Hammondorgel

Het hammondorgel is een elektromechanisch orgel, ontworpen en gebouwd door Laurens Hammond, dat in april 1934 gepatenteerd werd. Hoewel het hammondorgel oorspronkelijk verkocht werd aan kerken als goedkoop alternatief voor het pijporgel, werd het later ook gebruikt voor jazz en, in grotere mate, voor rock en gospel.

Hammondorgel
Hammond B3, met Lesliespeaker
Classificatie
Gerelateerde instrumenten
elektronisch orgel, pijporgel
Meer artikelen
toonwiel, lesliespeaker
Portaal    Muziek
Hammond L100 met drawbars

Achtergrond

Als imitatie van een pijporgel, dat rijen van pijpen van verschillende registers (klankkleuren) heeft, gebruikt het hammondorgel additieve synthese van golfvormen van harmonische series om het geluid te vormen. Net als in Thadeus Cahills eerdere telharmonium worden de golfvormen gemaakt door mechanische toonwielen.

Omdat de golfvormen worden gemaakt door elektrisch-mechanische toonwielen en niet door elektronische oscillatoren wordt het hammondorgel elektrisch en niet elektronisch genoemd. Het hart van het Hammondorgel is de motor, die met een constante snelheid draait. De klankopwekking in het door Hammond gepatenteerde toonwielorgel vindt plaats door een aan de motor bevestigde as, waarop zich een soort tandwielen (de toonwielen) met elk een ander aantal vertandingen bevinden. Bij de toonwielen worden opneemspoeltjes (pickups) geplaatst waarin door de vertandingen van de draaiende toonwielen een sinusvormige wisselspanning (=toon) wordt opgewekt. Hoe meer vertandingen er per tijdseenheid passeren hoe hoger de door het opneemspoeltje afgegeven frequentie van de wisselspanning, en dus de toon. Deze toon is een zuivere fluittoon, zonder harmonischen. De vertandingen verlopen vanaf 2 voor de laagste toon via 4, 8, 16, 32, 64, 128 tot en met 192 tanden voor de hoogste toon. Het aantal toonwielen verschilt per model; het B3-model heeft het maximale aantal van 91 stuks.

Een typische eigenschap van het hammondorgel is het gebruik van drawbars (schuifweerstanden), als een soort imitatie van de registers bij een pijporgel, om de golfvormen in variërende mate te mengen en zo de klankkleur in te stellen. Een andere eigenschap is een elektromechanisch vibrato. Het herkenbare key click-geluid, een scherpe aanzet tot de toon, was oorspronkelijk een gebrek in het ontwerp, maar werd later een onderdeel van de hammondklank dat nu door moderne orgels wordt geïmiteerd. Een natuurgetrouwe elektronische imitatie van het hammondgeluid is moeilijk, doordat de combinatie van de toonwielen vrijwel niet met elektronica na te maken is.

Na de introductie van digitale technieken (zoals sampling, digitale synthese en DSP's) kwamen er orgels met een goede imitatie van de beroemde klank. Ook Hammond (inmiddels een Japanse producent Suzuki Musical Instruments) maakt nu digitale orgels (zoals de X-B3 en de portable XK3/XK2/XK1).

Vaak worden lesliespeakers gebruikt bij hammondorgels, hoewel Leslie in het begin een concurrent van Hammond was. Bij hammondorgels wordt dit geluidssysteem toegepast in de vorm van een lesliebox. In deze separaat opgestelde geluidskast draait een trommel met een gleuf erin rond en deze verspreidt het geluid van de in de trommel geplaatste luidspreker. Dit veroorzaakt een ruimtelijk effect door het optredende dopplereffect. Bij hammondorgels worden meestal twee trommelsnelheden toegepast: tremolo (snel) en chorus (langzaam).

Het Hammond-model B3 was, en is nog steeds, het meest gebruikte model. De types A100 en C3 zijn technisch gelijk aan de B3. De meeste hammondorgels hebben geen "volledig pedaal" (zoals een kerkorgel) met het oog op een goedkopere productie, en afmetingen om ermee op verplaatsing te kunnen spelen.

Bekende spelers


Zie ook


Zie de categorie Hammond organs van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.