zwakke
Nederlands
Woordafbreking
- zwak·ke
Bijvoeglijk naamwoord
zwakke
- verbogen vorm van de stellende trap van zwak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakke | zwakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zwakke
- iemand die in een positie van zwakte is
- De zwakken in de samenleving waren de slachtoffers van de ineenstorting van de aandelenmarkt en de economische problemen die erop volgden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.