zuchten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuchten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzʏxtə(n)/
Woordafbreking
  • zuch·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hoorbaar uitademen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zuchten
/ˈzʏxtə(n)/
zuchtte
/ˈzʏxtə/
gezucht
/ɣəˈzʏxt/
zwak -t volledig

Werkwoord

zuchten

  1. inergatief hoorbaar diep uitademen, meestal als uiting van frustratie
    • Stop met zuchten en eet je bord leeg! 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

zuchten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zucht

Gangbaarheid

  • Het woord zuchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.