Zaagschubadder

De zaagschubadder[1] (Echis carinatus) is een zeer giftige slang uit de familie adders (Viperidae).[2] De naam zaagschubadder wordt ook gebruikt voor alle andere soorten uit het geslacht Echis, maar Echis carinatus is het bekendst. Deze soort wordt ook wel zandrateladder en efa genoemd.[3] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Gottlob Schneider in 1801. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Pseudoboa carinata gebruikt.

Zaagschubadder
IUCN-status: Niet geëvalueerd (2008)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Viperidae (Adders)
Onderfamilie:Viperinae (Echte adders)
Geslacht:Echis
Soort
Echis carinatus
Schneider, 1801
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Zaagschubadder op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De slang wordt maximaal 80 centimeter lang, maar blijft gewoonlijk rond de 40 – 60 cm. De kleur is bruin, van lichtbruin tot meer roodbruin, met op de rug een regelmatige diamanttekening, zwartomzoomde witte dwarsstrepen die op de flanken doorlopen als donkere vlekken. Een ander kenmerk is de lichtere vlek op de kop, die de vorm heeft van een kruis.[4] Er is wel enige variatie en ook andere soorten hebben een dergelijke kruis-achtige vlek. De kop is erg rond en stomp en is makkelijk van het lichaam te onderscheiden. De naam zaagschubadder is te danken aan de tand-achtige rijen stekeltjes op de schubben van de flanken.

Voortbeweging

Net als sommige andere slangen, met als bekendste de sidewinder (Crotalus cerastes), kan de adder zich zijwaarts kronkelend over steile zanderige plaatsen bewegen, wat side-winding wordt genoemd. Hierbij tilt de slang zich als het ware op door zich op twee punten af te zetten op de grond. Vanwege de zanderige streken waar de soort voorkomt, wordt voornamelijk van deze techniek gebruikgemaakt, hoewel de adder ook gewoon kan kronkelen als andere slangen.

Algemeen

De zaagschubadder komt voor in veel landen van het Midden-Oosten en centraal Azië. Met de van tandenrijen voorziene schubben van het lichaam wordt bij verstoring een raspend geluid geproduceerd, net als een ratelslang waarschuwende geluiden maakt met de ratel. Het is een van de beruchtste soorten slangen die ieder jaar veel dodelijke slachtoffers maakt. Het feit dat de slang zich thuis voelt in gecultiveerde gebieden heeft daar mee te maken. De habitat bestaat uit schrale droge en warme streken maar erg kieskeurig is de adder niet. Het is een schemer- en nachtactieve soort die zich overdag verstopt of ingraaft. Het voedsel bestaat uit allerlei kleinere gewervelden of grotere ongewervelden zoals hagedissen, knaagdieren, kikkers en schorpioenen.

Ondersoorten

Er zijn in tegenwoordig twee ondersoorten, die er iets anders uitzien en een wat afwijkende verspreiding hebben. Vroeger werden vier ondersoorten erkend, maar twee hiervan worden tegenwoordig als vormen van Echis carinatus carinatus beschouwd.[2]

  • Ondersoort Echis carinatus carinatus
  • Ondersoort Echis carinatus sochureki

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.