Dies irae

Dies irae (Nederlands: dag van toorn) zijn de beroemde eerste woorden van de sequentia uit de Latijnse mis der overledenen (Requiem) van de buitengewone vorm van de rooms-katholieke eredienst, waarmee ook meestal naar de gehele sequentia wordt verwezen. In de gewone vorm van de rooms-katholieke eredienst wordt het dies irae gezongen of gelezen als hymne in het Getijdengebed in de 34e week door het jaar. Ten gevolge van liturgische bepalingen van het Tweede Vaticaanse Concilie is het dies irae echter formeel uit de rooms-katholieke dodenmis geschrapt.

Inleiding

De tekst, die ontstond in de 13e eeuw (? door Thomas van Celano, ± 1250), wordt beheerst door angst en huiver voor Gods laatste oordeel over de overledenen, en wordt omwille van die lugubere sfeer niet vaak meer uitgevoerd in de eigentijdse uitvaartliturgie. Verschillende componisten hebben er evenwel schitterende muziek voor geschreven, en het thema van de oorspronkelijke Gregoriaanse versie heeft veel andere componisten tot in onze tijd geïnspireerd bij het schrijven van (profane) muziek al dan niet met een lugubere achtergrond. Onder meer Berlioz in zijn Symphonie fantastique, Saint-Saëns in de Danse macabre en in de Derde Symfonie, Mahler in zijn Tweede Symfonie, Franz Liszts Totentanz is een reeks variaties geheel gebaseerd op het openingsthema van het dies irae. Het kopmotief van het dies irae-thema treedt altijd wel op in welke compositie van Sergej Rachmaninov dan ook en geldt als zijn motto als scheppend kunstenaar.

Tot de bekendere dies irae behoren die van Wolfgang Amadeus Mozart, Requiem in d-klein, KV 626 uit 1791, en die van Giuseppe Verdi uit 1874. Deze worden vooral gekenmerkt door harde, snelle muziek, vooral het begin van Verdi's Dies irae.

Tekst

1. Dies irae, dies illa
Solvet saeclum in favilla,
Teste David cum Sibylla.
2. Quantus tremor est futurus,
Quando judex est venturus,
Cuncta stricte discussurus!
3. Tuba mirum spargens sonum
Per sepulcra regionum,
Coget omnes ante thronum.
4. Mors stupebit et natura,
Cum resurget creatura,
Judicanti responsura.
5. Liber scriptus proferetur,
In quo totum continetur,
Unde mundus judicetur.
6. Judex ergo cum sedebit,
Quidquid latet apparebit.
Nil inultum remanebit.
7. Quid sum miser tunc dicturus?
Quem patronum rogaturus,
Cum vix justus sit securus?
8. Rex tremendae majestatis
qui salvandos salvas gratis
salva me, fons pietatis
9. Recordare, Jesu pie,
Quod sum causa tuae viae:
Ne me perdas illa die.
10. Quaerens me, sedisti, lassus;
Redemisti crucem passus;
Tantus labor non sit cassus.
11. Juste Judex ultionis,
Donum fac remissionis
Ante diem rationis.
12. Ingemisco tanquam reus,
Culpa rubet vultus meus;
Supplicanti parce, Deus.
13. Qui Mariam absolvisti,
Et latronem exaudisti,
Mihi quoque spem dedisti.
14. Preces meae non sunt dignae,
Sed tu, bonus, fac benigne,
Ne perenni cremer igne.
15. Inter oves locum praesta,
Et ab haedis me sequestra,
Statuens in parte dextra.
16. Confutatis maledictis
Flammis acribus addictis,
Voca me cum benedictis.
17. Oro supplex et acclinis,
Cor contritum quasi cinis,
Gere curam mei finis.
18. Lacrimosa dies illa,
Qua resurget ex favilla
Judicandus homo reus.:
Huic ergo parce, Deus:
19. Pie Jesu Domine:
Dona eis requiem. Amen.
1. Dag des toorns, o die dag
zal de wereld in de as vergaan
zoals voorzegd door David en de Sibylle.
2. Welk een angst zal er zijn
wanneer de rechter zal komen
om alles streng te oordelen
3. De bazuin, een zonderling geschal verspreidend
over de graven van alle landstreken,
zal allen vóór de troon ontbieden.
4. Dood en leven zullen verstommen,
wanneer de schepping zal herrijzen
om zijn rechter rekenschap te geven.
5. Het boek met aantekeningen[1][2] zal worden aangebracht
waarin alles staat opgetekend
waarop de wereld zal geoordeeld worden.
6. Als dan de rechter zetelen zal,
zal al wat verborgen is verschijnen,
niets zal ongewroken blijven.
7. Wat zal ik, ellendige, dan te zeggen hebben,
welke pleiter zal ik vragen,
als zelfs de rechtvaardige nauwelijks zeker is?
8. Vorst met geduchte majesteit,
die genadig heelt wie verdient geheeld te worden,
red ook mij, bron van genade!
9. Gedenk, lieve Jezus,
dat ik de reden van uw komst ben,
laat mij die dag dan niet verloren gaan.
10. Op zoek naar mij, zijt gij vermoeid gaan zitten,
hebt mij vrijgekocht door uw lijden aan het kruis,
laat zulk lijden niet vergeefs zijn.
11. Rechtvaardige Rechter der Wrake,
schenk mij de gave der vergiffenis,
nog vóór de dag der rekenschap.
12. Ik zucht, als de zondaar die ik ben,
van de schuld kleurt mijn aangezicht rood,
God, wees deze smekeling genadig!
13. Gij, die Maria[3][4] van schuld hebt bevrijd,
en die de rover hebt verhoord,
hebt ook mij hoop gegeven.
14. Mijn gebeden zijn niet waardig,
maar gij, die goed zijt, wees mild en maak
dat ik niet verteerd word door het eeuwig vuur.
15. Bereid mij een plaats tussen uw schapen[5],
zonder mij af van de bokken,
en laat mij staan aan uw rechterzijde.
16. Wanneer de vervloekten zijn verslagen
en aan de verterende vlammen prijsgegeven,
roep mij dan onder de gezegenden.
17. Ik bid u, deemoedig en neergeknield,
en mijn hart bijna tot as gekrompen,
draag zorg voor mij in mijn laatste uur.
18. Die tranenrijke dag,
waarop uit zijn as verrijzen zal
de zondige mens, om geoordeeld te worden.
19. Ontzie dan deze mens, mijn God;
Here Jezus lief,
schenk hen de rust. Amen.
(vertaling: G. Debognies)[6]


Zie ook

Trivia

  • De Duitse band Subway to Sally gebruikte de eerste twee regels als refrein in hun nummer 'Tag der Rache'.[7]
  • De televisieserie Father Dowling Mysteries, over een priester annex detective, had als melodie een variatie op de eerste vier noten van het dies irae.
  • Vers 2 tot en met 4b is (achterstevoren) gebruikt voor de monnikenzang in de eerste hoofdshow (1978 - 1989) van het Spookslot in De Efteling.

Noten

  1. Boek des Levens (Hebreeuws: ספר החיים, Sefer HaChaim; Grieks: βιβλίον τῆς ζωῆς, Biblíon tēs Zōēs) is het boek waarin God de namen opschrijft van iedereen die naar de hemel gaat in de toekomstige wereld, die verwacht wordt in het Christendom. Plaatsen in de Bijbel Openbaring 3:5, Maleachi 3:16, Johannes 3:16, 1 Johannes 5:3
  2. Jw.org Τίνων τα Ονόματα Είναι Γραμμένα στο «Βιβλίο της Ζωής»
  3. Bij de liturgische hervormingen in de Katholieke kerk van 1969–71, werd vers 19 geschrapt en het gedicht in drie delen verdeeld: 1–6 (voor de Metten), 7–12 (voor de Lauden) en 13–18 (voor de Vespers). Verder werd vers 13 Qui Mariam absolvisti (die Maria van schuld hebt bevrijd) vervangen door Peccatricem qui solvisti ("U die de zondige vrouw vergaf/bevrijdde"). Dit komt omdat de moderne theologie de bekende middeleeuwse gelijkstelling van de echtbrekende vrouw met Maria Magdalena niet meer aanvaard, zodat Maria niet meer kon worden genoemd in dit vers.
  4. Liturgia Horarum, IV, Vaticana, 2000, p. 489, genoemd op de Engelstalige wikipedia Dies irae.
  5. Plaats in de Bijbel: Mattheus 25:31–46, over de scheiding door de herder van de schapen en de geiten.
  6. Twee berijmde en (deels) metrische vertalingen, van Justus de Harduwijn (1620) en van Guido Gezelle (1858), zijn te vinden op een webpagina van de dbnl (oorspronkelijk in Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 43 (1924), p. 190 e.v.).
  7. "Tag Der Rache" Lyrics, letssingit.com
Zie de categorie Dies Irae van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.