пятніца

Wit-Russisch
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈpʲatnit͡sa/
Woordafbreking
  • пят·ні·ца

Zelfstandig naamwoord

пятніца v

  1. vrijdag
  1. «А ты што зрабіў з сям'ёй у пятніцу ўвечары?»
    En jij; wat heb jij vrijdagavond met je familie gedaan?
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: pjátnitsa


Dagen in het Wit-Russisch
панядзелак
maandag		 аўторак
dinsdag		 серада
woensdag		 чацьвер, чацвер
donderdag		 пятніца
vrijdag		 субота
zaterdag		 нядзеля
zondag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.