City Theater (Amsterdam)

Het City Theater dan wel Pathé City is een bioscoop aan het Kleine-Gartmanplantsoen 15-19 in Amsterdam, op 40 meter van het Leidseplein en schuin tegenover De Balie. Sinds 1995 is bioscoopketen Pathé de eigenaar. Begin 2007 werd het gebouw gesloten voor een grootscheepse verbouwing. Op 2 december 2010 openden de deuren opnieuw, met een mix van film, arthouse en theater.

Ten minste één Wikipediagebruiker vindt dat de tekst van City Theater (gebouw in Amsterdam) in dit artikel ingevoegd zou moeten worden, of dat er een duidelijkere afbakening tussen deze artikelen dient te worden gemaakt. Als de tekst wordt ingevoegd, dient dat artikel een redirect te worden (hier melden).
City Theater
Opgericht doorBartel Wilton
Opening28 oktober 1935
AdresKleine-Gartmanplantsoen 15-19
Amsterdam
Aantal zalen7
Totale capaciteit600[1]
Ontworpen doorJan Wils en Oscar Rosendahl
Onderdeel vanPathé
Website
Portaal    Film

Geschiedenis

In 1923 werd in Den Haag het eerste City Theater geopend. De NV Maatschappij tot Exploitatie van het City Theater opende vervolgens in 1929, eveneens in Den Haag, het Flora Theater en in 1930 het Odeon Theater. In 1933 opende het Lumière Theater in Rotterdam zijn deuren.[2]

Het City Theater in Amsterdam werd de vijfde bioscoop van de firma, die onder leiding stond van Bartel Wilton, beter bekend van de Wilton-Fijenoord-werf in Rotterdam. Het zou met 1.830 zitplaatsen en een oppervlakte van 1.225 vierkante meter de grootste bioscoop van het land worden die zich moest kunnen meten met Tuschinski. Het uitgestrekte terrein achter de Korte Leidsedwarsstraat werd aangekocht in 1934. Het ontwerp was van Jan Wils, die in 1928 het Olympisch Stadion had ontworpen. Het interieur werd grotendeels door de Duitse architect Oscar Rosendahl ontworpen.

In de zwarte natuurstenen terugspringende gevelomlijsting staat de tekst "op 25 juli van 1935 werd de eerste steen gelegd door Huib Wilton". Door de keuze voor een staalskelet kon het gebouw in een recordtijd worden opgeleverd. Op 29 oktober 1935 werd het City Theater geopend met het eerste Polygoon-journaal op het programma, na de pauze gevolgd door de hoofdfilm Episode met filmdiva Paula Wessely.[3]

Het gebouw bracht technische vooruitgang op de terreinen van de akoestiek, geluidsisolatie, warmte-isolatie, ventilatie en andere klimaatbeheersing avant la lettre. Ook de automatische sprinklerinstallatie was een noviteit. Het meubilair, de wand- en vloerbedekking werden verzorgd door de bekende Haagse meubelfabriek van Pander en Zonen, met een groot aantal geglazuurde tegeltjes van De Porceleyne Fles uit Delft.[4]

Ook de vormgeving was vooruitstrevend, in het bijzonder de hoge en strakke voorgevel was een opvallende verschijning in het klassieke Amsterdamse beeld van grachtenpanden ter rechterzijde en de Stadsschouwburg aan de linkerhand. Het imposante bouwvolume was samengesteld uit twee kubistische elementen. Het gevelvlak werd effectief doorbroken met een lange, smalle wenteltrap in een glazen toren die 's avonds van binnenuit werd verlicht.

In de jaren vijftig was City een populair uitgaanscentrum.[5] De nadruk lag op films van MGM en Disney.

In 1967 lieten de originele bakstenen strips van de gevel los en werden er natuurstenen platen aangebracht. In de jaren daarna vond een grootscheepse verbouwing plaats waarbij de grote zaal in drie kleinere zalen werd verdeeld. Ook werden er twee zalen in de kelder en een nieuwe zaal op de reeds bestaande verdieping gerealiseerd, waarmee het aantal zalen op zeven kwam en het aantal stoelen werd teruggebracht tot 1.400. Deze drastische ingrepen bleken echter nog onvoldoende om City weer hip te maken in de ogen van een modern publiek, reden waarom werd besloten tot een complete facelift. Op 31 januari 2007 vond de voorlopig laatste reguliere voorstelling plaats. Niettemin was City van 18 tot 25 april 2007 gastheer van het 23e Amsterdam Fantastic Film Festival.

Theaterorgel

De grote zaal beschikte ook over een theaterorgel, in 1935 gebouwd door de firma Strunk. Bij de opening speelde de eerste vaste organist van het theater, de Engelsman Reginald Foort. Hij werd opgevolgd door Cor Steyn en in 1941 door Piet van Egmond. In 1938 en 1950 werd het instrument verbouwd. Bij de verbouwing van de zaal in het begin van de jaren zeventig werd de bovenste orgelkamer grotendeels afgesloten door een verlaagd plafond. Herman van Voorthuizen was halverwege de jaren zeventig de laatste organist in vaste dienst. Na 1996 was het orgel niet langer bespeelbaar.[6]

Heden

Na de laatste verbouwing, die vorm kreeg in een samenwerkingsverband van Pathé, Epicurus Real Estate en Rappange architecten, biedt het pand onderdak aan een moderne arthouse-bioscoop met zeven zalen en in totaal 625 stoelen. Men mikt op een publiek dat komt voor een goede film en alles wat daar omheen bedacht kan worden, zoals een grand café en een casino in het souterrain, achter de gesloten historische gevel met elkaar verbonden door vides. Het stadsdeel Amsterdam-Centrum verwacht een positieve uitstraling op de buurt. Op 2 december 2010 is de bioscoop heropend.

Interieur in 1935

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.