Abia van Juda
Abia (in de Bijbel wordt hij ook wel Abiam genoemd, zijn naam betekent "Vader van de zee", "Zeeman" of "Jahweh is mijn vader"[1]) was koning van Juda. Hij was de zoon en opvolger van Rechabeam. Over wie zijn moeder was, is de Bijbel niet eenduidig: in 1 Koningen wordt gesproken van Maächa, de dochter van Absalom, 2 Kronieken van Micha, de dochter van Uriël, uit Gibea. De regeerperiode van Abia wordt tegenwoordig gedateerd 914 v.Chr. tot 913 v.Chr. of van 913 v.Chr. tot 911 v.Chr..
Abia(m)
| ||
Abia volgens het Promptuarii Iconum Insigniorum | ||
Koning van Juda | ||
Periode | 914-913 v.Chr. | |
Voorganger | Rehabeam | |
Opvolger | Asa | |
Vader | Rehabeam | |
Moeder | Maächa (4) | |
Dynastie | Huis van David | |
Kinderen | Asa Attai Ziza Selomit |
Aan het begin van zijn regeerperiode voerde Abia oorlog tegen koning Jerobeam van Israël in een poging beide landen weer te verenigen. Ondanks de overmacht van de Israëliers, wist Abia de slag te winnen en niet minder dan 500.000 soldaten van Israël kwamen om het leven. Abia veroverde de steden Betel, Jesana en Efron.
Abia had veertien vrouwen, bij wie hij tweeëntwintig zonen en zestien dochters verwekte. Na zijn dood werd hij begraven in de Davidsburcht in Jeruzalem en opgevolgd door zijn zoon Asa.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Koningen van Israël en Juda | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
|