Drie-Hendriken-oorlog

De Drie-Hendriken-oorlog of achtste Hugenotenoorlog (1585–1598) was de laatste en langste van de Hugenotenoorlogen tussen 1562 en 1598 – burgeroorlogen, die Frankrijk voor een periode van ongeveer honderd jaar verzwakten. Hendrik van Navarra liet zich na het uitsterven van het Huis Valois in mannelijke lijn als Hendrik IV van Frankrijk tot Frans koning kronen, hoewel hij oorspronkelijk hugenoot was.

De drie Hendriken

Hendrik van Navarra

Hendrik III van Frankrijk

Hendrik I van Guise

In het Edict van Nantes van april 1598 stond hij de hugenoten beperkte godsdienstvrijheid toe, waarin hij door het toestaan van gegarandeerde bijeenkomstplaatsen voor hugenoten de angsten van de hugenoten suste. De oorlog werd vanaf 1588 ook een internationaal conflict, die in wisselwerking met de Tachtigjarige Oorlog en de Engels-Spaanse Zeeoorlog tussen Elizabeth I van Engeland en Filips II van Spanje stond, en in dewelke Frankrijk zich ondanks de burgeroorlog tegen Spanje wist staande te houden.

Eerste tot zevende Hugenotenoorlog

Deze Franse burgeroorlogen vonden plaats van 1562 tot 1563, van 1567 tot 1568, van 1568 tot 1570 en na het bloedbad tijdens Bartholomeusnacht van 1572 tot 1573, van 1574 tot 1576, van 1576 tot 1577 en van 1579 tot 1580. Buiten de periode van 1572 tot 1573 waren het eerder politieke dan militaire manoeuvres, kleinere gevechten, zonder daadwerkelijke buitenlandse inmenging. Voor Catharina de' Medici waren deze oorlogen een gruwel, zo trachtte ze, voor haar minderjarige en slechts sporadisch actieve zonen Karel IX en Hendrik III, door middel van moeilijke onderhandelingen, politieke compromissen te sluiten. Dit mislukte, toen in 1572 de hugenootse adel, die naar Parijs was uitgenodigd voor het huwelijk van haar dochter Margaretha van Valois met de jonge hugenootse prins Hendrik van Navarra, in de zogenaamde Bartholomeusnacht werd afgeslacht. In de daarop volgende vierde Hugenotenoorlog (1572-1573) werden de leiderloze hugenoten door de verenigde katholieke en koninklijke troepen nagenoeg vernietigd. Met het Edict van Beaulieu (1576) werden de hugenoten een beperkte tolerantie en slechts enkele gegarandeerde bijeenkomstplaatsen toegestaan. Vanaf dan klom Hendrik van Navarra op tot onomstreden leider van de hugenoten. De hugenoten maakten toentertijd ongeveer 10 % van de Franse bevolking uit, die naar het zuiden van Frankrijk werden verdrongen.

Hendrik van Navarra wordt troonopvolger

Hendrik van Navarra werd in 1584 troonopvolger, daar de broer van Hendrik III van Frankrijk was gestorven en de koning zelf ook geen zonen had. Hendrik van Navarra werd aangespoord zich te bekeren tot het katholicisme, maar wees dit echter af. Hertog Hendrik I van Guise organiseerde daarop in 1585 de zogenaamde Heilige of katholieke Liga, sloot een bondgenootschap met Spanje en de paus en beroofde koning Hendrik III van de macht. Hij was echter sluw genoeg, deze het formele koningschap te laten behouden.

Verloop

De geïsoleerde Hendrik van Navarra zette in 1585–1588 zijn handige politieke en militaire afweerstrijd van de jaren 1576–1585 voort, nam persoonlijk aan alle gevechten deel en won steeds meer aan aanzien en kende een toenemende populariteit. Wanneer Hendrik III in 1588 uit Parijs moest vluchten, ontbood hij de broers de Guise (de leiders van de Ligue), die hij verraad voorwierp, aan het koningshof naar Blois en liet ze door de koninklijke lijfwacht vermoorden. Deze moorden leidden tot een opstand van Parijs. De koning restte slechts een bondgenootschap met Hendrik van Navarra. Tijdens hun belegering van Parijs werd Hendrik III op 1 augustus 1589 echter door de Dominicaan Jacques Clément vermoord.[1]

Hendrik van Navarra werd nu als Hendrik IV de nieuwe koning van Frankrijk, zonder echter door de meeste katholieken erkend te worden. In 1590 kwamen van de Nederlanden uit opererende Spaanse troepen de in het nauw gedreven Ligue ter hulp, maar discrediteerden tegelijkertijd de Ligue. De te zwakke Hendrik IV moest eerst de belegering van Parijs, dan die van Rouen afbreken. In 1593 stond Hendrik IV echter opnieuw voor Parijs; nu bekeerde hij zich tot het katholicisme, waarop Parijs zich achter hem schaarde. In 1594 werd Hendrik IV gekroond. Meer en meer wist hij alle nog weerstand biedende katholieke edelen aan zijn kant te krijgen, en in 1598 sloten Frankrijk en Spanje een uitputtingsvrede, de vrede van Vervins, waarin de vroegere regelingen van de vrede van Cateau-Cambrésis uit 1559 werd bevestigd.

Edict van Nantes

In het edict van Saint Germain-en-Laye verleende Hendrik IV in 1562 zijn voormalige geloofbroeders geloofsvrijheid. Dit werd in het edict van Nantes van april 1598 bevestigd. De getraumatiseerde hugenoten behielden bijkomend ongeveer 100 gegarandeerde bijeenkomstplaatsen, waarvan de bemanning door de koning werd bezoldigd. Deze toegevingen werden door Hendriks opvolgers in de loop van de 17e eeuw weer ingetrokken.

Noot

  1. B.B. Diefendorf, Beneath the Cross. Catholics and Huguenots in Sixteenth-Century Paris, New York - Oxford, 1991, p. 176.

Referentie

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.