Fuut

De fuut (Podiceps cristatus) is een watervogel, en in Europa het grootste lid van de Podicipedidae.

Fuut
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Podicipediformes (Futen)
Familie:Podicipedidae (Futen)
Geslacht:Podiceps
Soort
Podiceps cristatus
(Linnaeus, 1758)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Fuut op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Kenmerken

Zoals alle leden van deze familie is de fuut een typische watervogel van plassen en meren. Zijn donkere oorpluimen geven hem een karakteristiek uiterlijk. Hij heeft een wit gezicht met een roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij het baltsritueel. Zijn onderkant is wit, van boven is hij donker overgaand in roestbruin. Tussen oog en snavel zit een zwarte streep. De poten hebben geen zwemvliezen. De jongen zijn zwart-wit gestreept en vaak maken zij een ritje achter op de rug van hun ouders. Het ouderpaar begroet elkaar met een uitgebreid baltsritueel.

Doordat de poten vrij ver naar achteren op het lichaam staan, kan de fuut zich niet zo gemakkelijk lopend over het land voortbewegen. Nesten worden daarom bij voorkeur dicht langs de waterkant gebouwd. Een zeer kenmerkende eigenschap is de mogelijkheid om redelijk lange afstanden onder water zwemmend af te leggen. Dit wordt gedaan om vis te eten, of om te vluchten bij gevaar.

Een fuut wordt gemiddeld 46 tot 51 cm lang.[2]

Voedsel

Een fuut leeft voornamelijk van vis (2-10 cm), die wordt gevangen door ze onder water te achtervolgen. Dit gebeurt door onder water te duiken, en tot zo'n halve minuut onder water te blijven. In zeer helder water wordt soms vanaf het wateroppervlak gejaagd, dan kijkt de fuut met de kop onder water. Dit gebeurt doorgaans in de ochtend en in de namiddag. Ook worden wel insecten, schaaldieren, weekdieren, kikkers en planten gegeten.

Voortplanting en jongen

Futen staan bekend om hun baltsgedrag. Dan zwemmen ze naar elkaar toe, met de hals gestrekt, en zwemmen tegen elkaar op, met de borst uit het water geheven. In het voorjaar bouwt een futenpaar een speelnest op het water waar op ze uiteindelijk paren. Kort daarna wordt langs de waterkant een steviger nest gebouwd, waarin 3 tot 4 bleek-blauwgroene eieren worden gelegd, die later verkleuren tot geel en bruin. Beide ouders broeden die om beurten uit, hoewel het nest soms voor kortere tijd wordt verlaten. Dan worden de eieren met plantenresten afgedekt, dit ter camouflage. In de broedperiode, die 23 tot 25 dagen duurt[3], kan de fuut minder goed vliegen, waardoor hij kwetsbaarder wordt voor verstoringen in zijn leefomgeving.

De kuikens hebben camouflagekleuren, die na enige tijd veranderen in het verenkleed van de ouders. Enkele dagen nadat ze uit het ei zijn gekomen kunnen de kuikens al zwemmen. Toch nemen de ouders de jongen vaak op de rug mee, zelfs tijdens het duiken. Op de rug zijn de kuikens beter beschermd tegen roofvissen en reigers. Na ongeveer tien weken zijn de jongen zelfstandig.

Verspreiding

Behoudens een deel van Scandinavië komt de fuut in heel Europa en ook in Zuid-Afrika voor. Het is gedeeltelijk een trekvogel. Noordelijke futen kunnen in Nederland overwinteren, bijvoorbeeld rond het IJsselmeer en de Randmeren. Na de bouw van de Deltawerken kwamen grote populaties futen op in de Grevelingen. De fuut broedt in Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië.

De soort telt 3 ondersoorten:

Afbeeldingen

  • SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
  • SOVON - Verspreiding en aantalsontwikkeling van de Fuut in Nederland
  • Kaarten met waarnemingen:
Zie de categorie Podiceps cristatus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.