žít

Tsjechisch
Uitspraak
  • IPA: /ʒiːt/
  • Geluid:  žít    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • žít

Werkwoord

žít imperfectief  

  1. leven
Vervoeging
enkelvoud meervoud
eerste persoon žiji / žiju žijeme
tweede persoon informeel žiješ žijete
formeel žijete
derde persoon žije žijí / žijou
Schrijfwijzen
  • Oude schrijfwijze: žíti imperfectief
Afgeleide begrippen
  • dožít
  • ožít
  • požít
  • prožít
  • přežít
  • sžít se
  • užít perfectief
  • vžít se
  • zažít
  • žití o
  • žít si imperfectief
Verwante begrippen
  • dožití o
  • dožít se
  • požitek m
  • požitkář m
  • prožitek m
  • přežitek m
  • přežití o
  • užít si perfectief
  • užívat imperfectief
  • zážitek m
  • živo
  • život monbezield
  • živý

Verwijzingen
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.