Decius

Gaius Messius Quintus Traianus Decius (Pannonia, 190 of 201 - Dobroedzja, 1 juli 251) was een Romeins keizer van 249 tot aan zijn dood.

Traianus Decius
Buste van Decius in de Capitolijnse Musea, Rome
Geboortedatum190 / 201
Sterfdatum1 juli 251
TijdvakCrisis van de 3e eeuw
Periode249-251
VoorgangerPhilippus I Arabs
OpvolgerTrebonianus Gallus
StaatsvormPrincipaat
MedekeizerHerennius Etruscus (251)
Persoonlijke gegevens
Naam bij geboorteGaius Messius Quintus Decius
Naam als keizerGaius Messius Quintus Traianus Decius
Vader vanHerennius Etruscus
Hostilianus
Gehuwd metHerennia Etruscilla
Romeinse keizers
Portaal    Romeinse Rijk

Loopbaan

Decius was Legatus Augusti pro praetore van Moesia en Germania Superior (232-235) en van Hispania Tarraconensis (235-238). Nadien was hij praefectus urbi van de stad Rome. Toen de Goten in 248 de Donaulimes overstaken, werd hij door keizer Philippus Arabs belast met het opperbevel in Moesia en Pannonië. Hij werd te Viminacium nu Kostolac (niet ver van het huidige Belgrado) door zijn soldaten tot keizer uitgeroepen en vrijwel onmiddellijk algemeen erkend. Bij Verona overwon hij zijn voorganger Philippus, die sneuvelde in de strijd.

Als keizer liet Decius grote bouwwerken uitvoeren (o.a. wegen en de thermen van Decius op de Aventijnse heuvel van Rome) en schonk hij veel aandacht aan de graanvoorziening en de financiën.

Christenvervolgingen

Als overtuigd verdediger van oude waarden en tradities begon hij reeds van bij de aanvang van zijn regering de christenen te vervolgen, vooral met behulp van het in de strijd geharde Balkanleger. Het was de eerste systematische, van staatswege consequent doorgevoerde christenvervolging, die deel uitmaakte van een hervormingsbeweging die de eenheid van het rijk wilde bevorderen en van de burgerbevolking conformiteit en loyaliteit eiste.
Bij keizerlijk edict werden alle ingezetenen verplicht aan de staatsgoden te offeren als bewijs van loyaliteit. Wie door een bijzondere commissie loyaal werd bevonden kreeg dan een schriftelijk attest (libellus, vandaar de term libellatici = "afvallige christenen"), waarvan enkele op Egyptische papyri zijn bewaard. Weigeraars werden gefolterd (als we Origenes mogen geloven).
Tot de slachtoffers van de vervolgingen behoorden o.a. paus Fabianus, Pionius van Smyrna, Alexander van Comana Pontica en wellicht ook Agatha van Catania. Bisschop Cyprianus van Carthago en vele anderen konden slechts door te vluchten hun leven redden.

Einde

Na een zege bij Berola veroverden de Goten de stad Philippopel (thans het Bulgaarse Plovdiv). Decius trok tegen hen ten strijde, maar sneuvelde, door zijn veldheer Gaius Vibius Trebonianus Gallus in de steek gelaten, samen met zijn zoon en medekeizer Herennius Etruscus in de Slag bij Abrittus (in de Dobroedzja). Trebonianus Gallus, stadhouder van Moesia, volgde hem op. Hij zou ook Decius' tweede zoon Hostilianus adopteren en hem tot medekeizer benoemen.

Decius werd na zijn dood vergoddelijkt. Twee borstbeelden van hem zijn met zekerheid geïdentificeerd: een in de Musei Capitolini en een in het Museo Torlonia (beide te Rome). Hij figureert als boosdoener in verschillende christelijke legenden, zoals die van Sint-Christoffel, de Zevenslapers van Efeze en van de heilige Agatha

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Decius op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.