zuurtje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zuur·tje
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘snoep om op te zuigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | zuurtje | zuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
zuurtje o dim. tant.
- een enigszins zuur smakend snoepgoed
- Lust je een zuurtje?
Gangbaarheid
- Het woord zuurtje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuurtje' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.