Bernard Pieter Gesinus van Diggelen

Bernard Pieter Gesinus van Diggelen (Middelburg, 31 januari 1815 - Statenzijl, 23 november 1868) was een Nederlands waterstaatkundig ingenieur en enige jaren politicus.

Bernard Pieter Gesinus van Diggelen
Geboren	Middelburg, 31 januari 1815
Overleden	Statenzijl, 23 november 1868
Partij	'pragmatisch' liberaal
Religie	Nederlands Hervormd
Functies
1844 - 1855	lid Stedelijke raad van Zwolle
1846 - 1850	lid Provinciale Staten van Overijssel
1859 - 1864	lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
Website
Portaal    Politiek

Bernard van Diggelen was een zoon van hoofdingenieus Pieter van Diggelen en Anna Gesina Logemann. Hij volgde de middelbare school te Arnhem, waarna hij in het leger werd opgeleid als cadet van de waterstaat (tot 1830) en in de praktijk (1830-1832). Hij volgde de ingenieursopleiding bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Medemblik tussen 1832 en 1835, waarna hij door de invloed van zijn vader direct als aspirant-ingenieur zelfstandig aan de slag kon in Zwolle. Van 1845 tot 1858 was hij ingenieur-directeur van de Maatschappij ter verbetering van de handelsweg over het Zwolsche diep en was vanaf 1852 ingenieur eerste klasse met verlof. Van 1858 tot 1864 was hij hoofdingenieur met verlof te Middelburg, en aansluitend hoofdingenieur te 's-Hertogenbosch (1864-1867) en Assen (1867-1868).

In 1850/1851 was Van Diggelen secretaris van de commissie ter beoordeling van ontwerpen voor de Droogmaking van de Lauwerszee, en in 1851-1853 was hij secretaris van de commissie tot onderzoek van het bedijkingsvoorstel van de Lauwerszee. Vanaf 1861 was hij gecommitteerde van Polder Koekoek.

In 1844 werd Van Diggelen in de Stedelijke Raad van Zwolle gekozen (na 1851 gemeenteraad), en van 1846 tot 1850 was hij lid van de Provinciale Staten van Overijssel voor Zwolle en later Ommen. Van 1859 tot 1864 was hij tevens lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het district Goes. Hij was in daarvoor al enkele malen door conservatieve politici verslagen bij een poging om gekozen te worden in de Kamer

Van Diggelen was een 'pragmatisch' liberaal, en trad meer op als deskundige dan politicus. Zijn gezag nam hierdoor af, en hij stelde zich in 1864 niet herkiesbaar en keerde in 1864 terug in actieve waterstaatkundige dienst. Zoals wellicht te verwachten, hield hij zich in de Tweede Kamer vooral bezig met het waterstaat- en spoorwegstelsel. In 1860 behoorde hij tot de meerderheid die tegen de begroting van Koloniën van minister Rochussen stemde.

Op 30 december 1836 trouwde Van Diggelen met Geertruid van Berkum Bijsterbos. Hij overleed in 1868 'in her harnas' ten gevolge van een beroerte toen hij zich kwaad maakte tijdens een inspectie van een in herstelling zijnde sluis, de Statenzijl. Hij was de vader van het latere Kamerlid Pieter Johannes Gesinus van Diggelen.