Ching Shih

Madame Ching of Ching Shih (1775–1844)[1] was een beroemde vrouwelijke piraat tijdens de Qing-dynastie in China.

Ching Shih

Haar naam luidt in vereenvoudigd Chinees: 郑氏; in traditioneel Chinees: 鄭氏; in pinyin: Zhèng Shì; en in het Kantonees: Jihng Sih; "weduwe van Zheng". Zij is ook bekend als Cheng I Sao (vereenvoudigd Chinees: 郑一嫂; traditioneel Chinees: 鄭一嫂; pinyin: Zhèng Yī Sǎo; Kantonees: Jihng Yāt Sóu; "vrouw van Zheng Yi").

Madame Ching terroriseerde de Chinese Zee in het begin van de 19de eeuw. Ze commandeerde meer dan 300 jonken met een bemanning van 20.000 tot 40.000 piraten[1] — mannen, vrouwen en zelfs kinderen. Ze kwam in conflict met de Britse, Portuguese en de Chinese machthebbers van de Qing-dynastie. Ze is een van de weinige piraten die zich terugtrok uit de piraterij en met pensioen kon gaan.

Ching Shih komt voor in verschillende boeken, films en computerspellen in Azië.

Beginjaren

Ching Shih werd in 1775 geboren als Shi Xianggu (Chinees: 石香姑; Jyutping: sek6 heong1 gu1, IPA: [sɛk˨ hœŋ˥ ku˥]) in Guangdong. Ze was een Cantonese prostituee die in een klein bordeel in Guangzhou werkte[2], maar werd gevangengenomen door piraten. In 1801 trouwde ze met Cheng I, een bekende piraat. De meeste mensen kennen haar als "Cheng's weduwe".

Cheng I was lid van een familie van succesvolle piraten die hun criminele carrière begonnen in het midden van de 17de eeuw. Na zijn huwelijk met Ching Shih, "die volledig meewerkte aan zijn piraterij"[1], gebruikte Cheng I militaire pressie en zette zijn reputatie in om een coalitie te smeden met andere Kantonese piraten. Rond 1804 was de coalitie een van de sterkste piratenvloten in heel China, bekend als de "Vloot van de Rode Vlag".[1]

Opkomst als piratenleider

Op 16 november 1807 stierf Cheng I in Vietnam[3]. Ching Shih begon onmiddellijk haar leiderspositie te consolideren. Ze onderhield nauwe relaties met haar concurrenten met het doel haar leiderschap te legitimeren en haar gezag te versterken. Om conflicten met rivalen voor te zijn zocht ze hulp bij de belangrijkste leden van de familie van haar man, namelijk zijn neef Cheng Pao-yang en de zoon van een andere neef, Cheng Ch’i. Verder deed ze beroep op de coalitie van haar man, door de kapiteins te wijzen op de loyaliteit die ze aan haar man hadden beloofd. Ze maakte zichzelf onmisbaar voor de andere kapiteins.[1]

Omdat de Vloot van de Rode Vlag te groot was om alleen het bevel te voeren, had Ching Shih iemand nodig om haar te assisteren in de dagelijkse operaties van de vloot. Deze persoon moest haar loyaal blijven en geaccepteerd worden door ondergeschikte piraten. Ze besloot dat Cheung Po Tsai de perfecte kandidaat was.[1] Hij was de zoon van een visser en werd onder dwang geronseld als piraat toen hij 15 jaar oud was. Nadat hij gevangen was genomen door Cheng I, klom Cheung snel op in de rangen; uiteindelijk adopteerde Cheng I hem als zoon en erfgenaam.[4]

Ching Shih bestendigde haar samenwerking met Cheung Po Tsai door een relatie met hem te beginnen. Uiteindelijk trouwden ze[4]; op 38-jarige leeftijd kreeg ze een zoon met hem. Cheung Po Tsai stierf op 36-jarige leeftijd door onbekende oorzaak.

De piratencode

Nadat ze de leiding had genomen over de Vloot van de Rode Vlag, stelde Ching Shih een lijst van wetten op die de vloot samen moest houden.[5] De Neumannvertaling van The History of Pirates Who Infested the China Sea beweert dat het Cheung Pao Tsai was die de gedragscode invoerde.[6] Tijdgenoot Yuan Yung-lun zegt dat Cheung zijn eigen code had van drie orderegels voor zijn vloot, genaamd de san-t’iao, maar er bestaat geen geschreven versie van.[3] De code was zeer strikt en werd ook strikt gehandhaafd[7].

De eerste regel was: wie eigen orders geeft (d.w.z. orders die niet door Ching Shih waren uitgevaardigd) of wie de orders van superieuren niet uitvoert, wordt onthoofd.
Ten tweede: niemand mag stelen van de gezamenlijke buit, noch van dorpelingen die de piraten bevoorraden.[3]
Ten derde: alles wat tot de buit behoort, moet gepresenteerd worden voor groepsinspectie. De buit werd geregistreerd door een purser en vervolgens verdeeld door de leider. De persoon die de buit had bemachtigd kreeg 20% en de rest werd opgeslagen.
Ten vierde: contant geld wordt ingeleverd bij de leider van de roofexpeditie; een klein deel is voor de persoon die het geroofd heeft; de rest wordt ingezet voor de aanschaf van voorraden.[3][5]
Volgens ooggetuige Philip Maughan was de straf voor het achterhouden van buit bij de eerste overtreding een geseling op de rug. Bij een volgende overtreding of als het om grote hoeveelheden ging, volgde de doodstraf.[5]

Ching Shihs gedragscode had bijzondere regels omtrent vrouwelijke gevangenen. Het was gebruikelijk alle vrouwen vrij te laten, maar ooggetuige J.J. Turner zag dat piraten vaak de mooiste vrouwelijke gevangen als concubine of vrouw namen. Onder de code van Ching Shih moest een piraat die een vrouw nam trouw aan haar blijven[8]. Vrouwen die men niet aantrekkelijk genoeg vond, werden vrijgelaten; andere werden vastgehouden voor losgeld. Piraten die vrouwelijke gevangen verkrachtten wachtte de doodstraf. Piraten die met wederzijdse instemming seks hadden met een vrouwelijke gevangene werden onthoofd, maar ook de vrouw werd overboord gegooid, verzwaard met kanonskogels aan haar benen.[3][5][8]

Overtredingen van andere onderdelen van de code werden bestraft met geseling, afranseling of vierendeling. Deserteurs of degenen die zonder officiële toestemming vertrokken, werden bestraft door het afsnijden van hun oren waarna ze langs de bemanningsleden moesten lopen. Glasspoole concludeerde dat de code "zorgde voor koelbloedigheid bij een aanval, wanhoop bij verdediging en onbuigzaamheid zelfs wanneer men in de minderheid is".[7]

Carrière

De Vloot van de Rode Vlag had onder het bevel van Ching Shih zeggenschap over veel kustdorpen; in sommige gevallen hief ze belastingen. Ze beroofde dorpen, markten en steden van Macau tot Kanton.[9]

De vloot bleef onverslagen door de Qing-dynastie, de Britse of de Portugese marine. Maar in 1810 werd er amnestie gegeven aan piraten en Ching Shih maakte hier gretig gebruik van.[10] Ze eindigde haar piratencarrière datzelfde jaar en accepteerde het amnestievoorstel van de Chinese overheid. Ze hield de bemachtigde buit en openende een gokhuis[11].

Ching Shih stierf in 1844, op 69-jarige leeftijd.[11]

Ching Shih in boeken en films

Een deels fictionele beschrijving van Ching Shihs piraterij verscheen in Jorge Luis Borges' korte verhaal The Widow Ching, Lady Pirate (1954), waarin ze beschreven wordt als "een vrouwelijke piraat in Aziatische wateren, van de Gele Zee tot de rivieren van de Annam-kust". Na haar overgave en pardon leefde ze de rest van haar leven als opiumsmokkelaarster. Borges duidde het boek The History of Piracy (Philip Gosse, 1932) aan als bron van het verhaal.

In 2003 maakte Ermanno Olmi de film Singing Behind Screens, losjes gebaseerd op Borges' versie van het verhaal, hoewel copyrightproblemen ervoor zorgden dat de naam van de Argentijnse schrijver niet in de aftiteling verscheen.[12][13]

Afterlife, een striproman uit 2006, beeldt Ching Shih af als een beschermster die tegen demonen vecht om de inwoners van de onderwereld te beschermen.

De stripreeks Shi Xiu van Nicolas Meylaender en Wu Qing Song is gebaseerd op Ching Shih.

In The Wake of the Lorelei Lee (het achtste boek uit de Bloody Jack-serie van L.A. Meyer) is Jacky gevangengenomen door Ching Shih en maakt zo'n indruk op haar dat ze een tatoeage van een draak op de achterkant van haar nek krijgt die aangeeft dat ze onder Shihs bescherming staat.

In de film Pirates of the Caribbean: At World's End (2007) wordt Ching Shih voorgesteld als een belangrijke piratenleider met de naam "Meesteres Ching". Ze is een van de 9 Pirate Lords (piratenkoningen).

Poppenspelers van het Theater van Toronto, Canada, hebben twee verschillende producties gebaseerd op Ching Shihs leven op de planken gebracht. De eerste versie was een co-productie met het Centrum voor poppenspeelkunst van Atlanta, gedirigeerd door Jon Ludwig in 2000. De tweede versie, gedirigeerd door Mark Cassidy werd getoond op Toronto's Tarragon Theatre Extra Space in 2002.

In de jaren 1990 had het Treasure Island Hotel and Casino in Las Vegas een Chinees restaurant vernoemd naar Ching Shih: Madame Ching's. Dit restaurant is echter niet meer in gebruik.

In het Hong Kongse televisiedrama Captain of Destiny (2015) speelt Maggie Shiu Mei-Kei een personage dat gebaseerd is op Ching Shih.

Red Flag is een serie die over Ching Shih gaat. Maggie Q en François Arnaud spelen erin mee.

Referenties

  1. Murray, Dian (1987) Pirates of the South China Coast, 1790-1810. Stanford University Press, ISBN 0-8047-1376-6
  2. Lily Xiao Hong Lee, A.D. Stefanowska, Clara Wing-chung Ho, 2003, 387 pages
  3. Yuan Yung-lun, Ching hai-fen chi (Record of the Pacification of the Pirates)
  4. Lu K’un, Ch’eng, Kwang-tung hai-fang hui-lan (An Examination of Kwangtung’s Sea Defense)
  5. Maughan, Philip, An Account of the Ladrones Who Infested the Coast of China
  6. Murray, Dian, Pennell, Bandits at Sea: A Pirates Reader, Ch. 13: “Cheng I Sao in Fact and Fiction”, p. 260
  7. Glasspoole, Richard, “Substance”, p. 44-45
  8. Turner, J., “Account of the Captivity of J. J. Turner, Chief Mate of the Ship Tay, Amongst the Ladrones”, p. 71
  9. Antony, Robert (2003). Like Froth Floating on the Sea: The world of pirates and seafarers in Late Imperial South China
  10. Andrea J. Buchanan, Miriam Peskowitz, 2007, p. 279
  11. Koerth, Maggie. "Most successful pirate was beautiful and tough", CNN, 2007-08-28.
  12. Cantando dietro i paraventi in de Internet Movie Database
  13. Weissberg, Jay (23 October 2003) . Singing Behind Screens. Variety .
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.