zwembadpas

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·bad·pas
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘pas om vlug naar het zwembad te lopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1923 [1]
  • samenstelling van  zwembad   en  pas   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord zwembadpas zwembadpassen
verkleinwoord zwembadpasje zwembadpasjes

Zelfstandig naamwoord

zwembadpas m

  1. manier van lopen waarmee Kees de Jongen (zie Theo Thijssen) naar het zwembad liep

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord zwembadpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. "zwembadpas" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. zwembadpas op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.