Dunhamclassificatie

De Dunhamclassificatie (Engels: Dunham classification) is een indeling van kalksteen in verschillende typen volgens hun interne textuur. De indeling gaat op korrelgrootte en samenstelling van de matrix van het gesteente en wordt vooral gebruikt wanneer met het blote oog of een loep verschillende soorten kalksteen uit elkaar gehaald moeten worden. Wanneer een microscoop beschikbaar is zal eerder de Folkclassificatie gebruikt worden, die gedetailleerder ingaat op de ontstaanswijze van kalksteen. Beide classificaties worden naast elkaar gebruikt.

De Dunhamclassificatie werd bedacht door Robert Dunham in 1962[1] en wordt algemeen gebruikt in de sedimentologie. De classificatie werd in 1971 door E.F. Embry en J.E. Clovan uitgebreid met carbonatische conglomeraten en een verdere indeling van boundstones,[2] met deze uitbreiding wordt wel van de Embry en Clovan classificatie gesproken.

Typen kalksteen

Dunhams classificatie let eerst op de opbouw van de kalksteen. Bestaat de textuur van de kalksteen uit sedimentaire klasten, uit in situ gestorven organismen of uit kristallen? Dunham onderscheidt zeven typen kalksteen:

  • kristallijne kalksteen is kalksteen opgebouwd uit fijne kristallen; sucrosische kalksteen is kalksteen opgebouwd uit grove kristallen. De kristallen zijn in kalksteen altijd van carbonaat-mineralen: bijvoorbeeld calciet of dolomiet. Deze beide typen ontstaan door rekristallisatie van het originele gesteente, waarbij de sedimentaire structuren en textuur verloren gaan.
  • boundstone is opgebouwd uit ter plekke gestorven organismen, een veelvoorkomend voorbeeld hiervan is koraal. Het gesteente is opgebouwd uit de skeletten van de organismen, meestal zijn deze opgevuld met fijn sediment of kristallen.

De classificatie kijkt daarna naar de hoeveelheid matrix in het gesteente. Zijn er zo veel klasten aanwezig dat de klasten op elkaar rusten (men noemt het gesteente dan grain supported) of bestaat het gesteente voornamelijk uit matrix (kalkmodder, men noemt het gesteente dan matrix supported)? Dunham onderscheidt drie typen:

  • kalkmudstone bevat minder dan 10 volume% klasten en bestaat grotendeels uit kalkmodder.
  • kalkwackestone bevat meer dan 10 volume% klasten maar niet zoveel dat de korrels op elkaar rusten.
  • packstone bevat zoveel volume% klasten dat het gesteente grain supported is
  • grainstone is gelijk aan packstone maar bevat geen matrix van modder. In plaats daarvan is de ruimte tussen de klasten gevuld met kristallen. De oorspronkelijke matrix kan zijn gerekristalliseerd of het gesteente heeft nooit kalkmodder bevat.

De uitbreiding van Embry en Clovan deelt kalksteen waarin meer dan 10% van de klasten groter is dan 2 mm (de grens tussen zand en grind) in in twee typen. Als de klasten op elkaar rusten heet het gesteente een rudstone, als ze niet op elkaar rusten spreekt men van een floatstone.

Verder splitsen Embry en Clovan boundstones in drie soorten: bafflestone, bindstone en framestone. Bafflestones zijn opgebouwd uit organismen die sediment invangen; bindstones zijn gevormd door organismen die tijdens de sedimentatie het sediment bij elkaar houden (zoals algen); en framestones bestaan uit organismen die al tijdens hun leven een groot rigide skelet vormen (zoals Anthozoa, waaronder de koralen in koraalriffen).

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.