Giambattista Tiepolo

Giovanni Battista Tiepolo (5 maart 169627 maart 1770) is een kunstschilder uit Venetië die bekendstaat om zijn levendige, kleurrijke composities. In zijn werk is hij sterk beïnvloed door Paolo Veronese. Hij is geroemd om zijn rol als vertegenwoordiger van het Rococo. "Hij keerde zich al af van de sombere tinten van de barok, en koos voor zonnige, kleurrijke taferelen. Kenmerkend zijn behalve de frisse stijl de trucjes zoals geschilderde lijsten."[1]

"De Olympus" (ca 1762), Museo del Prado

Giovanni Battista Tiepolo wordt samen met Giovanni Battista Pittoni, Canaletto, Giovanni Battista Piazzetta, Giuseppe Maria Crespi en Francesco Guardi geschaard onder de traditionele oude Italiaanse meesters.

Biografie

Als hij amper een jaar oud is sterft zijn vader, een kleine reder. Op zijn veertiende treedt hij in de leer bij Gregorio Lazzarini en vijf jaar later produceert hij historiestukken voor kerken in Venetië, met een gebruik van licht en donker. In 1719 wordt hij lid van het schildersgilde en trouwt met een zuster van Francesco Guardi. In 1726 werkt hij in Udine en 1730 in Milaan, waar hij paleizen en kerken met frescos verfraait. Hij maakt steeds meer gebruik van pasteltinten en complementaire kleuren. In 1732 werkt hij in Bergamo; het jaar daarop in Vicenza. In 1735 wordt hij uitgenodigd naar Stockholm, maar de schilder heeft het te druk en wijst de benoeming af. Tiepolo wijdt zich aan het schilderen van fresco's in Milaan met een wereldlijk thema, dat hem in heel Europa beroemd zal maken. Rond 1742 leert hij Francesco Algarotti kennen, die hem wijst op de optische werking van het licht en zijn werk koopt en verkoopt, o.a. naar Dresden. In 1743 schildert hij een van zijn weinige portretten Lidwina van Schiedam.

Hij wordt mei 1750 door Karl Philipp von Greiffenclau naar Würzburg uitgenodigd als hofschilder. Giuseppe Visconti die niet voldeed, is de laan uitgestuurd.[2] Tiepolo is ziek en vertrekt pas aan het eind van het jaar met zijn twee zonen en een bediende. Het contract was tot stand gekomen door bemiddeling van de bankier Lorenz Jakob Mehling. Tiepolo krijgt de beschikking over een vijfkamer-woning, een vorstelijk salaris, materiaal, een kok en Frankenwijn. Nadat hij de "Kaisersaal" met drie frescos had beschilderd, krijgt hij een nieuwe opdracht voor het plafond (van 677 m²) van het trappenhuis. Hij schildert Apollo, de vier jaargetijden, de werelddelen, de opdrachtgever, de beeldhouwer, zichzelf en zijn beide zonen.

Cacciatore a cavallo, (1718) (Fondazione Cariplo)

De residentie van de aartsbisschop, ontworpen door Balthasar Neumann, is gedecoreerd door Tiepolo, nadat hij een schets had voorgelegd. Hij werkte samen met Girolamo Mengozzi Colonna, een specialist op het gebied van perspectief. Het wordt een virtuoos meesterwerk van illusionisme, waarin sommige figuren over de rand van de schildering treden. Vooral in de fresco's, en meer specifiek die in de koepel (waarin hij met verkortingen en illusies van lichtheid 'realistische' hemeltaferelen ontwerpt, weet Tiepolo zijn genie bot te vieren.[3] In november 1753 vertrekt hij weer naar Venetië en verkrijgt onmiddellijk nieuwe opdrachten. In 1755 krijgt een aanstelling bij de kunstacademie in Padua. In 1760 krijgt hij een opdracht van Elisabeth van Rusland. Voor fresco's in een villa Pisani aan de Brenta had hij vier jaar uitgetrokken, maar heeft het werk uit handen gegeven als hij in 1762 in dienst treedt van de Spaanse koning, die langzamerhand aan het neoclassicisme van Anton Raphael Mengs de voorkeur zal geven. Tiepolo vertrekt in 1767 naar Aranjuez om zeven altaarstukken te schilderen. De stukken zijn geplaatst maar vijf jaar later vervangen door werk van Mengs.[4]

Op 27 maart 1770 sterft Tiepolo in Madrid.

Galerie

Zie de categorie Giovanni Battista Tiepolo van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.