< Nederlandse literatuur in de middeleeuwen

Nederlandse literatuur in de middeleeuwen

Slotverzen van de Rijmbijbel

(Van Maerlant bedankt hierin de Maagd Maria voor de hulp bij het voltooien van zijn Rijmbijbel)

Ay Maria, vercoren jueghet
Fonteyne der ghenadechede!
U danc ics te rechte mede -
Want ic U anriep ant beghin
Dat ghi vulbrocht hebbe ende vuldaen
Die dinc die ic hadde bestaen.

Jacob van Maerlant, uit de Spieghel Historiael, ca. 1325-1335

Jacob van Maerlant werd geboren in de buurt van Brugge, ergens tussen 1230-1240, en stierf in Damme ca. 1288-1300. Hij was de grootste Vlaamse dichter van de dertiende eeuw en een van de belangrijkste Middelnederlandse auteurs. Vermoedelijk was het de prestigieuze kapittelschool van Sint-Donaas te Brugge waar de jonge Jacob de kennis en vaardigheden verwierf waar hij de rest van zijn leven als dichter zou uit blijven putten.

Van Maerlant zag het als zijn levenstaak om een publiek van adellijke leken in te wijden in kennis die tot dan toe alleen was voorbehouden aan geestelijken. Hij wilde zowel een ernstig auteur zijn als een leermeester. Zijn werk is bijzonder omvangrijk en hij wordt dan ook terecht beschouwd als de meest productieve van alle Middelnederlandse, in de volkstaal schrijvende dichters. Om dergelijk uitgebreid oeuvre te kunnen schrijven (zo'n 230.000 verzen in totaal, verspreid over 10 werken) moest hij kunnen rekenen op rijke opdrachtgevers. Dankzij de baantjes die ze hem bezorgden kon hij zich volop wijden aan zijn letterkundig werk. Zo is bekend dat hij onder meer koster van het Sint Pieterskerkje te Maerlant (op het tegenwoordige Voorne, den Briel) was en schepenklerk te Damme (al is dat laatste niet 100 % zeker). Een van zijn machtigste en bekendste opdrachtgevers was de Hollandse graaf Floris V. Voor dat adellijk publiek, onder meer voor de Zeeuwse edelen rondom de graaf, schreef hij 'schoolboeken' over allerlei onderwerpen. Zowat alles kwam aan bod: geografie, biologie, geneeskunde, de klassieke geschiedenis (Troje, Alexander, Rome, koning Artur)...

Op het einde van zijn loopbaan zou van Maerlant een groots opgezet historisch werk schrijven, de Spieghel Historiael, dat de gehele geschiedenis vanaf de schepping tot de eerste kruistocht behandelt. Voor hij aan dat werk begon had hij de Rijmbijbel geschreven, (met bijna 35.000 verzen) dat de Bijbelse geschiedenis als thema heeft. Daarvoor boorde hij zowat alle bronnen aan die hij te pakken kon krijgen. Zo maakte hij zeker gebruik van de Historia scholastica dat theologiestudenten onderwees in de geschiedenis van de achtergronden van de Schrift.

Oeuvre van Jacob van Maerlant

Doorgaans worden volgende werken aan hem toegeschreven:

In het begin van zijn carrière werkte van Maerlant in de traditie van de ridderromans:

  • Alexanders Geesten
  • Historie van den grale
  • Merlijns boeck
  • Istory van Troyen

Werken over de natuur:

  • Der naturen bloeme (1270)

Hij schreef ook historische werken:

  • Scholastica of Rijmbijbel, 1271)
  • Spieghel historiael (1288)

Heiligenlevens:

  • Leven van S. Franciscus

Strofische gedichten:

  • Wapene Martijn (ca. 1266)
  • Der Kerken claghe
  • Van den lande van overzee (ca. 1291)

Andere werken:

  • Heimelykheid der heimelykheden (1266)
  • Lapidarijs (verloren gegaan werk over de genees- en toverkracht van gesteenten)
  • Leven van Ste. Clara
  • Sompniariis (verloren gegaan werk over droomuitlegging)
  • Torec (ca. 1262)
  • Van neghen den besten (na 1291)
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.