Examen-arrest
Het Examen-arrest (HR 24 januari 1950, NJ 1950/287) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op de strafbaarheid van deelneming aan deelneming.
Examen-arrest
| ||
Datum | 24 januari 1950 | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | W.A.J.M. Fick, G.H.A. Feber, A. Rombach, M.P. Vrij, A.L.M. van Berckel | |
Adv.-gen. | G.E. Langemeijer | |
Soort zaak | strafkamer | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | 46 (ten 2e), 48, 326 Sr | |
Onderwerp | oplichting; deelneming aan deelneming | |
Vindplaats | NJ 1950/287, m.nt. B.V.A. Röling |
Casus
Tijdens een schriftelijk examen voor het Middenstandsdiploma werd een kandidaat betrapt die zich voor een ander uitgaf. De valse kandidaat was tot deze poging tot oplichting uitgelokt door degene voor wie hij zich uitgaf, omdat deze erg tegen het examen opzag. De uitlokker had hulp gevraagd en gekregen van zijn docent, die hem een lijstje had gegeven met namen van geschikte dubbelgangers die al voor hetzelfde examen waren geslaagd. Deze docent werd vervolgd wegens medeplichtigheid aan uitlokking van een strafbare poging tot oplichting.
Procesgang
De docent is door de rechtbank veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf en in hoger beroep door het hof tot vier weken. Het cassatieberoep is verworpen.
Rechtsvraag
Is medeplichtigheid tot uitlokking van een misdrijf strafbaar?
Hoge Raad
De Hoge Raad acht deze vorm van samengestelde deelneming strafbaar. Hij stelt dat handelingen steeds vaker ‘niet rechtstreeks doch door méér tusschenkomende personen’ worden verricht en onaanvaardbaar zou zijn dat men straffeloosheid zou kunnen bewerkstelligen door een tussenschakel in te lassen.
De Hoge Raad overwoog:
O. omtrent de derde grief [bij het derde middel], welke betwist dat medeplichtigheid, gelijk in art. 48 Sr. omschreven, aan het in art. 47, 2° vervatte uitlokken tot een misdrijf strafbaar zou zijn; |
Tot besluit
De Hoge Raad heeft beslist op een punt waar deze deelnemingsvorm (deelneming aan uitlokking) destijds in de literatuur niet strafbaar werd geacht.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|