist, dirigent, operaregisseur en hoogleraar.
Hans Pfitzner
| ||||
Hans Pfitzner in 1905 | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Hans Erich Pfitzner | |||
Geboren | 5 mei 1869 | |||
Overleden | 22 mei 1949 | |||
Land | ||||
Werk | ||||
Genre(s) | Klassiek | |||
Beroep | Componist, muziekpedagoog, dirigent, operaregisseur, hoogleraar | |||
(en) Allmusic-profiel | ||||
|
Levensloop
Hans Pfitzner stamde uit een muzikale familie. Tijdens zijn jeugd werkte zijn vader als violist aan het opera theater van Moskou en later in 1872 als eerste violist aan het gemeentelijk theater van Frankfurt am Main. Van 1886-1890 studeerde hij aan het Dr. Hoch’s Konservatorium van Frankfurt, piano bij James Kwast en compositie bij Iwan Knorr.
Van 1892-1893 had hij zijn eerste aanstelling als piano- en muziektheoriedocent aan het conservatorium van Koblenz en bekleedde tevens de post van onbetaald dirigent aan het Stadttheater van Mainz, waar zijn eerste opera Der arme Heinrich in 1895 in première ging. In 1897 ging hij naar Berlijn waar hij compositie en dirigeren onderwees aan het Sternsche Conservatorium.In 1899 trouwde hij met Mimi Kwast, de dochter van zijn pianoleraar en werd in 1903 eerste kapelmeester aan het Berlijnse Theater des Westens. Onder leiding van Gustav Mahler ging in 1905 aan de Wiener Hofoper zijn tweede opera Die Rose von Liebesgarten in première.
In 1908 leidde hij het Städtische Konservatorium en het Symfonieorkest van Straatsburg en hij had vanaf 1910 ook de muzikale leiding van de Straatsburger opera.Tussen 1909 en 1915 componeerde hij zijn belangrijkste werk, het muzikale drama Palestrina op een door hem zelf geschreven libretto. Onder Bruno Walter vond in 1917 de première ervan plaats aan de Hofoper van München.
Toen de Eerste Wereldoorlog geëindigd was en de Elzas bij Frankrijk kwam, moest hij terug naar Duitsland. Van 1920-1929 doceerde hij een masterclass in compositie aan de Preußische Akademie der Künste in Berlijn en van 1930-1934 doceerde hij in München.Tot zijn dood in 1949 had hij geen vaste aanstelling en was hij constant op pad als dirigent, operaproducer en pianist.
Composities
Werken voor orkest
- 1887 Scherzo c klein, voor orkest - (opgedragen aan de Berliner Philharmoniker)
- 1888 Concert a klein, voor cello en orkest
- 1922 Concert Es groot, voor piano en orkest, op. 31
- 1923 Concert b klein, voor viool en orkest, op. 34
- 1932 Symfonie cis klein, voor orkest, op. 36a (bewerking van het Strijkkwartet cis klein, op. 36)
- 1935 Concert in G groot, voor cello en orkest, op. 42
- 1937 Duo, voor viool, cello en klein orkest, op. 43
- 1939 Kleine symfonie G groot, voor orkest, op. 44
- 1940 Elegie und Reigen, voor orkest, op. 45
- 1940 Symfonie in C groot, voor orkest, op. 46 (opgedragen aan zijn vrienden)
- 1944 Concert in a klein, voor cello en orkest, op. 52
- 1944 Krakauer Begrüßung, voor orkest, op. 54
- 1947 Fantasie in a klein, voor orkest, op. 56
Werken voor harmonieorkest
- Mars uit de muziek tot het toneelstuk "Das Käthchen von Heilbronn" van Heinrich von Kleist - bewerking: Hermann Büchel
- Preludium tot de 1e akte van de opera "Palestrina" - bewerking: Wil van der Beek
Muziektheater
Opera's
Voltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1891-1893 | Der arme Heinrich, WoO 15 | 3 bedrijven | 2 april 1895, Mainz, Stedelijk theater | James Grun, gedicht naar een legende uit de middeleeuwen |
1897-1900 | Die Rose vom Liebesgarten, WoO 16 | Voorspel, 2 bedrijven, naspel |
9 november 1901, Elberfeld, Stedelijk theater | James Grun |
1906; 2e versie: 1917 |
Das Christ-Elflein, op. 20 | 2 bedrijven | 1e versie: 11 december 1906, München, Hoftheater; 2e versie: 11 december 1917, Dresden, Hofopera |
Ilse von Stach |
1912-1915 | Palestrina, WoO 17 | 3 bedrijven | 12 juni 1917, München, Prinzregententheater | van de componist (1909-1911) |
1930-1931 | Das Herz op. 39 | 3 bedrijven, 4 taferelen |
12 november 1931 tegelijkertijd: Berlijn, Staatsoper Unter den Linden en München, Nationaltheater |
Hans Mahner-Mons |
Toneelmuziek
- 1889-1890 Das Fest auf Solhaug, WoO 18 - tekst: Henrik Ibsen
- 1905 Das Käthchen von Heilbronn, op. 17 - tekst: Heinrich von Kleist
- 1906 Gesang der Barden uit Die Hermannsschlacht, voor mannenkoor, 6 hoorns, 4 violen en 4 cello's, WoO 19 - tekst: Heinrich von Kleist
Werken voor koor
- 1888 Der Blumen Rache, voor alt, vrouwenkoor en orkest - tekst: Ferdinand Freiligrath
- 1905 Columbus, voor achtstemmig gemengd koor a capella (voor de 100 jaar geleden overleden Friedrich von Schiller, op. 16 - tekst: Friedrich von Schiller
- 1921 Von deutscher Seele, romantische cantate voor 2 sopranen, 2 alt, 2 tenoren, 2 bariton, gemengd koor, groot orkest en orgel, op. 26 - tekst: Joseph von Eichendorff
- 1929-1930 Koorfantasie: Das dunkle Reich, voor sopraan, bariton, gemengd koor, orkest en orgel, op. 38 - tekst: Michelangelo Buonarroti, Johann Wolfgang von Goethe, Richard Dehmel en Conrad Ferdinand Meyer
- 1941 Fons salutifer, voor gemengd koor, orkest en orgel, op. 48 - tekst: Erwin Guido Kolbenheyer
- 1948-1949 Urworte. Orphisch, cantate voor solisten, gemengd koor, orkest en orgel, op. 57 - tekst: Johann Wolfgang von Goethe
Kamermuziek
- 1886 Pianotrio in Bes groot
- 1886 Strijkkwartet nr. 1 in d klein
- 1890 Sonate in fis klein "Das Lied soll schauern und beben...", voor cello en piano, op. 1
- 1895-1896 Pianotrio in F groot, op. 8 (opgedragen aan Alexander Lodewijk George Frederik Emiel van Hessen-Darmstadt)
- 1902-1903 Strijkkwartet nr. 2 in D groot, op. 13 (opgedragen aan Alma Mahler)
- 1908 Pianokwintet in C groot, op. 23 (opgedragen aan Bruno Walter)
- 1918 Sonate in e klein, voor viool en piano, op. 27
- 1925 Strijkkwartet nr. 3 in cis klein, op. 36
- 1942 Strijkkwartet nr. 4 in c klein, op. 50
- 1943 Unorthographisches Fugato, voor strijkkwartet
- 1945 Sextett in g klein, voor klarinet, viool, altviool, cello, contrabas en piano, op. 55
Zie de categorie Hans Pfitzner van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |