Dikkemanskruid

Dikkemanskruid (Pachysandra terminalis) is een plant die behoort tot de buxusfamilie (Buxaceae). Terminalis, dat aan het eind betekent, verwijst naar het bladcluster aan het eind van de korte tak (stengel). Het is een bodembedekker en komt voor als stinsenplant. Dikkemanskruid komt van nature voor in de bossen in Japan en China. De plant is giftig en bevat net zoals de buxus steroïde-alkaloïden zoals pachystermine A en pachysamine A.

Dikkemanskruid
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Buxales [ Post APG II ]
Familie:Buxaceae (Buxusfamilie)
Geslacht:Pachysandra
Soort
Pachysandra terminalis
Sieb. en Zucc.
Bloeiwijze
Bladeren
Afbeeldingen Dikkemanskruid op Wikimedia Commons
Dikkemanskruid op Wikispecies
Portaal    Biologie

Beschrijving

Dikkemanskruid is een wintergroene plant met opstijgende takken. De plant wordt tot 30 cm hoog. De plant breidt zich uit met rizomen.

Rizomen

De kort gesteelde, omgekeerd eironde bladeren staan afwisselend, die aan de top van de tak met vier tot zes dicht bij elkaar staan. De leerachtige bladschijf is 2,5 - 5 (soms tot 9) × 1,5 - 3 (soms 6) cm. groot. De bladrand is aan de bovenste helft getand.

Dikkemanskruid is eenhuizig (monoecious). Vanaf maart tot en met april worden 2 - 4 cm lange, eindstandige, rechtopstaand, kaarsenachtige, aarachtige bloeiwijzen met gladde hoogtebladeren gevormd. Meestal bevat een bloeiwijze meer dan 15 mannelijke en 1 - 2 vrouwelijke bloemen. De kleine, witte, mannelijke bloemen zijn viertallig met vier meeldraden, waarvan de helmdraden wit en dik zijn. De naam pachysandra verwijst naar deze dikke helmdraden. De naam is een onjuiste samentrekking van de Griekse woorden παχύς pachús = dik[1] en ἀνήρ anér = man.[1] De ongeveer 0,6 mm lange stempel in de mannelijke bloemen is steriel. De meestal onderaan de bloeiwijze staande vrouwelijke bloemen hebben 4 - 6 bloembladen, een bovenstandig, twee- tot driehokkig vruchtbeginsel en 2 - 3 vrij dikke stijlen met teruggebogen stempels. De eivormige steenvrucht is ongeveer 5 - 6 mm groot en aan de rijpe vrucht blijft de stijl vastzitten. De zaden zijn zwart.

Mannelijke bloemen

Gebruik als sierplant

Variëteit met witgerande bladeren.

Dikkemanskruid vormt in de halfschaduw en schaduw op bijna alle grondsoorten een dichte bodembedekking. Daarom is dikkemanskruid in Europa al vele jaren een geliefde bodembedekker in parken en siertuinen, vooral onder bomen. De plant breidt zich uit door ondergrondse uitlopers.

De variëteiten Pachysandra terminalis var. terminalis en Pachysandra terminalis var. compacta worden slechts 15 - 20 cm hoog. Er bestaat ook een variëteit met witgeelgerande bladeren.

Bronnen

  1. Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon. revised and augmented throughout by Sir Henry Stuart Jones. with the assistance of. Roderick McKenzie. Oxford: Clarendon Press.
Zie de categorie Pachysandra terminalis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.