Bath (Nederland)

Bath is een klein dorp en heerlijkheid in de gemeente Reimerswaal, in de Nederlandse provincie Zeeland. Per 1 januari 1816 werd de gemeente Bath ingesteld (ook wel genoemd: Fort-Bath en Bath), deels ontstaan uit de eerder bestaande gemeente Rilland en Bath. Per 1 januari 1878 ging Bath op in de gemeente Rilland-Bath. De plaats heeft 90 inwoners (2004).

Bath
Plaats in Nederland
(Details)

Situering
Provincie Zeeland
Gemeente Reimerswaal
Coördinaten51° 24 NB, 4° 13 OL
Woonplaats (BAG)Rilland
Portaal    Nederland

Geschiedenis

Bath is vele malen met zeewater overstroomd doordat de dijken doorbraken. Op 5 november 1530 overstroomde het dorp, maar de gaten in de dijken werden gedicht en het land weer drooggemaakt. Twee jaar later braken de dijken opnieuw door en wederom in 1539. Het dorp was toen volledig verwoest en pas ruim twee eeuwen later, in 1773, werd het gebied weer ingedijkt en drooggemaakt[1].

Fort Bath

Op 18 oktober 1785 kreeg Generaal Dumoulin van de Raad van State opdracht om een geschikte plaats voor een fort te zoeken. Begin 1786 kwam hij met het plan om deze aan de Batse Kaaij te bouwen. Na het uitvoeren van de grondwerkzaamheden werd in 1787 begonnen met de bouw van de militaire gebouwen zoals een kruitmagazijn, kazematten en kazernes. Deze waren groot genoeg om een bezetting van 300 militairen te huisvesten. Het fort kreeg twee belangrijke taken, namelijk de bewaking of belemmering van de scheepvaart van en naar Antwerpen en de bescherming van oostelijk Zuid-Beveland. Hier werd ook een douanekantoor gevestigd om schepen die van of naar Antwerpen voeren belasting te laten betalen. In augustus 1809 werd het fort door de Engelsen, in de Walcherenexpeditie, ingenomen. Generaal Bruge had het fort voor die tijd verlaten en de Engelsen konden het zonder strijd binnentreden. Op 24 augustus vertrokken de Engelsen, maar alle bewapening was meegenomen of vernietigd. In 1813 kwam het fort in handen van de Fransen en pas na de Vrede van Parijs (1814), trokken zij zich terug. In 1828 werd het fort versterkt, maar dit kreeg nog een extra impuls na de Belgische afscheuring in 1830. Eerst werd de zijde aan de Westerschelde verbeterd en vervolgens de landzijde. In 1833 woonden er 190 mensen in Bath die actief waren in de handel, visserij en landbouw. In 1839 sloten Nederland en België het Verdrag van Londen. Dankzij de neutraliteitspolitiek nam de noodzaak voor het fort af en in 1876 werd het opgeheven. Alleen een douanepost bleef over, die nog tot 1953 zou blijven bestaan[2]. Alleen de omtrek van het fort is nog terug te vinden; bebouwing, aarden wallen en de grachten zijn verdwenen.

Bathstelling

In 1939 werd het fort nog opgenomen in de Bathstelling, deze had de intentie de toegang tot Zuid-Beveland af te sluiten. In datzelfde jaar was ook nog opdracht gegeven voor de bouw van zeven gevechtsopstellingen aan de dijk van de Bathpolder tussen de Kreekrakdam en het kustlicht bij Bath. Een ander onderdeel van deze stelling was de inundatievlakte ten noorden van Bath, de enige op Zuid-Beveland. Op 10 mei werd het bevel tot inundatie gegeven, maar door de lage waterstand mislukte het om het gebied onder water te zetten. Toen de Duitse troepen op 14 mei 1940 bij de stelling aankwamen was deze zo goed als verlaten. Na een artilleriebeschieting in de avond gaven de laatste nog aanwezige manschappen zich over. Voor de overgave wilden ze in het raadhuis van Rilland nog enige documenten en kaarten verbranden, maar hierbij ging ook het raadhuis in vlammen op. Een deel van de Nederlandse militairen had zich teruggetrokken achter de meer naar het westen gelegen Zanddijkstelling.

Kerk

Gezicht op Bath

Bath heeft ook een kerk. Bijzonder hieraan is dat de dorpskerk hier een Vrije Evangelische Gemeente is. Waarschijnlijk is dit de enige plaats in Nederland waar de dorpskerk evangelisch is. Deze gemeente ontstond in 1888 toen de hervormde kerk verplaatst werd naar Rilland. De gemeente sloot zich in 1910 aan bij de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten.

Heerlijkheid

In 1799 kwam de heerlijkheid Bath, via de geslachten Van der Bilt en Van den Brande, in bezit van de familie Slicher waarin het tot nu toe is gebleven:

  • Wilhelmina Carolina van den Brande, vrouwe van Westhoven, Domburg en Bath (1779-1826), die de heerlijkheid Bath erfde van haar tante Jacoba van den Brande (1735-1794), eerste directrice van het Natuurkundig Genootschap der Dames; trouwde in 1799 met Adriaan Casper Cornelis Slicher (1776-1808), burgemeester van Middelburg
    • Willem Anthony Slicher, heer van Bath (1806-1880), legerofficier
      • Adriaan Pieter Slicher, heer van Bath (1838-1933), lid gemeenteraad van Aalten
        • Willem Antonie Slicher (1881-1968), kapitein der infanterie

Zie ook

Zie de categorie Bath, Reimerswaal van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.