Groep Luchtmacht Reserve

De Groep Luchtmacht Reserve (GLR) is het reservisten-onderdeel van het CLSK en werd in november 2004 door de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten opgericht. De GLR viel van 2004-2019 onder het Defensie Helikopter Commando (DHC) maar is vanaf 2019 een zelfstandig onderdeel binnen de Koninklijke Luchtmacht geworden.

Groep Luchtmacht Reserve
Oprichting20 november 2004
Land Nederland
Krijgsmacht-
onderdeel
Koninklijke Luchtmacht
Organisatie2 Squadrons; 9 vluchten
Onderdeel vanCommando Luchtstrijdkrachten (CLSK)
Aantal700+ militairen
BijnaamGLR
MottoVrijwillig niet vrijblijvend
CommandantenKol. Michel Brevink
(per 3/2/2020)

Algemeen

GLR personeel ondersteunt het CLSK beroepspersoneel met algemene taken (bewaking, ceremonieel en oefeningen) maar is ook bij calamiteiten inzetbaar. De reservisten vullen tijdelijk openvallende plaatsen in de organisatie en ontlasten daarmee het beroepspersoneel. Zij zijn flexibel inzetbaar, divers aan kennis en ervaring en vormen dus een waardevolle personeels aanvulling. Een reservist kan zich, op basis van aanvragen uit de organisatie, zelf inroosteren; zodoende is de combinatie reservist- met een reguliere baan goed mogelijk.

Opleiding

Aanmelding voor reservist is mogelijk voor mannen en vrouwen vanaf 18-55 jaar. Militaire ervaring is niet noodzakelijk en een reservist kan in actieve dienst blijven t/m zijn/haar 62e jaar. Een reservist krijgt een volwaardige basisopleiding binnen een kort tijdsbestek en in gecomprimeerde vorm. De Algemene Militair Opleiding voor GLR (AMO GLR) vindt enkele keren per jaar plaats bij de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) en bestaat uit modules 0 t/m 7. Deze worden verdeeld over het jaar, met pauzes van c.a. 3 weken gegeven. Zij hebben theoretische en praktische toetsen en examens die allen met goed gevolg dienen te worden afgelegd. Module 7 (bivak en eindexamen) is de eindoefening waarna uitreiking van een officieel certificaat en de blauwe baret volgt. Daarna is een GLR militair inzetbaar.

Organisatie GLR


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.